
WILLEMSTAD — Terwijl de carnavalskoorts op Curaçao stijgt met het begin van het Tumbafestival vanavond, had de directie van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) voor vanochtend een vergadering van de Raad van Commissarissen (RvC) belegd om onder andere voorstellen en afronding van de Terms of Reference (ToR) voor een operational audit dan wel een integriteitsonderzoek te bespreken.
Minister van Financiën José Jardim heeft herhaaldelijk verklaard dat De Nederlandsche Bank is gevraagd de ToR op te stellen. Dit is inmiddels gedaan en de regeringen van Curaçao en St. Maarten hebben een overeenstemming hierover bereikt. De minister was alleen nog in afwachting van een reactie van de Raad van Commissarissen (RvC).
Maar de RvC-vergadering van vandaag wekt de indruk alsof nooit eerder over de ToR beslissingen zijn genomen. De Curaçaose leden van de RvC zijn ook niet komen opdagen voor de vergadering van vanochtend. Wat ook opmerkelijk is, is dat de vergadering samen valt met het bezoek van de Nederlandse minister van Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk (PvdA).
Deze impasse tussen Curaçao en St. Maarten voor wat betreft de toekomst van de CBCS heeft ook de aandacht van de Rijksministerraad. Die had al aangegeven dat dit probleem opgelost moet worden. Volgens geruchten in de wandelgangen van CBCS neigt de Koninkrijksregering naar het onder toezicht stellen van de CBCS omdat er maar geen einde komt aan de impasse.
Door deze vergadering op te roepen worden de noodzaak en de urgentie van het onderzoek niet ingezien, vinden de Curaçaose leden van de RvC die herhaaldelijk hebben betoogd dat de impasse door toedoen van bankpresident Emsley Tromp is ontstaan.
De obstructie en vertraging van het onderzoek zijn al een tijd gaande, vinden zij, terwijl de RvC bij herhaling heeft vastgesteld dat er een onderzoek naar bepaalde handelingen van Tromp moet komen op basis van mogelijk ongewenste, onregelmatige, onrechtmatige en/of strafbare handelingen.
Zoals bekend hebben de commissarissen Glenn Camelia, Lincoln James en Renny Maduro in een brief van 12 september, gericht aan de vermogensgerechtigden, duidelijk gemaakt dat zolang Tromp zich niet onvoorwaardelijk onderwerpt aan een onderzoek zoals bij eerdere raadsvergaderingen is vastgesteld, zij niet met de bankpresident zullen vergaderen.
In deze brief hebben genoemde commissarissen opgesomd hoe Tromp op verschillende momenten hen getracht heeft te misleiden.
Ook hebben de commissarissen in die brief de vermogensgerechtigden erop gewezen dat ondertussen de helft van de post kapitaal en reserves is uitgezet in twee leningen:
- de obligatielening van Aqualectra uit 2009
- en de garantie op de obligatielening ten behoeve van de St. Maarten Harbour Finance van februari 2012.
Beide leningen heeft Tromp verstrekt zonder medeweten van de commissarissen en zonder toetsing door de beleggingscommissie terwijl het om zeer riskante leningen gaat. Aqualectra is namelijk nagenoeg failliet.
In deze brief wijzen de commissarissen de vermogensgerechtigden erop dat in het halfjaarlijkse rapport van het College financieel toezicht (Cft) van juni vorig jaar blijkt dat eind 2009 toen de Aqualectra-emissie plaatsvond, dit bedrijf een negatieve algemene reserve had van 235 miljoen gulden.
Een harde conclusie die de commissarissen in de brief van 12 september dan ook trekken is dat ‘Tromp uiterst onzorgvuldig omspringt met de aan de bank toevertrouwde middelen’.
De commissarissen stellen in de brief dan ook dat ‘geen enkel zichzelf respecterende RvC zich op deze manier laat bejegenen’.
Ten slotte deden ze toen ook een beroep op de vermogensgerechtigden om een en ander te doen geschieden opdat de door alle leden geaccordeerde integriteitstoets zo spoedig mogelijk kon beginnen.
Ze stellen keihard geen vertrouwen te hebben in Tromp.
Bron: Amigoe