Herdenking slavenopstand
WILLEMSTAD — Zolang Nederland het laatste woord bij ons heeft, zullen wij nooit echt vrij zijn. Dit stelt Statenvoorzitter Ivar Asjes (PS) in zijn boodschap ter gelegenheid van de herdenking van de Slavenopstand van 17 augustus 1795, de herdenking van de dag van de strijd voor vrijheid.
Op 17 augustus kwam een groep slaven onder leiding van Tula, Karpata en Mercier in opstand. De opstand werd door de toenmalige koloniale regering bloedig neergeslagen.
Volgens Asjes is het vandaag een belangrijke dag, waarop alle Curaçaoënaars stil moeten staan bij het feit dat de strijd voor vrijheid nog niet voorbij is tot deze strijd in een soevereine status eindigt.
Hij spreekt dan ook van de noodzaak van een nationaal compromis.
“Een patriottisch bewustzijn is de basis voor de vooruitgang van ons allemaal.”
Asjes stelt in zijn herdenkingsboodschap het te betreuren dat de vorige regeringen de emancipatorische ontwikkeling van Curaçao in de weg hebben gestaan.
“Zij hebben ingeleverd en hebben niet gestreden voor het heilige recht van vrijheid van ons volk. Er zijn verschillende vormen van slavernij en afhankelijkheid en terwijl Nederland degene is die uiteindelijk beslist wat er in ons land gebeurt, zullen wij nooit echt vrij zijn.”
Volgens Asjes moet iedereen die iets voelt voor Curaçao al zijn gedachten concentreren op het strijden voor vrijheid, zodat het Curaçaose volk de toekomst van het eiland kan bepalen.
“De strijd voor vrijheid is niet alleen maar een politieke strijd. Het is meer dan dat. Het is een strijd die gebaseerd is op menselijke noden. Het is een natuurlijke strijd om waardigheid en een schreeuw die uit de diepte van je ziel komt. Zonder vrijheid is er geen vooruitgang van een volk mogelijk en kan een volk zich ook niet als natie ontwikkelen.”