Column Vaders | ‘Bad luck’ voor relivolkje

Ik lees hier in ‘De fraters van Zwijsen’ (De Walburg Pers, 1986) onder het kopje ‘Zuiverheid’ de volgende indachtige zinnen: ‘Een consequentie van de gelofte tot zuiverheid is een leven van eenzaamheid en misschien soms een vluchten in het werk (…) Dat die eenzame frater ondanks alle idealisme soms een uitweg zoekt, en eigenlijk een beetje hoopt op warmte en affectie, valt te begrijpen. Het meest manifest acht ik dat verlangen naar wat relationele warmte aanwezig in een bijna bij iedere frater aanwezige belangstelling cq. liefde voor de natuur.