Asjes verzocht Wilsoe wet uit te breiden
Willemstad – Hoewel het voor de meeste parlementariërs uit de Staten als een volkomen verrassing kwam, blijkt het verzoek om wapenbezit voor Statenleden toe te staan al ruim een jaar oud te zijn. Statenvoorzitter Ivar Asjes (Pueblo Soberano) verzocht op 27 april 2011, een half jaar na het aantreden van de regering Schotte, minister van Justitie Elmer Wilsoe (PS) al om het Landsbesluit houdende algemene maatregelen (LBham) te wijzigen.
Hoewel Asjes het verzoek namens de Staten doet, lijkt niemand binnen de Staten ook maar op de hoogte te zijn geweest van het plan van Asjes. Zowel coalitiepartij MFK als oppositiepartijen PAR en FOL gaven vorige week aan niets in het plan te zien. Asjes was gisteren niet bereikbaar voor commentaar maar stuurde wel een persbericht, waarin hij aangeeft het verzoek vorig jaar verstuurd te hebben na een gesprek met Statenlid Amerigo Thodé (MFK).
De RvM heeft het voorstel van Asjes inmiddels besproken, maar een definitief besluit is er nog niet gevallen. MKFfractieleider Dean Rozier geeft aan verrast te zijn door het verzoek van Asjes.
,,De minister van Justitie is verantwoordelijk voor de veiligheid van het volk. Nu lijkt het alsof er geen vertrouwen is in wat de regering doet. Dit voorstel komt van Pueblo Soberano, wat voor vertrouwen hebben zij in hun minister?”
Intimiderend effect
Ook vreest Rozier dat het op zak hebben van een wapen in een toekomstige verkiezingstijd een intimiderend effect kan hebben, wat de veiligheid binnen de samenleving niet zal vergroten.
PAR-Statenlid Magali Jacoba gaf vorige week al aan het voorstel ‘ridicuul’ te vinden.
,,Waarom zou je je in godsnaam als volksvertegenwoordiger moeten beschermen tegen het volk?”
Statenlid Malvina Cecilia (PAR), die het voorstel ook ‘belachelijk’ vindt, zegt zich op geen enkel moment onveilig te voelen.
,,Ik ga naar de snèk, de supermarkt, ik kom overal. Ik heb nog nooit het gevoel gehad dat wij ons moeten beschermen.”
Het landsbesluit stamt uit 1978.
In artikel 1 van het landsbesluit is geregeld dat het verbod om op de openbare weg of in een publieke ruimte een wapen op zak te hebben onder andere niet geldt voor:
- de gouverneur,
-
de ministers,
-
de secretaris van de Raad van Ministers,
-
de gezaghebbers,
-
de leden van het Hof van Justitie,
-
de procureur-generaal en de advocaat-generaal bij het Hof van Justitie,
-
de officieren van justitie, – de ambtenaren van de douane,
-
de havenmeesters en
-
buitengewoon agenten.
In 1983 is daaraan toegevoegd dat ministers en gewezen ministers – dat wil zeggen tot vier jaar na hun aftreden – ook een wapen in hun bezit mogen hebben. Asjes verzoekt nu, of eigenlijk sinds vorig jaar april al, om de volgende toevoeging: ,,De leden van de Staten en de gewezen leden van de Staten, de laatsten gedurende vier achtereenvolgende jaren na hun aftreden als Statenlid”.