Juridische column mr. Frank Kunneman
Op de valreep van het oude jaar is in Nederland Jaap Möllenkamp, voormalig bestuurder van socialewoningbouwcorporatie Rochdale, veroordeeld tot twee en een half jaar gevangenisstraf. Dat is voor Nederlandse begrippen een ongehoord hoge straf, zeker voor zogenaamde witteboordencriminaliteit. Möllenkamp kon privé en zakelijk niet scheiden. Hij had zichzelf verrijkt, en reed in een Maserati rond van gelden die eigenlijk aan woningbouw hadden moeten worden besteed. Vanuit het oogpunt van corporate governance is deze uitspraak zeer interessant.
Hij laat bijvoorbeeld zien dat de rechterlijke macht steeds strenger wordt jegens bestuurders die zich niet integer gedragen. In het vonnis wordt met zo veel woorden overwogen dat Möllenkamp een voorbeeldfunctie had als bestuurder en dat hij het vertrouwen van de samenleving heeft geschaad door zich als bestuurder niet integer op te stellen: meineed, valsheid in geschrifte, belastingfraude. Pats, twee en een half jaar gevangenisstraf. Was hij geen bestuurder geweest, dan was hem dit gedrag wellicht minder zwaar aangerekend.
In voor hem betere tijden werd Möllenkamp in Amsterdam ’de Zonnekoning’ genoemd. Nu is hij het symbool geworden van de niet minder dan twintig op drift geraakte tycoons van woningbouwcorporaties en -stichtingen die de afgelopen jaren in Nederland door slecht toezicht, fraude en corruptie en door slechte investeringen in zwaar weer zijn geraakt.
Wat zijn de lessen? Stichtingen en corporaties zijn geen lieve, sympathieke instellingen waar lieve en idealistische mensen de samenleving verbeteren met hun goede intenties en met hun ijverige en belangeloze werk.
Veel stichtingen en corporaties zijn bedrijven die midden in de samenleving staan. Zij zijn onderdeel van het normale maatschappelijke krachtenveld, met al zijn uitdagingen en verleidingen. Daar hoort professionaliteit bij. Daar horen checks and balances bij. Controle en toezicht. Transparantie en verantwoording. Kortom: goede corporate governance.
Voor de toezichthouders in de stichting geldt dit evenzeer. Zij zijn aansprakelijk voor de kwaliteit van hun toezicht op de bestuurders in deze instellingen. Als het bestuur ontspoort, is per definitie het toezicht ook ontspoord.
Nog niet zo lang geleden werd deze maat in het vennootschapsrecht nog niet zo precies genomen. De nestor van ons vennootschapsrecht, prof. mr. Willem van der Grinten, meende nog in de jaren zeventig van de vorige eeuw dat interne aansprakelijkheid van bestuurders in Nederland geen issue was. Immers, ‘Heren lossen hun interne problemen als heren op’.
Die tijd is voorbij. Zowel de tijd van de ‘Heren’, als de tijd van interne oplossingen. De maat wordt genomen, vaak in het openbaar. Het lastige is daarbij dat niet altijd duidelijk is wat die maat is: wat kan wel door de beugel en wat niet?
Gedrag dat tien jaar geleden nog normaal was (tijdens een dienstreis met de creditcard van de stichting de maaltijden afrekenen) is nu niet meer zo normaal. Minimaal moet verantwoord worden wat er is uitgegeven. Met het hele bestuur naar het buitenland is ook niet meer zo normaal.
Wat is passend gedrag voor heren en dames? In de zaak van Möllenkamp was dat duidelijk, maar dat geval was in zekere zin extreem. Zoals meestal zitten het venijn en de onzekerheid in het grijze gebied. Wat kan wel en wat kan niet (meer)? Er is wel degelijk een oplossing of beter gezegd een aanpak voor dit vraagstuk.
Je moet als bestuur en raad van toezicht met regelmaat intern aandacht geven aan de integriteit van de organisatie en je eigen integriteit. Openheid en uitleg zijn daarbij sleutelbegrippen. Heel nuttig is een ‘dilemmatraining’. Aan de hand van concrete dilemma’s kunnen bestuurders en toezichthouders met elkaar bespreken en aftasten waar in de organisatie de grenzen liggen.
Actie is gemakkelijk. Voor actie in de juiste richting is besef en inzicht nodig. Bij morele dilemma’s is gezamenlijk inzicht nodig. Bij het ontbreken daarvan ontspoort onherroepelijk de hele organisatie, ook de brave stichting.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunnenman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.
Bron: Antilliaans Dagblad