Willemstad – Op papier zijn voor 2013 de uitgaven gelijk aan de inkomsten van het Land Curaçao. Zo blijkt uit de verzamelde consolidatiestaat bij de ontwerpbegroting 2013, zoals onlangs – drie maanden te laat – aan de Staten aangeboden.
Ook elders in de overheidsbegroting voor volgend jaar wordt in de toelichtingen uiteengezet dat er niet alleen voor 2013, maar ook ‘meerjarig’ wordt uitgegaan van een ‘begroting in evenwicht’.
Het zogeheten eindcijfer van de Gewone Dienst bedraagt 1.618.176.900 gulden (ruim 1,6 miljard); het eindcijfer van de Kapitaaldienst is 270.445.500 gulden (270 miljoen); en daarmee is het eindcijfer van de begroting 1.888.622.400 gulden (bijna 1,9 miljard).
In de Nota van Financiën wordt tevens inzicht verschaft in de meerjarige cijfers.
Dit dient als instrument om de ‘begrotingstrend’ jaar op jaar in kaart te brengen.
,,De begroting 2013 sluit af met een saldo van nul”
, staat er onder de recapitulatie.
,,De Gewone Dienst en de Kapitaaldienst zijn elk afzonderlijk in evenwicht. Ook meerjarig is de begroting in evenwicht.”
Het eindcijfer van de Gewone Dienst groeit de komende jaren wel: van 1.618,2 miljoen volgende jaar naar 1.667,7 miljoen in 2014, 1.692,3 miljoen in 2015 en 1.774,5 miljoen in het jaar 2016.
De (eerste) begroting 2012 ging nog uit van een overschotsaldo van 44 miljoen op de Gewone Dienst, maar volgens de jongste projectie is sprake van een tekort van 84,1 miljoen.
Voor 2012 is nog geen realisatiecijfer bekend, maar in 2011 was het gerealiseerde tekort op de Gewone Dienst 166,3 miljoen.
Inclusief de Kapitaaldienst komt het projectiesaldo 2012 uit op -92,9 miljoen en het realisatiesaldo 2011 op -127,3 miljoen.
De zogeheten recapitulatie geeft ook inzicht in het zogenoemde primaire saldo.
Dat is het financieringssaldo voor aflossingen exclusief rentelasten.
Dit is het komend jaar negatief, namelijk -176,8 miljoen.
In dit primaire saldo zit een groot bedrag, namelijk 270 miljoen, aan investeringen en vermogensoverdrachten; een stuk meer dan de 64 miljoen hiervoor in de begroting van 2012.
De rentelasten bedragen 52,4 miljoen in 2013 (waarbij wordt uitgegaan van een gemiddelde rente van 3,5 procent).
Daarmee komt het globaal saldo of financieringssaldo uit op – 229,3 miljoen.
En dat is tegelijk de (kortstondige) financieringsbehoefte.
De rentelasten groeien tot 63 miljoen in 2016 als gevolg van het beroep op de kapitaalmarkt om de kapitaaluitgaven te financieren.
In de Rijkswet financieel toezicht is vastgelegd dat Nederland inschrijft op emissies ter dekking van de financieringsbehoefte.
,,Hieruit vloeit voort dat het financieringsrisico nihil is”
, aldus de Nota.