Met het aantreden van het kabinet-Rutte III krijgen ook Curaçao, Aruba en Sint Maarten een nieuwe minister van Buitenlandse Zaken: VVD’er Halbe Zijlstra.
De kandidatuur van de 47-jarige Fries voor deze zware post is nogal verrassend want niemand heeft hem ooit kunnen betrappen op diplomatiek talent.
De voormalig secretaris van de postduivenvereniging in zijn geboortedorp Oosterwolde heeft naast het dagelijks lezen van de New York Times wel behoorlijk wat buitenlandervaring. In het kader van zijn studie liep hij een jaar lang stage op Curaçao. En als projectleider voor Shell reisde hij van Moskou tot Mexico. In Bogota was hij getuige van een dodelijke bomaanslag op het hotel tegenover het zijne.
Toch is zijn kandidatuur in eigen land met hoon ontvangen. De VVD heeft immers een veel betere kandidaat: buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke. Die zou, zo beweert oud-fractiegenote Ybeltje Berckmoes in haar onlangs verschenen memoires, niet in aanmerking komen vanwege ‘iets’ dat zich in het verleden heeft voorgedaan, maar waarover wordt gezwegen.
Je zou verwachten dat een klein land als Nederland dat niet alleen heel veel buitenland heeft, maar voor zijn welvaart daar ook afhankelijk van is, zijn beste krachten op het buitenlanddossier inzet. Zo werkt het – óók in Nederland – echter niet bij de verdeling van ministersposten. Met name premier Mark Rutte heeft er een handje van meer op loyaliteit dan kwaliteit te selecteren.
Zijlstra was de afgelopen jaren als voorzitter van de VVD-fractie een voorbeeldig vazal die verontwaardiging over de verbroken verkiezingsbeloften van zijn baas ongegeneerd wegblufte. Het is niet de eerste keer dat Rutte de post Buitenlandse Zaken gebruikt om een trouwe vriend te belonen. Den Haag heeft er nog nachtmerries van hoe Uri Rosenthal zich door de wijde wereld stuntelde. Dankzij Geert Wilders (jawel, toch nog iets voor elkaar gekregen) kwam er in 2012 een voortijdig einde aan het mislukte ministerschap. De multitalige Frans Timmermans (PvdA) moest alle zeilen bijzetten om het geschonden blazoen van Nederland aan het internationale front op te poetsen. Partijgenoot Koenders trad halverwege de rit verdienstelijk in zijn voetsporen. Beide bewindslieden bewogen zich met groot gemak in de grote boze wereld. Zij gaven er ook blijk van te beseffen koninkrijksminister te zijn. Zij investeerden in goede relaties met de regeringen in Willemstad, Oranjestad en Philipsburg. Zij hielden, onder meer bij de Venezuelacrisis, de belangen van de Caribische landen scherp in de gaten.
Of dat van Zijlstra kan worden verwacht is maar de vraag. Ondanks zijn jaar op Curaçao heeft hij geheel in lijn met de partij weinig op met de eilanden. En zo ongenuanceerd grof hij kan zijn over minderheden en vluchtelingen, zo mild oordeelt hij over rechtse dictatoriale regimes. Van mensenrechtenverdragen die het handeldrijven in de weg staan moet hij niets hebben. Qua buitenlandbeleid krijgt Rutte III zijn eigen Trump-adept: Nederland first.
Zijlstra is overigens geen onbekende voor de Caribische gemeenschap. Als staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap draaide hij in 2012 het slavernij-instituut NiNsee rücksichtloos de nek om door de subsidie in te trekken. Zeven oud-bewindslieden deden in een open brief tevergeefs een klemmend beroep op hem om het NiNsee te sparen.
Een van de ondertekenaars was oud-staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Ank Bijleveld, de beoogd koninkrijksminister van Defensie in Rutte III. Ook die keuze is verrassend, maar wordt anders dan bij Zijlstra niet met hoon ontvangen. Bijleveld wordt beschouwd als een door de wol geverfde politica die zich uitstekend staande weet te houden in de Haagse slangenkuil. Met haar ruime bestuurlijke ervaring (Kamerlid, staatssecretaris, burgemeester en commissaris van de Koning) wordt haar wel toevertrouwd de in al haar voegen krakende Defensie-organisatie in goede banen te leiden. De Cariben krijgen met haar te maken omdat ze over de op Curaçao en Aruba gestationeerde marine-eenheden gaat, verantwoordelijk is voor het bewaken van de Caribische buitengrenzen van het Koninkrijk en de kustwacht wordt overgeheveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar Defensie.
Hoewel Zijlstra en Bijleveld ook minister voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten worden, deze landen worden niet door de beoogd voorzitter van de koninkrijksregering geconsulteerd over hun benoeming.
Bron: Antilliaans Dagvlak