
WILLEMSTAD — Om organisatorische redenen en in overleg met het gerecht, zal de behandeling van de zaak Magnus/Maximus tegen verdachte Burney ‘Nini’ Fonseca op negentien augustus aanstaande plaatsvinden en niet meer op tien juni, zoals eerder was aangekondigd.
Dat meldt het Openbaar Ministerie.
De zitting in augustus zal een regiezitting zijn. Hierna zal de rechter een datum prikken voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. Ondertussen blijft Fonseca in Nederland vastzitten, niet in direct verband met de zaak Magnus/Maximus, maar in de drugszaak Rizinia, die een voortvloeisel is uit de zaak Magnus.
Zoals bekend wil advocaat Marije Vaders dat Fonseca onmiddellijk vrijgelaten wordt, omdat hij nog steeds ‘zonder titel’ vastzit in die drugszaak. Fonseca werd in oktober vorig jaar veroordeeld tot vier jaar. Vaders is hiertegen namens Fonseca in beroep gegaan.
Later merkte de raadsvrouw op dat de rechtsgeldige termijn van zijn hechtenis afgelopen maart is verlopen, aangezien die niet tijdig is verlengd zoals de wet vaststelt. Dat werd tijdens de regiezitting in maart, die Fonseca via een videoconference kon volgen, niet opgemerkt.
Vaders, die het wel constateerde, heeft hierop een verzoek tot onmiddellijke vrijlating van haar cliënt ingediend bij het hof. Het hof wees dat verzoek af. Vaders kon echter geen cassatie instellen, omdat dit conform de wet niet mogelijk is. Zij heeft later opnieuw eenzelfde verzoek ingediend, dat door het hof afgelopen donderdag wederom werd afgewezen. Volgens het hof is er hier wel sprake van een administratieve fout maar deze rechtvaardigt niet de onmiddellijke vrijlating van Fonseca, aldus OM-woordvoerder Norman Serphos.
Ook advocaat Eldon ‘Peppie’ Sulvaran die geen blad voor de mond neemt en dergelijke misstanden altijd aan de kaak stelt, vroeg zich in een ingezonden stuk over deze zaak in de Amigoe af, of de rechters vakantie komen vieren op het eiland. Hij kan zich niet voorstellen dat niemand anders – noch drie rechters van het hof noch het Openbaar Ministerie – dan de raadsvrouw die fout heeft opgemerkt.
Dat is toch gebeurd, wat Sulvaran doet vermoeden dat zij het bewuste dossier niet hebben kunnen lezen. Anders zou dit één van hen wel zijn opgevallen, benadrukt Sulvaran.
De raadsvrouw strijdt voort. Ze is van plan om een voorlopige voorziening in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Bron: Amigoe