Met vonnis | door Dick Drayer
WILLEMSTAD – Een dag voordat rechter Maroeska Scholte bepaalt of het beslag op de aandelen van de Isla* kan blijven bestaan, heeft rechter Pieter de Kort alvast een voorzetje gegeven voor het andere verzoek van de stichting Schoon Milieu Op Curaçao (SMOC), de Stichting Humanitaire Zorg (SHZ) en 25 bewoners.
Daarin vraagt de milieubeweging om een deskundige te benoemen die moet onderzoeken of Isla de vergunningsnorm voor zwaveldioxide heeft overtreden in 2014. Het huidige (derden)beslag dat is gelegd door de milieugroepen gaat over het jaar 2013.
StAB en TNO
De Kort heeft vandaag bepaald dat zowel de StAB als TNO ieder afzonderlijk moeten berekenen en onderzoeken hoeveel Isla in 2014 aan zwaveldioxide de lucht in stootte en daarmee bijdroeg aan de vervuiling op leefniveau. Over 2013 wees een andere rechter alleen StAB aan om de bijdrage aan de vervuiling te berekenen.
Beide rechters, toen en nu, baseren zich op het vonnis in 2010. Door de beschikking van vandaag valt in ieder geval af te leiden dat de ruimere betekenis van het 2010 vonnis, zoals door de milieugroepen is betoogd in het geding over 2013, gehoor vindt bij de rechter over 2014. Kennelijk wordt het bezwaar van SMOC cs. dat de StAB misschien wel de juiste methode gebruikt, maar niet de juiste toetsinglocatie, door het Gerecht gehoord.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Maar wat de beschikking van rechter De Korte vooral interessant maakt is dat hij oordeelt dat ‘Isla mede verantwoordelijk is voor de overschrijding van het in Attachment F van haar vergunning genoemde maximum voor alle emittenten gezamenlijk van 80 μg/m3 (80 microgram zwaveldioxide per m3). Deze overschrijding was, blijkens de verrichte metingen te Beth Chaim en Kas Chikitu, zowel in 2013 als 2014 aanzienlijk, met alle ongemakken en gezondheidsschade voor met name de benedenwindse bewoners van dien. Dit draagt bij aan het oordeel dat van Isla, gelet op haar belangrijke plaats in de kleinschalige maatschappij van Curaçao, in redelijkheid gevergd kan worden dat zij het voortouw neemt bij het onderzoek en de kosten daarvan voorschiet.’
De Kort stelt nadrukkelijk dat zijn beschikking niet gaat over de vraag of er sprake is van onrechtmatig handelen, overtreding van het verbod in het Hofvonnis en/of verbeurte van de dwangsom. Dat is niet aan de orde. Het Gerecht laat ook in het midden of Isla in 2014 méér heeft bijgedragen aan de SO2-concentratie dan de vergunningsnorm van 80 μg/m3. Maar hij zegt wel dat er gezien de berekeningen van concentraties bij Beth Chaim en Kas Chikitu er sprake is van ‘gezondheidsschade voor met name de benedenwindse bewoners’ van de raffinaderij.
Het deskundigenbericht dat nu door StAB en TNO moet worden opgesteld moet in juni 2016 naar het Gerecht worden gestuurd.
Aandelen Isla
*Morgenmiddag maakt rechter Marouska Scholten bekend of het (derden)beslag dat gelegd is op Curoil, de Maduro & Curiels Bank, Aqualectra, de Asphalt Lake Recovery, Curacao Utilities Company (Boo) en het beslag op de aandelen in Refineria Isla Curaçao B.v. mag blijven bestaan. Als dat zo is, zal de milieubeweging meteen een verzoek bij het Gerecht indienen om het beslag te executeren.
Vooral het beslag op de aandelen van Isla is interessant. Een ieder die wat centjes heeft op de bank kan besluiten aandelen te kopen en mede-eigenaar te worden van de Isla. Die kan dan overigens eieren voor z’n geld kiezen en besluiten om 75 miljoen gulden op tafel te leggen. Maar zover is het nog niet.
Bijlagen: Bewaar het bestand smoc - isla (voorlopig desk bericht).pdf.
Lees hier de beschikking van rechter Pieter de Kort [ ] 107 Kb
Bron: AchterkantVanCuracao
Naschrift KKC
2015 11 09 – SMOC en SHZC vs Isla Raffinaderij PDVSA Deskundigenbericht Uitstoot 2014 TNO STAB
Het lijkt ons dat investeren in de ISLA weinig tot een zeer negatief rendement gaat opleveren. Als Curaçao zich wil onderscheiden als een groene en schone vakantiebestemming, dan moet er nog van alles gebeuren ter bescherming van het milieu. De kost gaat voor de baat uit, maar kennelijk niet waar het de ISLA betreft. Daarvoor zal het Land en de raffinaderij uiteindelijk de verantwoordelijkheid moeten dragen. Het consequent negeren van milieuvervuiling heeft tenslotte ook zijn prijs. Ongestraft ziekten en dood veroorzaken kan in deze tijd niet meer. Blijkbaar is dat nog steeds niet doorgedrongen tot onze bestuurders. Geen moraal, geen mededogen en een ontoereikende opvatting over het beschermen van alle burgers? Optimistisch opportunisme? Dit vinden wij onbegrijpelijk, wie kan het ons goed uitleggen? Renée van Aller&John de Vries