Gouverneur van Curaçao, Hare Excellentie mevrouw George-Wout,
Voorzitter van de Staten van Curaçao, de heer Millerson
Minister van Justitie, de heer Girigorie,
President van het Hof, mevrouw Saleh,
Leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie,
Leden van het Openbaar Ministerie,
Deken van de Orde van Advocaten, meneer van den Heuvel,
Leden van de balie en het notariaat,
Leden van de hoge Colleges van staat
Burgerlijke, Militaire en consulaire autoriteiten,
Excelenties, geachte dames en heren,
Het is mij een genoegen om de zojuist geïnstalleerde rechters mevrouw Edelenbos, meneer Meijer en meneer Veling van harte te feliciteren met hun installatie en het Hof te feliciteren met deze versterking met 3 collega’s. Op dit tijdstip van de dag en de week is er vast meer behoefte aan een borrel dan aan mijn toespraak. Toch vraag ik graag nog even uw aandacht voor een aantal bespiegelingen van de kant van het openbaar ministerie.
Ik ben nog maar heel kort in functie, toch had ik moeite om een onderwerp te bedenken dat ik vandaag zou kunnen bespreken. Niet omdat er zo weinig onderwerpen zijn die interessant, relevant of actueel zijn, maar omdat het er zoveel zijn. Er gebeurt zo enorm veel op de eilanden waar het Hof recht spreekt en op zoveel verschillende gebieden. Zoveel thema’s die maatschappelijk van belang zijn op Curaçao, of in de regio en die effect hebben op het gevoel van heel veel mensen in de samenleving. Het is deze week de week van de natuur. Een paar weken geleden stond de Curaçaose cultuur centraal. De afgelopen periode waren en zijn de effecten van Irma, Jose en Maria nog steeds goed zichtbaar, ook hier. Iets wat we bijna elke week mee maken zijn ernstige geweldsincidenten, vaak met vuurwapens.
Het recht is in beweging, dat is nodig en het is uitermate boeiend werk. Dat werd goed zichtbaar in de mooie column van Peter Lemaire, rechter op St-Maarten. Peter en ik spraken elkaar vlak na Irma in zijn woning. Ik zal dat moment met Peter op zijn terras nooit vergeten, de ravage van Irma was alom zichtbaar, een enorm contrast met het uitzicht over de azuurblauwe zee. Wij spraken in die hectiek over de ambitie om het recht weer zichtbaar te maken na de ontluisterende beelden van plunderaars op St Maarten die de wereld over gingen.
De dag daarna werd de rechtspraak dankzij Peter en de officieren van het openbaar ministerie weer zichtbaar op St-Maarten.
Met een mooie aanpak die nieuw was, niet alleen een rechter ook advocaten en leden van de reclassering sloten aan bij die ochtend briefing in het gebouw van het OM. De printers functioneerden nog niet en de beschikkingen werden met de pen of op de typemachine gemaakt. Waar Irma het slechtste in mensen naar boven haalde door de plunderingen, kwam mede door eigen initiatief en creativiteit, het beste in de mensen boven die het recht weer een gezicht gaven. Samenwerken, doen waar de maatschappij op zit te wachten. Plunderaars oppakken, onrecht beëindigen en slachtoffers waar mogelijk compenseren en verdachten voor de rechter brengen.
Een paar weken geleden organiseerde de rechtbank een congres op Curaçao voor alle rechters uit het Caribisch gebied. Ook daar passeerden tal van innovatieve ideeën over rechtspraak 2020 de revue. Over de aanpak van zaken en het belang voor burgers om snel duidelijkheid te krijgen in geschillen die aan de rechter worden voorgelegd. Soms duren zaken lang, kan dat niet wat sneller was een van de thema’s.
Dat geldt ook voor de opsporing, kan het niet sneller, met meer innovatie en kunnen we niet nog meer samen invulling geven aan die opsporing. Ja dat kan en dat gebeurt ook al in ruime mate.
Het afpakteam kreeg deze week aandacht in de media nadat de raad voor de rechtshandhaving een rapport had opgesteld over het functioneren van het team. Mooie reacties, intensieve samenwerking, doen wat afgesproken is, ze voeren de visie uit en halen geld weg bij mensen die het oneerlijk verdiend hebben en geven dat terug aan de samenleving via het criminaliteitsfonds. Geld dat kan worden besteed aan het vergroten van het veiligheidsgevoel van iedereen op Curaçao.
Het Openbaar Ministerie heeft de afgelopen jaren intensief samengewerkt met veel partners om meer effect te creëren en om zichtbaar te zijn in de samenleving. Beeldbepalende strafzaken zijn vaak met succes aan het gemeenschappelijk Hof voorgelegd en hebben hun effect in de samenleving. Zaken die zichtbaar maken dat misdaad niet loont, zaken waarmee we onrechtvaardigheid bestrijden en zaken die de veiligheid vergroten.
Dat blijven we doen, er is immers nog veel te doen en het kenmerk blijft dat we dat steeds vaker samen met anderen doen. We investeren in de informatiedeling tussen partners in de veiligheid en professionaliseren onze eigen organisaties op dat punt. Als openbaar ministerie hebben we zelfs een informatieofficier aangesteld. Die zorgt dat informatie bij elkaar komt en partners stimuleert informatie te delen.
