Philipsburg – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar geëist voor de Nederlandse consultant R.M. (65), die de kroongetuige en een van de vijf verdachten is in het zogenaamde Larimar-onderzoek. Dat meldt The Daily Herald.
De hoorzittingen, die een week duren, zijn maandag begonnen in het streng beveiligde Belair Community Center. Met een groot aantal politieagenten buiten en binnen de geïmproviseerde rechtszaal – waarin stalen barrières het publiek scheiden van de rechter, de verdachten en hun advocaten – begon de procedure met de rechter en de advocaten die de kroongetuige ondervroegen.
Het Larimar-onderzoek draait om corruptie, witwassen en betaling van steekpenningen aan voormalig lid van de Eilandsraad, parlementslid en minister Theodore Heyliger, en ambtenaren op Sint Maarten, door bouwbedrijven in ruil voor een groot aantal projecten.
Heyliger wordt ervan beschuldigd in totaal ongeveer 4 miljoen dollar te hebben ontvangen over een periode van 15 jaar. M. wordt ervan beschuldigd een cruciale rol te hebben gespeeld in de regeling bij het betalen van steekpenningen aan Heyliger in zijn hoedanigheid van minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur (Vromi) en als parlementslid in augustus en september 2011.
De bedrijven Advanced Consultech SA en Caribbean Advice and Consultancy Ltd. Van M. zouden Heyliger 300.000 dollar hebben betaald in verband met de aankoop van een perceel grond, het zogenaamde Mullenterrein. De betalingen zouden zijn gedaan om Heyliger ervan te overtuigen overheidsopdrachten te gunnen aan baggerbedrijf Devcon TCI Ltd. en bouwbedrijven Volker Construction International bv en Volker Stevin Caribbean nv.
De Nederlandse consultant wordt er ook van beschuldigd tussen 23 augustus 2006 en 20 augustus 2018 in totaal 850.000 dollar te hebben betaald aan de bovengenoemde bedrijven en aan bouwbedrijven Ballast Nedam International bv en Windward Roads (WWR) bv. Hem wordt ook het witwassen van geld tot een bedrag van bijna 9 miljoen gulden ten laste gelegd, een misdaad die hij zou hebben begaan vanaf januari 1997.
De vierde en laatste aanklacht in de tenlastelegging is het verzuim inkomsten, omzet en winstbelasting in te dienen over de periode augustus 2006 tot en met 2014. M. – die door het OM wordt gezien als een van de hoofdrolspelers in deze zaak over ‘diepgewortelde’ corruptie op Sint Maarten – bekende de aantijgingen maar ontkende dat hij zich schuldig had gemaakt aan belastingontduiking. De rechtbank heeft M. maandag als getuige gehoord.
De advocaten voor de verdediging hebben toen ook een groot aantal vragen op hem afgevuurd. M., die van 1985 tot 2017 op Sint Maarten woonde, vertelde de rechtbank dat hij in een ‘rijdende trein’ was beland nadat enkele ‘jonge en ambitieuze’ politici, waaronder wijlen Roy Marlin en Heyliger, leidinggevende posities hadden verkregen in de eilandregering.
Vanaf dat moment belandde geld dat gemoeid was met de betaling van advieskosten voor projecten in de portemonnee van politici. M. vertelde de rechtbank dat hij 2 tot 2,5 procent van de overeengekomen projectprijs had gewonnen. ,,Bedrijven hebben nooit geklaagd over de percentages”, zei hij daarover. De projecten waren meestal in opdracht van de overheid van Sint Maarten.
Aanvankelijk deelden Heyliger en M. de betaalde advieskosten gelijk, maar later ontving Heyliger twee derde en M. een derde. M. zei dat hij gedurende een periode van tien jaar Heyliger tientallen betalingen van steeds 10.000 of 20.000 dollar had betaald die in een envelop werden gestopt, in een krant werden gewikkeld en in de auto van Heyliger werden gelegd.
De contante bedragen werden verkregen via trustmaatschappij Standard Trust STC. M. zei dat Heyliger heel precies was en hem had laten weten wanneer de betalingen 200 of 300 dollar te weinig waren. M. – die ontkende dat hij de bijnaam ‘Mr. 10 procent’ had – zei dat hij geen papieren spoor heeft achtergelaten. ,,Je zet niets op papier over dergelijke zaken”, vertelde hij rechter Stephan van Lieshout. Hij bekende echter dat hij een notitieboekje had bewaard, maar dat de relevante pagina in het boek door het toilet was gespoeld nadat de STC-kantoren waren doorzocht.
Toen door Heyliger’s advocaat Eldon ‘Peppie’ Sulvaran vragen werden gesteld over de specifieke betalingen aan consultancykosten, antwoordde M. dat er niets mis was met zijn hersenen, maar dat hij het zich niet kon herinneren. Hij zei dat ‘niemand’ Heyliger kon passeren, omdat Heyliger de ‘informele’ macht in de regering en in zijn partij had en dingen voor elkaar kon krijgen. ,,Hij had de positie om beslissingen te nemen en was een van de weinigen met een politieke visie en hij heeft veel goede dingen voor het eiland gedaan”, zei M.
