Uw ingezonden brief in de Knipselkrant Curaçao?
Stuur uw brief voor 17:00 uur naar emailadres: [email protected]
Wij publiceren uw brief zonder in te korten………….
RUIM EEN week geleden heeft een tweetal staatsrechtexperts (Arjen van Rijn en Lodewijk Rogier) in een helder stuk betoogd dat in bepaalde crisissituaties een demissionaire regering in het zicht van nieuwe verkiezingen alsnog plaats kan maken voor een interim-kabinet.
Een dag later heeft Douwe Boersema, eveneens staatsrechtexpert, betoogd dat hun conclusie kort door de bocht is en geen rekening houdt met de ‘vanzelfsprekend complexe werkelijkheid’.
De beide argumentaties lezend is mij opgevallen hoe verschillend deze van aard zijn.
Van Rijn en Rogier denken oplossingsgericht en zoeken naar argumenten waarom de oplossing van een interim-kabinet staatsrechtelijk onjuist zou kunnen zijn.
Hun conclusie is dat het staatsrecht die mogelijkheid biedt.
Boersema maakt de indruk een timmerman te zijn, die bezig is het huis van het staatsrecht stevig dicht te timmeren.
De bestuurlijk-politieke werkelijkheid was en is nog steeds complex, maar juist Boersema gaat in mijn ogen aan die complexe werkelijkheid voorbij en legt die nogal hardhandig op het stevig getimmerde procrustesbed van het staatsrecht.
Pas je niet, dan hakken we een stukje eraf of rekken je wat op.
Hoe zag die complexe werkelijkheid eruit?
Boersema legt veel nadruk op de vertrouwensregel.
Een minister of een regering stapt op indien de meerderheid van het parlement het vertrouwen opzegt.
Het spreekt vanzelf dat de parlementariërs niet moeten aankomen met het argument dat de minister dient op te stappen omdat zijn gezicht hun niet aanstaat.
Er dienen zwaarwegende en duidelijke argumenten te zijn om het vertrouwen in een minister op te zeggen.
Datzelfde geldt voor het recht van de regering om het parlement te ontbinden.
We leven niet in Engeland waar de regering het parlement naar huis mag sturen als zij denkt dat dit politiek opportuun is.
In ons Koninkrijk zijn er in principe elke vier jaar parlementsverkiezingen.
Om een parlement te ontbinden, moet de regering duidelijk kunnen aangeven dat met deze parlementaire samenstelling het land niet regeerbaar is en bovendien niet langer gezien kan worden als de vertegenwoordiger van het volk, zodat verkiezingen soelaas kunnen bieden.
Persoonlijk denk ik dat het voorstel tot ontbinding van de Staten en het snelle tekenen ervan door de gouverneur begin augustus randje kantje was.
Vanaf dat moment is het kabinet dus demissionair.
Het parlement daarentegen behoudt zijn volle bevoegdheden tot het moment dat de nieuwe leden na verkiezingen zijn benoemd.
Het eerste wat een demissionaire regering te doen staat, is verantwoording afleggen aan het parlement en vaststellen welke lopende zaken kunnen worden afgehandeld en welke zaken moeten blijven liggen tot een volgende regering.
Het parlement ziet er vervolgens op toe dat dit gebeurt.
Om een voorbeeld te geven, 2,5 jaar geleden besloten de beide Nederlandse Kamers het toenmalige demissionaire kabinet groen licht te geven om de voorbereidingen voor de magische datum 10-10-‘10 waarop onder meer Curaçao een autonoom land zou worden, voort te zetten. Een parlement gaat ervan uit dat een gevallen en demissionaire regering zich netjes aan de afspraken houdt.
(Morgen deel 2)
BREDE KRISTENSEN
Curaçao