Willemstad – Eindelijk zijn ze er dan: de jaarcijfers van Ennia Caribe. Vandaag publiceert de verzekeringsmaatschappij zowel de financiële resultaten van 2015 als die van het afgelopen boekjaar 2016.
De cijfers 2015 zijn een jaar te laat, die van 2016 komen twee weken na de door de toezichthouder voorgeschreven datum. Het is dan een bewogen periode geweest voor de verzekeraar met hoofdkantoor op Curaçao en daarnaast vestigingen op Aruba, Sint Maarten en op de BES-eilanden (Bonaire). In een vraaggesprek met het Antilliaans Dagblad legt president-directeur Ralph Palm uit dat de reden voor de vertraging van de 2015-resultaten is dat na de artikelenreeks in Het Financieele Dagblad (FD) ‘de toenmalige accountant erg terughoudend is geworden ten aanzien van de waarderingen’.
Hoewel Palm bewust geen naam noemt, is het alom bekend dat het KPMG Dutch Caribbean op Curaçao betreft die jarenlang de jaarrekeningen van Ennia en Banco di Caribe – beide onderdeel van de Parman Capital Group van Hushang Ansary – van een goedkeurende verklaring heeft voorzien.
,,Dit, terwijl de accountant dezelfde activa gedurende vele jaren wel als de grondslagen van het management heeft geaccepteerd.”
Als voorbeeld noemt Palm een deel van Mullet Bay op Sint Maarten dat in Banco di Caribe zit. Deze asset werd zoals ook daarvoor jaar in jaar uit gebeurde, zelfs nog op 30 april, vijf weken voor het verschijnen van de artikelen in het FD, voor dit bedrag gewaardeerd.
Dat ook de cijfers van 2016 twee weken te laat, overigens met toestemming van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), zijn opgeleverd komt volgens de directie door de aanstelling van de nieuwe accountant die beide jaarrekeningen (2015 en 2016) moest doen. Deze nieuwe accountant is Baker Tilly Dutch Caribbean.
Los van de tijdigheid van de cijfers is er ook financieel-administratief inhoudelijk wel wat gebeurd en heeft Ennia zelf het nodige huiswerk gedaan.
,,Het afgelopen jaar hebben we kritisch naar alle waarderingen en naar onze structuur gekeken en bepaalde aanpassingen doorgevoerd.”
Naar zeggen van Palm is de maatschappij – actief met een schadeverzekeringsbedrijf, een levensverzekeringsbedrijf en ziektekostenverzekering – ‘in zeer nauw contact met de CBCS’ bezig om de beleggingsstructuur aan te passen.
,,Onlangs hebben we een eerste aanzet gedaan door onze belegging in Stuart & Stevenson te verkopen. Dat levert een cashpositie van meer dan 510 miljoen gulden op.”
Dit is nodig om de solvabiliteitspositie te verbeteren. In het afgelopen jaar is er eveneens veelvuldig overleg gevoerd met De Nederlandsche Bank (DNB), toezichthouder van de financiële sector op Bonaire die sinds 10-10-’10 integraal onderdeel uitmaakt van de Nederlandse staat, die volgens de ceo ‘duidelijk een andere visie op toezicht heeft dan de CBCS’. Palm:
,,Deze controverse heeft ook voor de nodige vertraging gezorgd.”
De directie van Ennia Caribe ziet echter toch ook belangrijke pluspunten in de discussie van het voorbije jaar:
,,Deze exercitie heeft evenwel het voordeel dat we veel vertrouwen in onze cijfers en waarderingen hebben.”
Maar de veranderingen en de ontwikkelingen op het gebied van voorschriften ten aanzien van publicaties blijven zich snel opvolgen.
,,Zo is nu al bekend dat er internationaal nieuwe regulering, bijvoorbeeld IFRS 17, op komst is wat een enorme impact zal hebben op de winstgevendheid van (leven)verzekeraars. We zijn al met de voorbereidingen gestart om hieraan te voldoen”.
IFRS 17, International Financial Reporting Standards 17, wordt door accountants omschreven als de grootste ‘shakeup’ op het gebied van boekhoudstandaarden voor verzekeraars in decennia. Palm zelf is vanaf 2011 belast met de algemene leiding.
,,Sinds kort hebben we ‘within de ranks’ een zeer senior persoon met ruim twintig jaar ervaring in verzekeringen belast met de algehele operations.”
Daarmee heeft Ennia, zoals ook altijd eerder, weer een driekoppige directie. Afsluitend zegt Palm:
,,Het was geen eenvoudig jaar, maar Ennia kijkt met veel vertrouwen naar de toekomst. Ondanks de ontstane situatie zijn klanten op alle eilanden Ennia loyaal gebleven. In alles wat Ennia heeft gedaan, is het belang van de polishouder primair geweest. Wij denken dat we als Ennia daarin goed geslaagd zijn.”
Bron: Antilliaans Dagblad