WILLEMSTAD — Het verzoek van oud-Financiën-minister voor MFK George Jamaloodin aan de rechter om een afrondingstermijn van het onderzoek Maximus vast te stellen, wordt binnenkort behandeld.

Advocaat Everett Wilsoe meldt dat hiervoor 19 september is geprikt.

Wilsoe diende het verzoek, gebaseerd op artikel 56 van het Wetboek van Strafvordering, op 1 augustus in bij de rechtercommissaris. Jamaloodin is één van de verdachten, betrokken in het onderzoek naar de intellectuele daders achter de moord op Statenlid Helmin Wiels drie jaar geleden. Hij werd op 24 juli 2014 aangehouden en in verzekering gesteld, voor zijn detentie uiteindelijk werd opgeheven.

De oud-minister vindt dat het onderzoek al te lang heeft geduurd en wil graag uitsluitsel. Het feit dat hij zo lang verdachte is, is schadelijk voor zowel zijn privé als zijn zakelijke belangen, stelt Wilsoe.

Het genoemde artikel stelt dat de termijn waarin iemand als verdachte in een strafzaak wordt beschouwd, redelijk moet zijn. Een dergelijk verzoek werd destijds ook gedaan door de UPB-politici Ramonsito Booi en Burney Elhage in de zaak Zambezi op Bonaire. Het hof besliste toen dat het OM het onderzoek naar fraude en corruptie binnen een gestelde termijn moest afronden, omdat het onderzoek al een paar jaar liep.

Zoals reeds bekend werd Jamaloodin tijdens de regiezitting Maximus tegen verdachte Burney ‘Nini’ Fonseca, net als zijn halfbroer en tevens loterijbaas Robertico ‘Robbie’ dos Santos, genoemd als de opdrachtgevers. Fonseca zou de schakel zijn geweest tussen de uitvoerende en de intellectuele daders. De zaak Maximus tegen hem is voor onbepaalde tijd aangehouden.

Of Jamaloodin aanwezig zal zijn bij de behandeling van de zaak laat even op zich wachten. Hij bevindt zich in het buitenland. Het OM is hiervan op de hoogte, de organisatie weet dat hij eerder in verband met zijn gezondheid naar het buitenland moest gaan en dat hij nog niet terug is.

Bron: Amigoe