CURAÇAO – “Het is vandaag, 17 augustus, een belangrijke dag. Vandaag herdenken wij de strijd voor vrijheid; de dag van verzet tegen slavernij”, zijn woorden van Statenvoorzitter Ivar Asjes. “Velen hebben hun leven gegeven tijdens de zoektocht naar het heilige recht van een vrij mensen.”
Op 17 augustus 1795 besloten 40 tot 50 slaven van Plantage Kenepa, aangevoerd door Karpata, een strijd te voeren om hun vrijheid te veroveren. Slaven van andere plantages sloten zich aan bij de strijd. Onder leiding van Tula, Karpata en Mercier gingen ongeveer 2000 slaven de strijd aan met het koloniaal bewind. Hierbij verloren veel slaven het leven.
Herdenking en reflectie
Volgens Asjes moet dit een belangrijke dag voor herdenking en grondige reflectie zijn: “een dag van nationale vastberadenheid waarbij onze Curaçaoënaars zich moeten realiseren dat deze strijd doorgaat tot het eindigt in onze souvereiniteit. Een patriotisch bewustzijn is de basis voor vooruitgang van ons allen.”
Koers van het land
“Het is te betreuren dat vorige regeringen onze emancipatorische ontwikkeling hebben geremd. Zij hebben niet gestreden voor de rechten voor de vrijheid van ons volk”, is Asjes van mening.
“Er zijn vele vormen van slavernij en afhankelijkheid en zolang Nederland degene is die uiteindelijk beslist in ons huis, zijn wij niet echt vrij.”
Volgens de Statenvoorzitter moeten de neuzen dezelfde kant opwijzen zodat het volk kan beslissen over de koers van het land. “De strijd voor vrijheid is niet alleen een politieke strijd, het is meer dan dat. Het is een strijd die gebaseerd is op menselijke behoeften, een natuurlijke strijd voor waardigheid en een schreeuw uit het diepste van je wezen. Zonder vrijheid is er geen vooruitgang en kan een volk zich niet als natie ontwikkelen”, aldus Asjes