Zr.Ms. Holland moest eerst naar Midden-Oosten
Willemstad – Na het vertrek van marineschip Zr.Ms. Groningen, dat tussen mei en oktober afgelopen jaar dienst deed als stationsschip in het Caribisch gebied, moesten Curaçao en de overige Caribische eilanden binnen het Koninkrijk het zonder stationsschip doen.
Vanaf april moet daar verandering in komen, als een van de schepen van de Hollandklasse de Annabaai weer invaart. Althans, dat is de verwachting die demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren uitspreekt in een brief aan de Tweede Kamer. Ook de gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zouden door haar al schriftelijk op de hoogte zijn gebracht.
Toen Zr.Ms. Groningen vorig jaar weer in haar thuishaven Den Helder was aangekomen, bevestigde de woordvoerder van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied, na vragen van het Antilliaans Dagblad, dat er tot en met begin 2024 geen stationsschip in het Caribisch gebied zou zijn. Inmiddels is deze periode dus nog enkele maanden verlengd. Stationsschepen worden onder meer gebruikt bij counter-drugsoperaties in de regio.
De redenen die vorig jaar werden gegeven voor het uitstel zijn de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de patrouilleschepen en de brandschade aan een van deze schepen, die eerst hersteld moest worden.
Daar kwam later bij dat de Holland in het oostelijk deel van de Middellande Zee is ingezet, ‘gezien de acute noodzaak en de zich snel ontwikkelende situatie in het Midden-Oosten’. Eind deze maand keert dit schip weer terug naar Nederland. Hierna kan er een schip van de Hollandklasse vervolgens ‘medio april’ in het Caribisch gebied aanwezig zijn. Of dat Zr.Ms. Holland wordt, of een van de andere drie Oceangoing Patrol Vessel (OPV’s), is nog niet bekend.
Een exacte datum kon Marinka Hiraldo Vos-van Kooten, marinewoordvoerder, desgevraagd nog niet noemen. Evenmin kwam er nog geen antwoord op de vraag of het nieuwe stationsschip een ceremoniële binnenkomst te wachten staat. Daarvan is volgens haar alleen sprake als een schip minstens een jaar niet in de haven is geweest. En specifiek bij Zr.Ms. Holland hangt dat erom.
Dat het Caribisch gebied het in totaal ongeveer een half jaar zonder stationsschip moet doem, betekent niet dat de marine hier in deze periode niet over inzetbare schepen beschikt. Het ondersteuningsschip Zr.Ms. Pelikaan is wel nog steeds aanwezig, al kan dit schip niet alle taken van een stationsschip geheel en op gelijkwaardig niveau overnemen. Daarnaast staat – in geval van nood – Zr.Ms. Zeven Provinciën op afroep ter beschikking vanuit Nederland.
Bron: Antilliaans Dagblad