
ORANJESTAD – Rechters zijn niet onfeilbaar. ‘Zeker niet,’ verzekerde de vice-president van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, Peter Lemaire woensdag tijdens de presentatie van het jaarverslag 2015 aan de aanwezige pers.
Aanleiding vormde het feit dat de laatste tijd vraagtekens worden gezet bij uitspraken in zaken waarin sprake is van seksueel misbruik van minder jarigen. ‘Een rechter kijkt naar alle omstandigheden,’ aldus Lemaire, die zei dat hij een hele middag aan dit thema zou kunnen wijden. Maar een zaak vangt aan bij de vordering van de officier van Justitie.
BEZORGDE GEMEENSCHAP
Lemaire gaf aan dat rechters zich terdege bewust zijn van onrust in de maatschappij als het om vonnissen in zaken van misbruik van minderjarigen gaat. Dit is ook het geval bij de recente zaak van kindermisbruik. ‘Het is altijd de vraag wat een goede straf is en wat een zware of lichte straf is. Bij zaken van zwaar misbruik wordt er altijd een gevangenisstraf van enkele jaren gegeven.’
VREEMDE ZAKEN
Ook gaf Lemaire toe dat er soms sprake is van twijfelachtige zaken. Zo kan het voorkomen dat een slachtoffer niet als een slachtoffer wordt gezien, maar wel een minderjarig meisje is en de dader is een volwassen man. Er is volgens de wet sprake van een strafbaar feit, maar als het meisje zich geen slachtoffer vindt, is er geen sprake van misbruik, aldus het voorbeeld van Lemaire. Een aanranding door een onbekende op straat is een ernstig feit en van een heel andere orde dan ‘rommelen met een minderjarige’, waarbij je als rechter ook moet beoordelen wat de impact is op het slachtoffer. ‘De opvatting dat rechters niet goed op de hoogte zouden zijn van de impact van seksueel misbruik op slachtoffers, zie ik niet terug in de uitspraken van deze rechtbank,’ stelt Lemaire.
HOE RECHTERS TOT UITSPRAKEN KOMEN
Rechters komen tot een uitspraak door kennis te nemen van de eis van de officier van Justitie, het verweer van (de raadsman van) het slachtoffer, de wet, jurisprudentie en het dossier. Geen enkele zaak is hetzelfde, maar het komt voor dat het openbaar ministerie of de raadsman van de verdachte een uitspraak niet begrijpen. Dat is zeker het geval in zaken die op elkaar lijken en waar toch een heel ander vonnis wordt gegeven. ‘Voor dergelijke zaken bestaat de mogelijkheid van hoger beroep, waarbij men de zaak met nieuwe argumenten kan bepleiten. Daarna is er cassatie mogelijk bij de Hoge Raad, die op een heel andere wijze toetst.’
Bron: NoticiaCla