Het ging bergafwaarts tussen de consultant en de politicus tijdens het causeway-project omdat WWR niet de vereiste consultancykosten wilde betalen. ,,Het woord van Theo is wet. Als je niet meewerkte, werd je geboycot. Niemand kon hem omzeilen. Mingo (voormalig havendirecteur Mark Mingo, red.) had ook een sterke positie. Mingo en Heyliger hadden een goede relatie. Theo’s macht was onbeperkt. Mingo luisterde naar Theo omdat hij door hem was aangesteld”, zo verklaarde M. Hij zei dat Heyliger twee procent van de contractprijs had geëist voor het causeway-project. Het betrokken bedrijf wilde dit echter niet betalen, hetgeen leidde tot het einde van de zakelijke relatie tussen M. en Heyliger. De adviseur vertelde de rechtbank dat hij had besloten Sint Maarten te verlaten nadat hij ‘met woorden’ was bedreigd. WWR voerde een groot aantal bouwprojecten op het eiland uit. De voorganger van J.B. als bedrijfsleider werd ontslagen omdat hij volgens M. niet ‘goed functioneerde’. J.B. verving hem, niet om misdaden te plegen, ‘maar hij nam wel deel’ aan het gehele proces, zo beweerde M. Hij heeft echter geen gegevens of verklaringen van derden om zijn claims te onderbouwen. Hij zei dat Heyliger in staat was geweest om WWR te chanteren. ,,Als hij zijn geld niet kreeg, kreeg WWR geen werk.”
Advocaat Petra van Kampen zei dat haar cliënt M. zichzelf op basis van feitelijke kennis niet heeft gespaard in het getuigen over de vermeende misdaden. ,,Volgens zijn medeverdachten is hij het struikelblok en de bron van alle kwaad, maar hij heeft geen uitspraken gedaan over fictie maar over de waarheid”, zei zijn advocaat. Ze pleitte voor een mildere uitspraak door te beweren dat meer vermeende feiten verjaard waren dan de officier van justitie had verklaard.
Raadsvrouw Paula Janssen richtte zich op de vermeende belastingmisdrijven, waarvan zij zei dat die niet konden worden bewezen omdat haar cliënt geen van deze misdaden opzettelijk had begaan en niet de werkelijke dader was geweest, omdat hij zijn bedrijfsadministratie in handen had gegeven van trustbedrijf STC. De hoorzittingen werden gisteren voortgezet met de ondervraging van de andere vier verdachten in deze zaak, onder wie R.E. (58) en G.P. (66).
‘Zoete deal tussen OM en kroongetuige’
In ruil voor zijn verklaringen – hij werd niet minder dan twintig keer ondervraagd tijdens het onderzoek in de Larimar-zaak – bood het OM de Nederlandse consultant R.M. de status van kroongetuige. Dat meldt The Daily Herald.
In de Nederlandse wet erkent een dergelijke getuige schuld en getuigt hij als getuige tegen zijn/haar partner(s) of medeplichtige( n), vaak in ruil voor clementie bij de veroordeling of immuniteit tegen vervolging. Op dit moment kent de wet van Sint Maarten geen kroongetuigen, maar in het nieuwe Wetboek van Strafvordering, dat ter goedkeuring aan het parlement is voorgelegd, is de kroongetuige wel opgenomen.
M. verstrekte het OM een uitgebreide bevestigende verklaring met betrekking tot de aantijgingen en de rol van zijn medebeklaagden in het plan, in ruil voor, onder andere, zijn overplaatsing van de gevangenis Pointe Blanche, waar hij werd vastgehouden in voorlopige hechtenis, naar een ‘veilige’ gevangenis in Nederland. M. werd op 23 augustus 2018 in Nederland gearresteerd en vijf maanden vastgehouden.
Volgens Eldon ‘Peppie’ Sulvaran, de raadsman van verdachte Theo Heyliger, heeft het OM een ‘zoete deal’ gesloten en ‘miljoenen’ betaald aan M. in ruil voor het verstrekken van belastende verklaringen tegen zijn medeverdachten. De advocaat berekende dat 1,8 miljoen dollar beschikbaar was gesteld voor de veiligheid van M. en dat hij geconfronteerd wordt met een vordering voor ontneming van 1,1 miljoen euro.
,,Dit betekent dat hij 3,1 miljoen dollar mag houden”, beweerde Sulvaran. De officier van justitie gaf toe dat de helft van de in de tenlastelegging genoemde bedragen aan M. waren teruggegeven, zodat hij voor de duur van zijn proces op Sint Maarten de kosten van zijn veiligheid kan betalen. Het OM zal een vordering voor ontneming indienen voor de rest van de ‘illegaal verkregen voordelen’.
Het Larimar-onderzoek op Sint Maarten werd op basis van de verklaringen van M. gestart. Het Frozen-onderzoek in Nederland heeft betrekking op corruptie door bouwbedrijf Volker Stevin en het moederbedrijf van Windward Roads in Nederland, Janssen de Jong. Volgens het OM werd de kroongetuige-deal van M. goedgekeurd door een onderzoeksrechter en ondertekend op 19 maart 2019.
De overeenkomst omvat een vermindering van 15 procent op de straf en een schikking voor wat betreft de onteigening. Het OM kwam ook tot een mindere straf omdat M. niet langer kan worden vervolgd voor alle ontvangen betalingen, aangezien deze inmiddels zijn verjaard.