Willemstad – Op de eerste dag van de behandeling van het hoger beroep in de zaak Magnus, werd gisteren geen nieuw bewijs gepresenteerd.Carlos Pieter en D’Angelo Damascus, die beiden door het Gerecht in Eerste Aanleg werden vrijgesproken van betrokkenheid bij de moord op Helmin Wiels, waren gisteren weer in de rechtbank.

Het Openbaar Ministerie is ervan overtuigd dat Damascus en Pieter wel degelijk op de een of andere manier betrokken zijn geweest bij de moord op Wiels en wil dat ze hiervoor alsnog worden veroordeeld.

Ook gisteren werden – net als door het Gerecht in Eerste Aanleg – door de drie rechters de feitelijkheden op tafel gelegd. Gert Rip, de bekende officier van justitie die belast was met deze zaak in eerste aanleg, wordt bij het hoger beroep vervangen door advocaat-generaal Anton ‘Ton’ van der Schans.

Hij nam gisteren waar voor de procureurgeneraal, die normaal gesproken belast is met hogerberoepszaken. Zowel Damascus als Pieter legde gisteren een andere verklaring af dan in augustus 2014 voor het Gerecht in Eerste Aanleg.

Verschillende details die ze eerder wel wisten, waren ze nu ‘vergeten’. Dit weet het tweetal aan het feit dat de moord op Helmin Wiels al meer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden.

Net als vorig jaar ontkennen beide mannen dat ze ook maar iets te maken hebben gehad met de moord op Wiels. Volgens de advocaat-generaal was het bij Damascus en Pieter ook geen kwestie van medepleging, maar van medeplichtigheid.

,,Het Openbaar Ministerie gaat er niet vanuit dat u zo nauw betrokken bent geweest bij de moord als dat u als een van de daders kan worden gezien, u bent dus geen medepleger”,

aldus de voorzitter van het college van rechters gisteren.

,,Maar de stelling is vooral dat u wel diensten heeft verleend om mee te helpen zodat de moord uitgevoerd kon worden.”

Bron: Antilliaans Dagblad
Dossier: Helmin Wiels – Moord