Minister van Justitie Elmer ‘Kadè’ Wilsoe (Pueblo Soberano) had een lang betoog aan de Staten nodig over zijn inmenging in het strafrechtelijk onderzoek Bientu naar nummerbaas Robbie dos Santos, om iets uit te leggen wat eigenlijk heel kort is samen te vatten in wat hij écht wil: het opheffen van de consensus- Rijkswetten die in 2010 zijn aangenomen.
Wilsoe gebruikt zijn bevoegdheid om de procureur-generaal een instructie te geven (de aanwijzingsbevoegdheid) om zich in het onderzoek te mengen. Rechter Bob Wit (thans Caribbean Court of Justice) schreef in 2009 een reactie op de discussie rond de aanwijzingsbevoegdheid.
Deze discussie werd gevoerd ten tijde van het referendum (Si/Nò) waarin de bevolking zich diende uit te spreken of ze het eens waren met de staatsrechtelijke invulling voor de naderende, autonome status op 10-10-‘10.
Dit referendum gaf met 52 procent de doorslag voor de uitonderhandelde staatkundige afspraken met Nederland.
Bob Wit: “De toetsing van de instructie van de minister van Justitie door het hof kan aan de ene kant, uitsluitend op grond van het algemeen belang, het OM tot actie aansporen. Anderzijds voorkomt deze regeling, zo veel mogelijk, dat de minister op grond van persoonlijke of (partij-) politieke overwegingen ingrijpt in opsporing en vervolging.”
Deze rechts-beschermingsregeling bestaat niet in Nederland. De Nederlandse minister van Justitie heeft wel een algemene en bijzondere aanwijzingsbevoegdheid (in eigen land).
Blijkens artikel 128 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie gaat deze bevoegdheid heel ver. Het is volgens Wit niet een systeem dat verdient te worden overgenomen in de nieuwe landen.
“Dat is niet omdat wij ‘mindere mensen’ zijn, maar omdat in kleine gemeenschappen met jonge democratieën het gevaar van machtsmisbruik vaker om de hoek ligt. Dit is ook door vele jonge staten erkend en men ziet daarom dat in veel van die staten (Suriname, Trinidad, Jamaica) ervoor gekozen is om, bij gebrek aan beter, de vervolgingsinstantie (OM) geheel onafhankelijk te maken van de minister van Justitie.”
Wit vervolgt: “Dit leidt overigens met enige regelmaat tot spanningen tussen het OM en de minister, aangezien laatstgenoemde zich wel verantwoordelijk weet voor de vervolging, maar daarop geen invloed kan uitoefenen. Er zijn dan ook de nodige rechtszaken geweest tussen ministers van Justitie en het hoofd van de vervolgingsinstantie (bij ons de PG), welke tot rechterlijke interventies en uitspraken hebben geleid (bijvoorbeeld in Trinidad, Fiji en Namibië). De verhouding politiek-vervolging is, kortom, een wereldwijd probleem waarvoor steeds weer nieuwe oplossingen worden gezocht.”
De consensus-Rijkswetten die onder de voormalige regering van de Nederlandse Antillen tot stand kwamen, waren zeer tegen de zin van het Nò-kamp in de verhitte discussie die toen heerste rond het referendum. Het leeuwendeel van de Nee-stemmers is immers voor meer autonomie. In het geval van de aanhangers van partij Pueblo Soberano, de partij waarvoor Wilsoe minister is, is de meerderheid voor onafhankelijkheid van het eiland.
Grote angel van zo’n consensuswet als Openbaar Ministerie, maar ook politie, is dat deze niet alleen door Curaçao kan worden beëindigd. Daarvoor is instemming van alle partners in het Koninkrijk der Nederlanden nodig, waar Curaçao nu nog steeds deel van uitmaakt.
