
DEN HAAG — Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken ziet geen reden om een visumplicht voor Venezolanen in te voeren, aangezien Curaçao en Aruba al maatregelen hebben getroffen om de instroom van Venezolanen te controleren.
Koenders schrijft dit in antwoord op vragen van VVD-Tweede Kamerleden Han ten Broeke en André Bosman.
De twee VVD’ers vroegen eerder deze maand naar de mogelijkheid van een visumplicht. Aanleiding was een Amigoe-artikel, waarin de Arubaanse Toerisme-minister Otmar Oduber waarschuwde voor zware politieke gevolgen van een visumplicht. Koenders schrijft dat het instellen of afschaffen van een visumplicht altijd gevolgen heeft voor de relatie tussen landen en voor de mensen die volgens de regels, ofwel bonafide, elkaars land bezoeken.
“De vele bonafide reizigers die Aruba en Curaçao uit Venezuela ontvangen, dragen in aanzienlijke mate bij aan de lokale economie en zijn van groot belang voor zowel het toerisme als de handel. Het invoeren van een visumplicht zou een obstakel betekenen voor een reis naar het Caribisch deel van het Koninkrijk, maar is tegelijkertijd geen garantie dat daarmee minder bonafide of minder kapitaalkrachtige reizigers wegblijven”, aldus Koenders.
Bovendien hebben Curaçao en Aruba beide maatregelen genomen, zoals strengere controles en regels voor het terugsturen van mensen zonder verblijfsvergunning. Het invoeren van een visumplicht is wel met Nederland besproken, maar werd niet noodzakelijk geacht, aldus de minister.
Ten Broeke en Bosman vroegen ook naar het risico dat Venezolanen vaker voor Bonaire zullen kiezen, als Curaçao en Aruba wel besluiten om een visumplicht in te voeren. Hierop antwoordde Koenders dat het instellen van een visumplicht een Koninkrijksaangelegenheid is, dus dat Nederland altijd betrokken zal zijn bij die beslissing. “Als overwogen zou worden een visumplicht in te stellen, dan zal Nederland die afweging tevens voor Bonaire maken.”
Bron: Amigoe