Willemstad – Een flexibelere arbeidsmarkt, een beter imago en nieuwe fiscale wetgeving moeten leiden tot betere resultaten voor de economische zones van Curaçao. Dat stelt belastingadviseur mr. drs. Jaap Rutger Kos (24) in zijn afstudeerscriptie die hij onlangs overhandigde aan minister Ersilia de Lannooy (Financiën).
Kos schreef zijn scriptie in het kader van zijn studie fiscaal recht en doctoraal economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij voegde daar bovendien een ontwerplandsverordening voor economische zones aan toe.
Winstbelasting hervormen
Minister De Lannooy nam de scriptie van Kos onlangs in ontvangst in het kantoor van KPMG aan de Emancipatie Boulevard, waar Kos werkzaam is als belastingadviseur. Bij zijn onderzoek kreeg hij onder meer ondersteuning van de Curaçao International Financial Services Association (Cifa), die opdracht had gegeven tot een onderzoek.
Het eiland telt circa tien economische zones, waarbinnen op export gerichte ondernemingen belastingvoordelen genieten. Het doel hiervan is het stimuleren van economische ontwikkeling.
,,Het gevoel leeft dat de economische zone voor Curaçao nog niet het resultaat heeft bereikt wat zij zou kunnen en moeten bereiken”, concludeert Kos. In de scriptie analyseert hij de knelpunten en doet hij aanbevelingen. Hij wijst op de twee soorten zones. Er bestaan twee soorten zones: zones met fysieke goederenstromen, ook wel ‘free zones’ genoemd, en economische zones zonder fysieke goederenstromen, ook bekend als ‘e-zones’.
De belastingdeskundige noemt als belangrijkste knelpunt het nog teleurstellende niveau van de lokale activiteiten van ondernemingen in economische zones zonder goederenstromen. ,,Waarschijnlijk spelen vooral de hoge arbeidskosten, de inflexibele arbeidsmarkt en de stugge werking van de economische zone een rol”, stelt hij. ,,Gebrekkige fiscale wetgeving is een belangrijke oorzaak.” Verder kampen de economische zones mèt goederenstromen volgens hem met een imagoprobleem en lijkt een moeilijk verklaarbare deviezenuitstroom uit economische zone Koningsplein op te treden.
Als algemene knelpunten wijst Kos tot slot op de matige internetbandbreedte en luchtvaartverbindingen met de regio die voor de economische zones problematisch blijken. Eigenlijk vindt Kos economische zones niet de beste manier om de handel te bevorderen, maar slechts geschikt als overgangsregeling.
Hij wijst erop dat alleen bedrijven binnen de zone belastingvoordeel genieten. Om binnen de zone te komen moet een ondernemer een toelatingsprocedure doorlopen.
,,Het exclusief toekennen van het verlaagde winstbelastingtarief voor exportactiviteiten is moeilijk te rechtvaardigen”, stelt Kos. ,,Het beste is om de achterliggende oorzaken van een tegenvallende economische ontwikkeling aan te pakken. Het streven voor Curaçao moet zijn om de winstbelasting zodanig te hervormen, dat de economische zone op dat gebied niet meer nodig is.”
Het codewoord daarbij is volgens hem ‘investeringsgerichtheid’. Vooralsnog kan de economische zone echter dienen als overgangsmaatregel, geeft hij toe. Als leidraad voor een betere wetgeving schreef Kos daarom een voorstel voor nieuwe wetgeving in het toekomstig land Curaçao onder de titel’ Landsverordening economische zones 2009’.
Daarin gaat hij onder meer uit van belastingvoordeel in de sfeer van loonheffing. Ook stelt hij voor het tariefsvoordeel in de winstbelasting, 2 procent in plaats van 34 procent, aan een bepaalde minimale hoeveelheid lokale ondernemingskosten te verbinden.
Verder zou de beslissing over het wel of niet toelaten van een onderneming tot de zone niet langer mogen duren dan twee maanden. Ook biedt de ontwerpwet een oplossing voor bedrijven met filialen in meerdere van de economische zones op het eiland. Door de huidige regels moet ieder filiaal van hetzelfde bedrijf nog afzonderlijk een vergunning krijgen en staan geregistreerd als aparte rechtspersoon.
Dat levert ‘onnodige administratieve rompslomp’ op, stelt Kos. Hij pleit vervolgens voor een beter onderscheid tussen economische zones met en zonder goederenstroom en voor wettelijke maatregelen om het imago te verbeteren. Minister De Lannooy laat in een reactie weten de ontwerpwet interessant te vinden en deze serieus te gaan bekijken.
,,Ook de Kamer van Koophandel heeft voorstellen gedaan op het gebied van belastingvoordeel voor het midden- en kleinbedrijf”, voegt de bewindsvrouw toe. ,,Ik wil die zaken samen bekijken.”
Bron: Antilliaans Dagblad