PS-leider Helmin Wiels heeft nooit verhuld dat hij voorstander is van een harde lijn, en minder van de dialoog. De evaluatie van de consensus- Rijkswetten zal plaatsvinden in 2015. Maar dat duurt kennelijk te lang. In 2014 zijn er immers weer verkiezingen. Bovendien zit de PS nu in de coalitie. Je moet het ijzer smeden als het heet is.
Dat is wat Wilsoe nu lijkt te doen. Het inzetten van een ramkoers waarbij de grenzen steeds weer verlegd worden met als laatste de voorgenomen instructie van de minister om het Bientu-onderzoek te laten stoppen. De minister laat zich onder andere bijstaan door jurist Eldon ‘Peppie’ Sulvaran, een aanhanger van het Nee-kamp. Deze vertegenwoordigt ook nummerbaas Robbie dos Santos. En hij is een kruistocht begonnen tegen misstanden binnen het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof. Toevallig is onder meer PS ook voorstander van een doorlichting van dat laatstgenoemde.
Inmiddels is de vertrouwensbreuk tussen minister Wilsoe en procureur-generaal Dick Piar van het OM een feit. Piar weigerde een instructie op te volgen van Wilsoe inzake het opheffen van het beslag op rekeningen van de nummerbaas. Over en weer wordt met argumenten gesmeten over wie gelijk heeft: is de beslaglegging wel of niet rechtmatig?
Wilsoe wendde zich zelfs tot het hoogste orgaan in de VS met het verzoek om in te grijpen. Het is een welles- nietes-kwestie geworden waarin in dit geval maar één orgaan zich over uit kan spreken: datzelfde gewraakte Hof van Justitie.
Want Sulvaran kan ook namens Dos Santos in hoger beroep gaan, en zelfs tot de Hoge Raad, nu het OM weigert de beslaglegging op de rekening op te laten heffen. Het is ook dit hof waaraan de voorgenomen instructie móet worden voorgelegd. De drie rechters moeten toetsen of deze instructie rechtmatig is. Dat staat zo in diezelfde vermaledijde consensus-Rijkswet. Daar valt geen speld tussen te krijgen.
Maar hoe moet het nu verder? Het parlement blijft vooralsnog stil. En in Nederland lijkt het demissionaire kabinet- Rutte wel andere zaken aan zijn hoofd te hebben dan de ruzie tussen Wilsoe en Piar. Al is er vanuit de Tweede Kamer wel al zeer afkeurend gereageerd. Maar de woorden ‘ingrijpen’ of ‘waarborgfunctie’ heeft niemand nog in de mond genomen. Het OM is in het recente verleden vaak genoeg teruggefloten dan wel door het hof op de vingers getikt in onderzoeken naar strafzaken.
In 2004 werden de verdachten in de Campo II-zaak (visa voor prostituees) ontslagen van rechtsvervolging omdat het hof vond dat het OM onvoldoende bewijs had voor de strafbare feiten. Ook toen had een minister van Justitie zich in het onderzoek geprobeerd te mengen.
Het Zambezi-onderzoek naar corrupte politici op Bonaire was al gestopt door het hof, ware het niet dat door een klachtmogelijkheid bij datzelfde hof de zaak kon worden voortgezet. Het OM besloot in 2010 de vervolging van drugsverdachten te staken vanwege fouten door een Nederlandse rechercheur die hiervoor onlangs is berispt. En in het grote drugsonderzoek Rutbei kwamen de verdachten er in hoger beroep met een aanzienlijk lagere straf heel goed van af.
Aan de ene kant hebben deze grote onderzoeken inderdaad heel veel geld gekost. Maar aan de andere kant blijkt dat, kort door de bocht gezegd, het principe van de rechtsstaat uiteindelijk wel te functioneren. Dus ook in het Bientuonderzoek zal het recht uiteindelijk zijn beloop moeten hebben, zonder inmenging door de minister van Justitie.
Eerlijk duurt immers het langst.
Bron: Amigoe