Nieuwsbericht | 26-03-2012
De scholen in Caribisch Nederland ontvangen de komende vier jaar extra geld om leraren te werven. Het gaat om een totaalbedrag van ruim zes miljoen dollar (4,5 miljoen euro) tot en met 2015. Dit hebben minister Van Bijsterveldt en staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs besloten.
Extra maatregelen
Het geld uit het budget van Zijlstra is bedoeld om het voor leraren aantrekkelijker te maken om in Caribisch Nederland te gaan werken. Eerder stelde OCW al 1,3 miljoen dollar structureel beschikbaar om de salarissen van leraren in Caribisch Nederland te verbeteren. Het extra geld is bedoeld voor scholen voor primair onderwijs, voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
Vacatures
Minister van Bijsterveldt is tijdens haar bezoek in 2011 aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba geconfronteerd met zorgen over de hoogte van de lerarensalarissen en de problemen die scholen ondervinden bij het werven van leraren. De scholen in Caribisch Nederland hebben te maken met relatief veel vacatures, onder andere door het grote verloop van leraren. Het huidige aanbod van (gekwalificeerde) leraren op de lokale arbeidsmarkt is niet toereikend om in alle vacatures te voorzien.
Volgens Van Bijsterveldt en Zijlstra is dat problematisch, want goed onderwijs vergt voldoende en kwalitatief goede leraren. “Leraren zijn cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs en onmisbaar voor de verbetering ervan. Daar moet ook een reële vergoeding tegenover staan. Op deze manier willen we het voor leraren aantrekkelijker maken om docent te worden in Caribisch Nederland”, aldus de bewindslieden.
Mogelijkheden voor scholen
Het uitgangspunt is dat de scholen eerst zoeken naar geschikte leraren in Caribisch Nederland en de Caribische regio zélf. De scholen hebben echter aangegeven dat dit vaak niet lukt. Wanneer de scholen proberen om (tijdelijk) leraren uit Europees Nederland te werven, schrikken deze leraren vaak terug vanwege de lagere salarissen dan in Europees Nederland en de extra kosten die zij vaak moeten maken. De leraren moeten verhuizen en krijgen te maken met nieuwe arbeidsvoorwaarden. Scholen kunnen het geld dat nu tijdelijk extra beschikbaar komt, gebruiken om leraren hierin te compenseren. Hierbij valt te denken aan het dichten van het pensioen- en AOW-gat en een verbetering van de tegemoetkoming in de reis- en verhuiskosten. Het staat de scholen vrij de tijdelijke extra middelen naar eigen inzicht in te zetten om leraren tegemoet te komen. Als daar behoefte aan is, kan het ministerie van OCW de scholen helpen bij de praktische invulling.