WILLEMSTAD — De reactie van Tom Kok op de persconferentie van vorige week maandag door de president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), Emsley Tromp, is doorspekt met (juridische) onjuistheden en weglatingen van relevante feiten, laat de CBCS-directie weten.
Kok is lid van de Raad van Commissarissen (RvC) van CBCS en werd tijdens deze persconferentie beschuldigd van het verspreiden van leugens over de bankpresident en het schenden van zijn geheimhoudingsplicht.
“CBCS wenst geen publieke discussie met de heer Kok aan te gaan, omdat de media niet het gepaste forum vormen voor een interne discussie, alsook met het oog op de geheimhoudingsplicht”, aldus de Centrale Bank. Wel wil zij reageren op twee zaken, namelijk de benoeming van een tijdelijke commissaris en de integriteitkwestie.
De CBCS en haar president kwamen twee weken geleden onder vuur te liggen vanwege diverse berichtgeving over de Bank en verzekeringsmaatschappij Ennia in het Financieele Dagblad (FD). De verzekeraar zou onder het toeziend oog van CBCS en De Nederlandsche Bank (DNB) financieel zijn uitgehold door haar eigenaar, Hushang Ansary. Hierdoor zou het pensioen van tienduizenden polishouders in gevaar zijn. FD baseerde zich hierbij op een geheim rapport van DNB. Ennia heeft enigszins geprobeerd haar bezorgde pensioenpolishouders gerust te stellen door hen ervan te verzekeren dat hun belangen ‘meer dan voldoende gewaarborgd zijn en blijven’.
De krant richtte zich vervolgens op CBCS en Tromp. FD meldde dat De Nederlandsche Bank (vorig jaar om uitbreiding van haar prudentiële toezichtbevoegdheden heeft gevraagd vanwege toenemende zorgen omtrent het goed functioneren en integriteit van CBCS. De krant haalde ook een integriteitsonderzoek – dat uiteindelijk nooit is verricht – naar Tromp aan. De Bank-president zou verder volgens FD ‘korte lijntjes’ hebben met sleutelfiguren in bedrijven waar hij toezicht op moet houden, zoals Ansary. Ook dook de krant in het privéleven en de privéfinanciën van Tromp.
Tromp noemde de in FD verschenen artikelen een aanval tegen hem, georkestreerd door Kok en een ex-bestuurslid/aandeelhouder van Girobank (lees: Eric Garcia). Kok zou ‘heel Nederland’ zijn afgegaan om valse aantijgingen over Tromp te verspreiden, wat ertoe leidde dat DNB haar zorgen over de integriteit van CBCS in het Rijksministerraad uitte. Garcia zou bedreigd hebben een lastercampagne tegen Tromp te starten.
Tijdelijke commissaris
In een uitgebreide reactie op de aantijgingen van Tromp in de Amigoe van afgelopen vrijdag stelde Kok dat de tijdelijke aanwijzing van RvC-lid Robert Pietersz niet volgens het statuut is gelopen. Verder gaf hij aan niet te begrijpen waarom de president van het Gerechtshof een brief heeft geschreven over de positie van Pietersz: “De vraag is op basis waarvan de president van het Hof een juridische opinie heeft afgegeven. Het lijkt er sterk op dat er slechts sprake is van het uiten van de privémening van de president.” De CBCS stelt hier als reactie op dat ‘als de opinie Kok inhoudelijk niet welgevallig is, hem de weg openstaat voor het vorderen van een verklaring voor recht’. “Hij kan dat doen zonder twijfel te zaaien over de zorgvuldigheid en zuiverheid waarmee de Hofpresident in dit dossier te werk gaat”, aldus de Bank. Zij vindt het verder verbazingwekkend dat Kok na lange tijd alsnog de rechtsgeldigheid van de tijdelijke benoeming van Pietersz ter discussie stelt. Dit ‘nadat hij zelf circa 500 dagen met Pietersz in de RvC heeft samengewerkt en informatie heeft gedeeld’.
Integriteitkwestie
Vorig jaar spande de RvC een kort geding aan tegen de Raad van Bestuur (RvB, bestaande uit Tromp, Jerrald Hasselmeyer en Alberto Romero). Tromp, Hasselmeyer en tevens RvC-leden Pietersz en Hubert Lopez zouden de uitvoering van een integriteitsonderzoek naar de bankpresident hebben ‘gefrustreerd’ en aangestelde onderzoekers zouden toegang tot de Bank zijn geweigerd. Daaropr besloot de RvC de RvB-leden Tromp en Hasselmeyer via de rechter te dwingen medewerking te verlenen aan het integriteitsonderzoek. “In december 2015 is in gesprekken onder leiding van de rechter overeenstemming bereikt tussen de RvC en de RvB over een alternatieve aanpak voor het onderzoek. Maar afspraken die daarbij zijn gemaakt zijn door de RvB nog niet nagekomen. Het kort geding is dus nog hangende”, aldus Kok vrijdag in de Amigoe.
De CBCS stelt dat de behandelend rechter tijdens de behandeling van het kort geding mogelijkheden zag om via een bemiddelingstraject het geschil op te lossen. “Het mediation-traject is met instemming van alle partijen ingezet en ook afgerond met een vaststellingsovereenkomst, waaronder de afspraak dat er géén integriteitsonderzoek meer komt”, reageert CBCS. Volgens de Bank heeft de RvC gedurende de bemiddeling gelegenheid gehad en genomen om vragen over de integriteit van de RvB-leden die toentertijd aanleiding vormden voor het instellen van het integriteitsonderzoek, rechtstreeks aan de RvB voor te leggen. “De RvB heeft vervolgens alle gestelde vragen naar voldoening beantwoord, met als uitkomst dat de RvC geen reden meer zag voor voortzetting van het integriteitsonderzoek”, stelt CBCS. Hierbij haalt zij een persbericht van 14 december jl. aan, dat door alle partijen is ondertekend: “Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een besluit van de RvC om de kort-gedingprocedure te beëindigen en af te zien van een nader integriteitsonderzoek.” Dat Kok het kort geding niet heeft ingetrokken komt neer op nalatigheid van zijn kant, stelt de Bank.
Bron: Amigoe