
Door de modderstromen in het zuidwesten van Colombia zijn minstens 43 kinderen omgekomen. In totaal hebben 254 mensen de ramp niet overleefd.
De dodentallen werden bekendgemaakt door de Colombiaanse president Juan Manuel Santos tijdens een bezoek aan het rampgebied.
In Mocoa, hoofdstad van de zuidwestelijke provincie Putamayo, zijn complete wijken door de modderstromen verwoest. Zeven bruggen werden beschadigd bij de overstromingen, twee zijn volledig weggespoeld.
Veel bewoners van Mocoa hebben heel de nacht gezocht naar overlevenden en familieleden. Het zoeken wordt bemoeilijkt doordat er geen elektriciteit meer is in de regio.
Brandweer en reddingswerkers in het gebied meldden eerder dat er nog veel lijken vast zitten onder het puin. Jhon Ever Calderon, de burgemeester van Villagarzon, vertelt aan Reuters dat er een gebrek is aan goede opslag voor de lijken. “We moesten de slachtoffers zelf bergen en ik verwacht dat we er nog meer gaan vinden”, aldus Calderon.
Isolement
Door hevige regenbuien traden in de nacht van vrijdag op zaterdag rivieren buiten hun oevers. De burgemeester van Mocoa zei eerder dat zijn stad door de natuurramp geïsoleerd is geraakt.
Tienduizenden mensen zitten zonder elektriciteit of water. Ook is er gebrek aan voedsel. “Het kleine aantal supermarkten dat niet is getroffen door de aardverschuiving, gaat niet open”, zei een ooggetuige tegen de Colombiaanse krant El Tiempo.
President Santos zei een snelle wederopbouw toe. ”Mocoa zal er straks beter voorstaan dan ooit tevoren.” Ook zegde de president de getroffen families een schadevergoeding van 18 miljoen pesos (ruim 5.600 euro) toe.
Bron: ANP/NU.nl/Reuters