Spaar- en kredietcoöperaties in problemen’

Willemstad – Minister van Financiën George Jamaloodin (MFK) heeft de koepelorganisatie van spaaren kredietcoöperaties, Fekoskan, te kennen gegeven niet mee te werken aan het invoeren van de concept-Landsverordening regelende de vrijstelling van deze coöperaties voor de winstbelasting. Dit blijkt uit een schrijven van Fekoskan aan Statenvoorzitter Ivar Asjes (PS). Hoewel de concept- Landsverordening nog wel door de Staten van de Nederlandse Antillen werd goedgekeurd, zal de minister de wet niet afkondigen. Hij voelt zich hierbij gesteund door de adviezen van de Raad van Advies (RvA) en de Sociaal Economische Raad (SER). ,,Voor Fekoskan is deze beslissing een harde klap”, aldus de brief. Fekoskan: ,,Het betalen van winstbelasting, als er sprake is van winst, is enigszins begrijpelijk. Het probleem is de betaling van de winstbelasting met terugwerkende kracht tot 2005. Dit leidt voor sommige leden tot een ondraaglijke last op hun financiële huishouding en in sommige gevallen is dat zelfs zo erg, dat de coöperatie daardoor failliet zal worden verklaard. Sommige leden zouden dan tussen de 2,5 en 12 miljoen gulden aan winstbelasting moeten betalen.” Ook door de verlaagde rente bij banken zullen sommige spaar- en kredietcoöperaties die daar hun tegoeden hebben belegd, het loodje leggen, zo voorspelt Fekoskan. Dit heeft ook weer gevolgen voor de liquiditeit en cashflow bij lokale banken en op de lange duur weer voor de overheidsinkomsten. Spaar- en kredietcoöperaties zijn verenigingen die hun leden verschillende vormen van sociale ondersteuning bieden en zijn sterk gebaseerd op vertrouwen. Gevreesd wordt dat dit gebrek aan vertrouwen zich als een olievlek zal uitbreiden naar andere coöperaties. Niet alleen werknemers van de coöperaties komen op straat te staan, ook de arbeidsproductieve leden zullen een klap krijgen en hun spaarcenten verloren zien gaan. Fekoskan benadrukt niet onwelwillend te staan tegenover de winstbelasting, maar wel tegen de terugwerkende kracht met vijf jaar.

Bron: Antiliaans Dagblad