27 C
Willemstad
• donderdag 28 maart 2024

Extra | Journaal 26 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, March 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 25 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, March 22, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 22 maart 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, March 21, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

Column Vaders | Landen van lafenis (3)

HomeAuteursColumn Vaders | Landen van lafenis (3)

Column Hans Vaders | ‘Koning keukenprins’

Column Hans Vaders | Landen van Lafenis - Haïti
Column Hans Vaders | Landen van Lafenis – Haïti

‘Haïti Cherie’, maar ik ben mijn trouwring kwijt. Had ik er maar niet op mijn balkon op de zesde verdieping van hotel Christophe mee moeten spelen. Tergend langzaam rolde het speeltuig over de gladde rand. In het dal gloeiden de houtskoolvuren. Een slechte voorbode?
Zanger Harry Belafonte vertolkte dit lied reeds jaren geleden: ‘Haïti Cherie’; Haïti, bergachtig lieflijk eiland, het land van Taíno-prinses Anacaona.
En er was een tijd dat schrijver Graham Greene in hotel Oloffson bivakkeerde en gestaag werkte aan zijn boek ‘The Comedians’, de eens zo vruchtbare hellingen nog bedekt waren met weelderige vegetatie en een overvloed aan landbouwproducten iedere dag vanuit de Plaine de l’Artibonite in de Marché en Fer, de IJzeren Markt in Port-au-Prince, werd verhandeld.

Een tijd van rust en strikte orde. En hoe kan het ook anders nadat in 1957 een eenvoudige plattelandsarts, François ‘Papa Doc’ Duvalier, zich vanuit de provincie in de hoofdstad vestigde en met zijn privélegertje – de tontons macoutes – terreur en verderf  zaaide als zelfbenoemd president voor het leven.

Nog steeds werkt zo’n 66 procent van de Haïtiaanse bevolking, het vroegere land van de Taíno-Arawakken, in de agrarische sector, in eerste instantie om zelf te overleven. Een sober bestaan waarbij misoogsten eerder regel dan uitzondering zijn op dit orkaan- en aardbevingsgevoelige deel van het vroegere Hispaniola. Op het platteland werd en wordt altijd al op bescheiden voet geleefd. Dit betekent ook dat men in de keuken zeer inventief werd in het gebruik van de nu vaak schaarse ingrediënten. Kookgewoonten, bijvoorbeeld het gebruik van kruiden, zijn overwegend van Afrikaanse en Indiaanse oorsprong, waarbij de basis van vele gerechten wordt gevormd door rijst, bonen, maniok, bakbanaan, kip en aan de kust vis en schaaldieren. De meeste mensen eten seizoensgebonden, want elektra, laat staan een koelkast is meestal niet voorhanden.

Maar de oude Franse invloed blijft alom aanwezig, van Cap-Haïtien in het uiterste noorden, hoofdstad Port-au-Prince en koffiestad Jacmel in het zuiden. De Haïtiaan is mijns inziens één van de meest trotse bewoners van het Caribisch gebied. Na een opstand van meer dan een decennium eind achttiende eeuw tegen de Franse kolonisator die onder anderen generaal Charles Leclerc, de zwager van Napoleon Bonaparte, met 30.000 troepen naar het eiland van de gele koorts stuurde, werd het land als eerste in de Caribische regio in 1804 onafhankelijk. Het goede werd bewust overgenomen: de Franse taal en keuken, een stuk hapklare cultuur uit de oude wereld en het op Franse leest geschoolde onderwijs met de mogelijkheid talentvolle landskinderen naar de Sorbonne Universiteit in Parijs te sturen.

Zes uur in de vroege ochtend en het klettert zoals gewoonlijk weer op de daken. Tegen een uur of zeven is de regenhoos weggetrokken en klimt een felle zon op boven de gekartelde bergketens van Kenscoff. Die vrijwel dagelijkse regen; het valt daarom wel te verklaren dat Haïti – waar het nog enig natuurschoon bezit – zo’n prachtige weelde tentoonspreidt. Jammer dus van al die kale, geërodeerde hellingen waar door intensieve houtkap omwille van de houtskool, het water vrij spel kreeg en de vruchtbare aarde in modderwaaiers meevoert.

Houtskool – die prikkelende geur van houtskool en voornaamste brandstof voor vele inwoners, doet me denken aan het Île de la Tortue, Tortuga, waar piraten eens hun eigen ‘republiek’ bestierden. Vaak trokken ze naar de noordkust van Haïti om daar wilde varkens, liefst biggen te vangen die ze ter plaatse bereidden op een rooster met daaronder een houtskoolvuur. Die boekaniers waren de facto de uitvinders van de huidige barbecue.

Met mijn gids Lucien drink ik in een rumoerige plaats van lafenis de met stip beste rum van het Caribisch gebied. Het Dominicaanse barmeisje komt met een volle fles Barbancourt Réserve du Domaine, vijftien jaar oud, die over de tong vloeit als een verfijnde Franse cognac. Een Haïtiaanse gewoonte. Je schenkt uit de literfles en rekent daarna de geconsumeerde hoeveelheid af. De volgende klant krijgt dezelfde fles waarbij op die fles een streepje wordt aangebracht. Goedkoop overigens in een land waar dollars meer dan welkom zijn en je voor een luttel aantal green backs heel wat gourdes toegeschoven krijgt van de illegale geldwisselaars.

Henri Christophe baatte in zijn jonge jaren een hotelrestaurant uit in Cap-Haïtien, waar hij vele grand blancs, schatrijke blanke Franse planters over de vloer kreeg. In 1811 werd hij koning van Haïti. Van keukenprins tot koning lijkt me een mooie carrière. Christophe hield van copieus tafelen in stijl. In zijn dagverblijf Sans Soucie en de daarboven op een bergtop uittorende grimmige Citadelle Laferrière die hij door Franse ingenieurs had laten ontwerpen, bezat hij ruime luxueuze eetvertrekken en dito keukens en liet door Franse koks de meest verfijnde gerechten prepareren als de echte zonnekoning van noordelijk Haïti. Zijn gasten vermaakte hij soms door een peloton soldaten van de muur van de vesting af te laten marcheren regelrecht het diepe ravijn in. En die Franse ingenieurs? Hun zeilschip ontplofte zonder enige aanleiding in de baai nadat ze zich – rijkelijk beloond – hadden ingescheept voor de terugtocht naar het vaderland. Geheimen moeten geheim blijven. Henri Christophe schoot zich in 1820 ook geheel in stijl voor het front van zijn troepen en gezeten op zijn schimmel een zilveren kogel door het hoofd. Tragiek, Frans melodrama tot in de finesses uitgewerkt. Deze feiten hebben niets te maken met culinair Haïti. Die Franse chefs bleven dus en Franse chefs zijn er nog steeds in veelvoud te vinden.

Lees meer…

Bron: Facebook Hans vaders

Landen van lafenis – serie columns van auteur Hans Vaders over de cultuur van eten en drinken in diverse verschillende landen

Dit artikel is geplaatst in

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties