Gisteren zijn vijftien chinese arbeiders van Shell herdacht die op 20 april 1942 werden doodgeschoten. Ze voeren als stokers en ander machinepersoneel op olietankers van de Curaçaosche Scheepvaart Maatschappij (CSM), een dochterbedrijf van wat later de Shell zou heten.

De tankers voeren van Venezuela naar Curaçao en werden regelmatig beschoten door Duitse duikboten. Van de werknemers waren er 400 van chinese afkomst.

Op 24 februari 1942 gingen zij in staking, niet alleen vanwege het levensgevaarlijke werk, maar ook omdat ze minder betaald kregen dan de andere arbeiders en de stad niet inmochten. Ook enkele Nederlandse officieren gingen in staking.

De confrontatie tussen overheid en chinezen liep dusdanig uit de hand dat op 20 april 12 chinezen in koelen bloede werden doodgeschoten. Van de 44 gewonden die vielen overleden er later nog drie. Ze werden anoniem op de begraafplaats Kolebra Berde begraven waar volgens de katholieke kerk criminelen en zondaars moesten worden begraven.

De Curaçaose overheid heeft destijds verboden over de zaak te publiceren. Op aandringen van de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao heeft de regering in 2012 20 april uitgeroepen tot herdenkingsdag van deze Aprilmoorden.