ORANJESTAD — Cassatie in belastingzaken is vanaf vandaag mogelijk in heel het Koninkrijk. De wetgeving hiervoor werd al op 1 januari 2015 in Aruba ingevoerd, maar de daadwerkelijke uitvoering kon pas ingaan als alle landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk beroepsmogelijkheden hebben.
Dat is inmiddels een feit.
De mogelijkheid van cassatie bij de Hoge Raad, tegen uitspraken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in belastingzaken in de Caribische delen van het Koninkrijk, is tot stand gekomen op initiatief van PDR-fractieleider Andin Bikker. Het ‘amendement Bikker’ werd in 2010 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Dat resulteerde in artikel 15a van de Rijkswet Cassatieregeling. Dat artikel kon echter niet direct in werking treden. Aruba, Curaçao, St. Maarten, Bonaire, Saba en St. Eustatius moesten eerst de mogelijkheid van beroep in belastingzaken bij twee instanties (Eerste aanleg en hoger beroep) mogelijk maken.
Sinds de aanname van het amendement in 2010 drong Bikker via moties herhaaldelijk bij de Arubaanse regering aan om de interne wetgeving aan het amendement aan te passen. Daarnaast bleef Bikker tijdens interparlementaire bijeenkomsten ook de andere parlementen aansporen om beroepsmogelijkheden in belastingzaken wettelijk te regelen. Aruba maakte het hoger beroep in belastingzaken als eerste mogelijk. De BES-eilanden volgden op 30 juni 2015. Curaçao regelde het beroep per 1 januari 2016 en St. Maarten volgde op 30 april van dit jaar.
Bikker is blij met ‘de gelijktrekking van de rechtsbescherming in belastingzaken over de gehele linie in het Koninkrijk’, zo laat hij Amigoe weten. Bovendien is de nieuwe cassatiemogelijkheid volgens het parlementslid ook bevorderlijk voor de rechtszekerheid en het investeringsklimaat. Bikker is bovendien zeer te spreken over ‘een ander positief aspect als gevolg van de uitvoering van het amendement’. Hij doelt op de Belastingkamer van het Gemeenschappelijk Hof die nu zetelt op Aruba. Het Statenlid zegt dat hiermee ‘een soort Salomon’s-oplossing is gevonden voor een jarenlange discussie tussen de landen over waar de algehele zetel van het Gemeenschappelijk Hof zou moeten komen’.
Prejudicieel
In maart van dit jaar zorgde een ander amendement van Bikker al voor een verbetering van het proces rondom belastingzaken. Toen werd een wetswijziging aangenomen die rechters de mogelijkheid geeft om een fiscale procedure aan te houden, zodat vragen gesteld kunnen worden aan de Hoge Raad. Deze vragen, een zogeheten prejudiciële procedure, geven sneller inzicht en duidelijkheid over hoe de Hoge Raad een rechtsvraag zal beantwoorden. Dat is volgens Bikker ‘kostenbesparend en efficiënt voor alle partijen die bij een belastingzaak betrokken zijn’.
Bron: Amigoe
Met mijn zaak nr. CUR2016H00001 denk ik dat ik de eerste ben die in hoger beroep is gegaan bij het Hof tegen een uitspraak van drie rechters in mijn beroepszaak tegen het innen van opcenten na 10 oktober 2010. De ene rechter heeft zoals de landsveordening inkomstenbelasting hem autoriseert, nog twee rechters erbij gehaald om tot genoemde uitspraak te komen. Na goed beraad heb ik besloten bij het Hof in hoger beroep te gaan. Mijn betoog in dezen zal ik één van deze dagen via de nieuwsmedia publiceren. Ben al sinds voor 10 oktober 2010 hiermee bezig. Het gaat hier om een gemeenschappelijk belang vooral op het gebied van staats- en bestuursrecht namelijk de wijze waarop de landsverordening overgangsregeling wet en bestuur tot stand is gekomen. Het is nu afwachten.