In strijd met mensenrechten
WILLEMSTAD — De Raad van Advies heeft negatief geadviseerd over het initiatiefvoorstel van Pueblo Soberano om het recht op vervroegde in vrijheidsstelling voor kindermoordenaars in het Wetboek van Strafrecht te schrappen.
Directe aanleiding was het verzoek van James Murray, die in 1979 tot levenslang werd veroordeeld voor de moord op Darly Lai (9).
In het nieuwe Wetboek van Strafrecht dat in 2010 van kracht werd, komen levenslang gestraften na twintig jaar in aanmerking voor vervroegde in vrijheidsstelling.
Murray deed dit verzoek, dat voor veel commotie zorgde.
Inmiddels is dit verzoek ook afgewezen door de rechter.
Behalve dat de RvA vond dat het initiatief onvoldoende was gemotiveerd, werd ook gewezen op het feit dat schrappen van het artikel, teweeg kan brengen dat Curaçao op de grens kan worden gebracht (of daar over gaat) van hetgeen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voor acceptabel houdt.
Curaçao loopt het risico dat het EHRM tot het oordeel komt dat het niet verkortbaar zijn van een straf, strijd oplevert met artikel 3 en 5, vierde lid van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
In geval sprake is van strijdigheid met deze artikelen, is het hof van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenis als een inhumane behandeling in de zin van artikel 3 van het EVRM moet worden beschouwd.
Naar het oordeel van de Raad is er dus geen aanleiding om artikel 1:30 van het Wetboek van Strafrecht te schrappen.