‘Ziekenhuiszorg Curaçao speelbal van de politiek’
Op voorwaarde dat Keli akkoord is met de wijze waarop hieraan is voldaan, ontloopt het ziekenhuis op het nippertje de maatregelen van bestuursdwang die anders zouden worden opgelegd.
De verzoeken waaraan het CMC heeft voldaan, hebben alles te maken met de wachtlijsten die het ziekenhuis kent, en de – volgens Keli – onvoldoende mate waarin patiënten worden doorverwezen naar het Advent Ziekenhuis, waar zij eerder, zo niet direct, terechtkunnen.
Het CMC heeft maandag bij Keli schriftelijk kenbaar gemaakt voldaan te hebben aan zijn verzoeken, met als bijlagen de gevraagde informatie. Echter, het ziekenhuisbestuur is het niet eens met de beschikking die hen boven het hoofd hing. Zes pagina’s van de in totaal acht pagina’s tellende brief gaan over de redenen waarom zij zich hier niet in kunnen vinden.
Zo zou er juridisch geen grond zijn waarop het CMC verplicht is om patiënten door te verwijzen naar een ander ziekenhuis.
Er wordt verwezen naar artikel 10 lid 3 van de Landsverordening zorginstellingen. Hierin is bepaald: ,,De zorgaanbieder streeft ernaar dat door middel van afstemming met andere zorginstellingen en zorgverzekeraars de continuïteit van de zorg in redelijkheid gewaarborgd is.”
Het CMC-bestuur zegt hierover: ,,In tegenstelling tot wat de Inspectie kennelijk meent, kan hierin geen algemene verplichting van het CMC tot doorverwijzing van patiënten worden gelezen. Het artikel strekt er slechts toe om een inspanningsverplichting voor zorginstellingen in het leven te roepen, met als doel om de continuïteit van zorg te waarborgen, indien een doorverwijzing plaatsvindt.”
Toch zegt het CMC er wel positief tegenover te staan om patiënten die al lang op de wachtlijst staan, door te verwijzen naar Advent. ,,Dat is echter niet zo eenvoudig als de Inspectie het doet voorkomen. Een groot deel van de patiënten die op de wachtlijst staat, kán niet eens worden doorverwezen. Wij hebben de redenen daartoe al eerder uitgebreid toegelicht, onder meer in de brief van 30 juni 2023 aan u”, zo schrijft het CMC, dat vervolgens de redenen nog eens opsomt.
Daarnaast heeft het CMC ook forse kritiek op de overwegingen die in de beschikking worden genoemd: ,,Meerdere overwegingen zijn aantoonbaar onjuist, hetgeen de Inspectie ook weet. Het heeft er dan ook alle schijn van dat de beschikking is opgesteld door iemand die niet over de juiste of volledige informatie beschikt. Het feit dat de beschikking berust op onjuiste overwegingen, maakt de beschikking, naast inhoudelijk onjuist, ook in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel.”
In de afsluiting van de brief, merkt het CMC-bestuur op dat zij de handelswijze van de Inspectie niet alleen schadelijk vinden voor het CMC en de daar werkzame zorgverleners. Ook vinden zij het schadelijk voor het vertrouwen dat de gemeenschap moet kunnen hebben in de gezondheidszorg van Curaçao.
,,Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de gezondheidszorg van Curaçao in het algemeen en de ziekenhuiszorg in het bijzonder een speelbal zijn geworden van de politiek. De Inspectie zou zich daar niet voor moeten lenen”, aldus het ziekenhuisbestuur.
Bron: Antilliaans Dagblad