Toch lossen we niet alles op, er zijn ook veel ernstige zaken waarbij slachtoffers vallen. Dat is iedereen een doorn in het oog. Maar het raakt vooral slachtoffers, wetenschappelijk is vastgesteld dat als je slachtoffer bent geweest van een misdrijf, de kans daarna aanzienlijk groter is dat je nog een keer slachtoffer wordt. Het is onze ambitie om de opsporing verder te versterken. En meer zaken op te lossen, dat kan omdat informatie, ik bedoel eigenlijk bewijs, vaak wel gewoon beschikbaar is zij het op verschillende plaatsen en bij verschillende personen die soms niet weten hoe belangrijk hun informatie voor de politie, de officier en de rechter is of kan zijn.
Informatiedeling is van groot belang, daaraan vooraf gaat echter iets dat nog veel belangrijker is, wie verstrekt de politie, de Kmar, de kustwacht, het OM al die informatie? Dat bent U, misschien niet zoals U hier vandaag zit, maar dat is de burger van Curaçao.
Gewone burgers beschikken, vaak door toeval, over hele relevante informatie die voor de opsporing van belang is. Soms is er onwetendheid dat die informatie voor de politie belangrijk is, soms is er angst om die informatie te verstrekken, soms is er (terechte) angst voor represailles en soms is er wantrouwen dat er met die informatie te weinig gebeurt. Toch werkt opsporing pas echt als informatie uit de samenleving komt. Soms weten mensen ook heel bewust dat informatie die zij hebben van belang is voor de politie, maar komt de informatie er toch niet.
De rol van de burger is een van de belangrijkste elementen om de opsporing te voeden. Informatie van verschillende personen over een rode auto, 3 mannen en een signalement van een persoon, kan na onderzoek cruciaal zijn voor het bewijs. De recherche kan de opsporingspuzzel niet leggen als de puzzelstukjes er niet zijn. Wij kunnen pas informatie matchen als er informatie komt en er blijft teveel informatie bij mensen en dat is een gemiste kans en slecht voor de opsporing.
Waarom heb ik het daar vandaag over, op een feestelijke dag voor 3 rechters? Ik benoem dat juist nu omdat op St-Maarten sprake lijkt te zijn van een trendbreuk.
Voorheen kreeg de politie weinig informatie over criminele zaken, de massale verontwaardiging rondom de plunderaars na Irma maakte dat anders. Er werd door burgers van St-Maarten een facebook pagina opgestart tegen de plunderaars en er werd actief, zij het veelal anoniem, informatie gebracht naar de autoriteiten, politie en OM. Het bevestigd dat er veel meer informatie over strafbare feiten bekend is bij het grote publiek. En als de politie op basis van die informatie naar aan de slag ging omdat er informatie was over opslag van geplunderde artikelen, was het regelmatig zo dat de aanwezigheid aldaar van de politie leidde tot nieuwe meldingen van andere burgers. Als burgers zien dat er iets met hun informatie gebeurt stimuleert dat enorm om meer informatie te geven.
In kleine gemeenschappen, waar veel mensen elkaar kennen is dat natuurlijk ingewikkelder, we hebben nog niet ontdekt hoe we ervoor kunnen zorgen dat die informatie toch op de juiste plekken komt. Anonimiteit is voor melders ook in dat geval een waarborg. Zorgen dat die anonimiteit ook echt gewaarborgd is, is een keiharde voorwaarde en de mensen moeten zien dat er iets gebeurt met hun informatie.
De bereidheid om informatie te delen op St Maarten is mede de oorzaak dat politie en OM zoveel zaken, nog elke dag op kunnen lossen, woensdag j.l. was de eerste zitting in het Court house aldaar. Veel van de plunderaars zijn daar door de rechter veroordeeld tot fikse straffen.
Was het die massale verontwaardiging die zorgde voor de trendbreuk, of was het iets anders, feit is dat het er is en dat wij het als partners in de veiligheid waar moeten maken dat er iets mee gebeurt. Als we dat goed oppakken stimuleert dat het vertrouwen in de overheid. Dat zorgt op zich voor meer meldingen. In combinatie met preventie is dat een impuls om een veilige omgeving te creëren.
Een vergelijkbare trendbreuk wens ik ons hier ook toe, dat het niet rustig wordt na een schietincident waar 4 of 5 doden vallen. Gewone wapens worden inmiddels door criminelen ingeruild voor automatische wapens, met kansen op nog meer onschuldige slachtoffers. We moeten er samen voor zorgen dat informatie op de juiste plekken komt om er wat mee te doen.
De aanpak van de task force vuurwapens olv minister Girigorie is een helder signaal dat we dat extreme geweld niet tolereren en de krachten met alle partners verenigen. De belangrijkste schakel in die aanpak is de burger, als het geweld harder wordt heeft de burger daar de meeste last van.
Het vraagt om een burger die zich laat horen, die weerbaar wordt en informatie desnoods anoniem deelt. Een burger die de weg kent. En een overheid die de burger helpt, die zorgvuldig met die informatie omgaat, anonimiteit garandeert en wat met de informatie doet. In tal van landen zijn opsporingsprogramma’s erg succesvol, social media, facebook, whats app groepen maken dat we steeds sneller mensen kunnen bereiken en dat is bovendien wederkerig.
Het OM zal zich blijven richten op de professionalisering van het opsporingsproces, en daar hoort het contact met burgers nog veel nadrukkelijker bij. Ik wens ons als rechtspraak toe dat de burger centraal staat en blijft staan en dat wij hem het vertrouwen kunnen geven om informatie te delen en samen onze omgeving een stuk veiliger te maken.
Dank U !
Bron: Openbaar Ministerie
Hear hear!