WILLEMSTAD — In een recentelijk vonnis in hoger beroep is de kapitein van een boot, die in 2010 bij Bachelor’s Beach op Bonaire een snorkelaar overvoer, toch schuldig bevonden en veroordeeld.
De snorkelaar raakte zwaar gewond aan zijn benen. Hij bevond zich niet ver uit de kust, maar werd niet opgemerkt door de kapitein. Het hof achtte bewezen dat deze te snel had gevaren in de zone waarin zich ook zwemmers en snorkelaars bevinden.
Juist als kapitein had hij daarop moeten letten. Hij kreeg zes maanden voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van drie jaar, een werkstraf van 240 uur en ontzegging van zijn vaarbevoegdheid voor twee jaar.
Ook heeft het hof kort geleden uitspraak gedaan in een andere zaak, waarbij de destijds 13-jarige bestuurder van een jetski bij de baai van Jan Thiel een snorkelaar overvoer. Ook deze raakte zwaar gewond. In eerste instantie had de rechter geoordeeld dat de schuld bij de bestuurder lag, maar vanwege diens leeftijd waren de ouders en de oom, van wie de jetski was, aansprakelijk. Het hof oordeelde anders. Het door de ouders gedane beroep op eigen schuld van de snorkelaar slaagt. Van een snorkelaar mag worden verwacht dat hij zijn zichtbaarheid vergroot door gebruik van een duikvlag of boei of ander herkenningsteken, wanneer hij gaat snorkelen in een gebied waar tevens vaarverkeer is.
Het hof oordeelt dat de snorkelaar de schade voor 50 procent zelf dient te dragen en dat de oom niet aansprakelijk is voor de schade; het uitlenen van de waterscooter kan niet zonder meer als maatschappelijk onbetamelijk worden aangemerkt.
Naar aanleiding van beide zaken heeft het hof een persbericht uitgestuurd.
“De ervaring leert dat onze kustgebieden regelmatig tegelijkertijd door zwemmers en vaartuigen worden gebruikt. Er is geen sprake van afgebakende zwem- of snorkelgebieden. Het is derhalve van groot belang om vast te stellen aan welke ‘verkeersregels’ de verschillende groepen watersporters zich moeten houden.”
Op dit moment bestaat er geen wetgeving waarin deze regels zijn vastgelegd.
In dat geval is het de taak van de rechter om normen te formuleren waaraan men zich kan houden.
In deze beide gevallen zijn de rechters tot de conclusie gekomen dat zowel zwemmers en snorkelaars als bestuurders van jetski’s of boten moeten opletten.
Van de bestuurder wordt verwacht dat hij goed uitkijkt en luistert en dat hij een veilige, gepaste snelheid aanhoudt. Bovendien moet hij zijn oplettendheid verhogen en zijn snelheid verlagen bij het naderen van plaatsen waar waarschijnlijk zwemmers zijn. Zichtbaar
Voor de zwemmer is het van belang goed uit te kijken en te zorgen voor een goede zichtbaarheid. Er mag worden verwacht dat hij zijn zichtbaarheid vergroot met een of ander herkenningsteken, wanneer hij zich in een gebied begeeft waar tevens gevaren wordt.
Overigens lijkt het erop dat het nietgebruiken van bijzondere herkenningstekens door de zwemmer niet afdoet aan de strafbaarheid of aansprakelijkheid van de bestuurder op zich en hoogstens van belang is voor het bepalen van de schadevergoeding. “Gelet op de ernstige gevolgen, die een aanvaring voor beide partijen kan hebben, is het in alle gevallen beter het zekere voor het onzekere te nemen”, aldus het hof.