WILLEMSTAD — In het kader van de onlangs aan het licht gekomen ontuchtzaken bij Kinderoorden Brakkeput, organiseerde PSI-Skuchami vanochtend een workshop over het hanteren van beheer en protocol binnen internaten.
Teun Siersema, zorgmanager bij Combinatie Jeugdzorg in Eindhoven, leidde de workshop. Hij stelt dat er landelijk één protocol moet worden uitgevoerd bij preventie en optreden van seksueel misbruik.
“De directie van een instelling moet bij melding van seksueel misbruik binnen twee weken een commissie instellen voor onderzoek, en de werknemer moet geschorst of op non-actief gezet worden”, aldus Siersema. “Het belangrijkste is de veiligheid van de kinderen. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met de overige werknemers.” Hij stelt verder dat seksualiteit bespreekbaar gemaakt moet worden. Bij een sollicitatiegesprek bij een instelling, waarbij er met cliënten gewerkt wordt, moet men over seksualiteit kunnen praten.
Norman Cicilia, directeur van geestelijke gezondheidszorginstelling PSI-Skuchami, stelt hetzelfde: “Bij een sollicitatiegesprek durft men op Curaçao niet over seksualiteit te vragen, maar dat moet wel zo zijn.” Hij wilt ook dat het taboe rond seksualiteit doorbroken wordt en dat er door middel van de workshop een conceptregeling voor controle opgesteld kan worden. Naast het instellen van een landelijk protocol denkt Cicilia dat er, zoals bij de gezondheidszorg een inspectieafdeling bestaat, een inspectieafdeling bij dit soort instellingen opgezet moet worden. Deze afdeling controleert de gang van zaken binnen de instellingen.
Ontuchtzaken
Over de manier waarop de jongeren door de Gezinsvoogdij Instelling (GVI) uit Kinderoorden Brakkeput zijn weggehaald zegt Siersema: “Het lijkt mij dat de jongeren twee keer zijn gestraft: ze zijn seksueel misbruikt en worden ook nog uit hun thuis gehaald.” Hij stelt dat er een gesprek had moeten worden gehouden met de kinderen, over waarom ze weggehaald zouden worden. “Er had echt in Jip-en-Janneke-taal aan de kinderen uitgelegd moeten worden waarom ze uit het internaat gehaald werden”, aldus de zorgmanager. Hij voegt daarbij toe dat er aan de consequenties van de handelingen tegen de kinderen gedacht moeten worden, omdat ze al getraumatiseerd zijn.
Cicilia stelt dat er bij een geval van seksueel misbruik, door een werknemer van een kind of cliënt, aan de situatie van alle belanghebbenden gedacht moet worden. “De jongere is slachtoffer van seksueel misbruik geworden, de ouders zijn bezorgd en de overige medewerkers voelen zich gebrandmerkt. Er moet met alle betrokkenen op de tafel gezeten worden om tot een besluit te komen.”
PSI-Skuchami heeft in tegenstelling tot GVI haar ruim dertig jongeren niet uit Kinderoorden Brakkeput weggehaald. De directeur zegt: “Doordat wij de kinderen niet hebben weggehaald lijkt het alsof wij seksueel misbruik binnen internaten accepteren. Maar dat is niet zo. We wachten het onderzoek en de uitspraak af. Er moet tevens aan de belanghebbenden gedacht worden. Zo hebben de jongeren aangegeven niet weg te willen bij Kinderoorden Brakkeput en zich veilig te voelen. Wij houden in ieder geval constant controle en toezicht en plaatsen geen jongeren in Kinderoorden Brakkeput zolang er geen onderzoek komt en uitspraak is.”
Op de vraag wanneer het onderzoek start, kan Cicilia geen antwoord geven. “Er is met de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (Soaw), Ruthmilda Larmonie Cecilia, gesproken over de start van het onderzoek, maar door de ontwikkelingen in het kabinet is dit nog niet gebeurd”, aldus de directeur.
Bron: Amigoe