WILLEMSTAD — Het wordt steeds moeilijker om mensen te vinden die voor de overheid willen werken. Dit stelt Abvo-voorzitter Wendy Calmes. Volgens de voorzitter van de grootste vakbond voor overheidspersoneel wordt het steeds minder aantrekkelijk, vooral voor jongeren, om in overheidsdienst te treden.
Advertentie
Met zijn verklaringen reageert Calmes op de moeilijke tijden die ambtenaren op dit moment doormaken.
Hij constateert dat alleen idealisten nog voor de overheid willen werken.
“Wat moet je zeggen. Velen willen na hun studie een baan vinden waarmee ze onder meer hun studieschuld kunnen afbetalen. Ze kiezen er dan niet voor om voor de overheid te gaan werken. Ze willen een baan zonder hoofdbrekens, met extra arbeidsvoorwaardern en minder druk. Dat is de realiteit waar de overheid op dit moment mee te maken heeft.”
Calmes constateert dat de maatregelen die de regering wil nemen om structureel op haar personeelskosten te bezuinigen, ook niet helpen om de indruk weg te nemen dat het steeds minder aantrekkelijk wordt om voor de overheid te gaan werken.
De minister belast met personeelszaken, Etienne van der Horst (Bestuur, Planning en Dienstverlening, Pais) stelt in een reactie dat de stelling van Calmes in strijd is met een onderzoek van enkele jaren terug.
Uit dit onderzoek bleek dat het topkader- personeel binnen de overheid niet tevreden was, maar dat lager opgeleiden wel te spreken waren over hun functioneren en werken bij de overheid.
Volgens Van der Horst is de situatie van ambtenaren de afgelopen jaren juist verbeterd. Hij grijpt hierbij terug naar de periode dat hij diensthoofd was van overheidsdienst Drov. Indertijd kon het gebeuren dat een topambtenaar jarenlang in dezelfde schaal bleef zitten en geen kans meer had om door te groeien.
In de afgelopen jaren is het hele schaalsysteem – aan de hand waarvan ambtenaren worden bezoldigd – aangepast, wat tot een significante vooruitgang voor ambtenaren heeft geleid.
Aan de andere kant geeft de minister toe dat de perceptie bij velen bestaat, vooral bij potentiële kandidaten voor een topfunctie binnen het overheidsapparaat, dat het niet leuk werken is bij de overheid.
Kandidaten zijn bevreesd voor grillen van politieke bestuurders en vrezen dat ze te allen tijde weggestuurd kunnen worden omdat hun acties de politieke leiders niet zinnen.
Dit blijkt uit evaluaties die de ministers heeft gekregen van wervingsbureaus.
Van der Horst stelt voorstander te zijn van een meer bedrijfsmatige benadering bij het overheidsapparaat. Dit is volgens hem vereist om het werken bij de overheid te verbeteren.
“Efficiënter, effectiever en doelmatiger. Daar ben ik een voorstander van. Dat moet volgens mij mogelijk zijn. Maar als je zegt dat het niet aantrekkelijk is om voor de overheid te werken, dan houdt dat in dat je het wilt vergelijken met de privé-sector.
Maar dan moet je niet alleen naar de arbeidsvoorwaarden kijken.
In de privé-sector heb je bijvoorbeeld geen Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (LMA), wat de ambtenaar de nodige bescherming geeft.
Voor iedere kleine aanpassing die je wilt doorvoeren, moet je naar het wettelijk overlegorgaan Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA).”
De minister stelt in dit verband met belangstelling de ontwikkelingen in Nederland te volgen, waar minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PvdA) af wil stappen van de speciale status voor ambtenaren.
Van der Horst wil zich niet inhoudelijk met deze discussie bemoeien, maar vraagt zich bijvoorbeeld wel af waarom overheid en ambtenaren op Curaçao geen cao kunnen uitonderhandelen, zoals andere werkgevers en werknemers op het eiland.
bron: Amigoe
Advertentie