Bezoeker wordt gevraagd naar onlangs bezochte landen
Willemstad – Op luchthaven Hato wordt er uit voorzorg gescreend op ebola. Het immigratiepersoneel vraagt daarom alle arriverende bezoekers of zij onlangs naar een door ebola geteisterd land zijn afgereisd. Liberië, Sierra Leona en Guinee zijn op dit moment de landen waar een ebola-epidemie heerst.
Epidemioloog Izzy Gerstenbluth instrueerde onlangs het immigratiepersoneel over de ziekte. Zo is onder meer uitgelegd hoe met een mogelijk besmet persoon moet worden omgegaan. Want niet alleen moet er worden gezorgd voor deze patiënt, ook moet er worden uitgezocht wie naast deze persoon zat in het vliegtuig en wie hem heeft bediend.
De coördinator, in dit geval Gerstenbluth, moet direct op de hoogte worden gesteld zodat het preventieproces op gang kan worden gebracht. In het geval dat ebola is geconstateerd, moeten alle passagiers eerst het vliegtuig verlaten, met uitzondering van de personen die symptomen vertonen.
Ambulancepersoneel wordt op de hoogte gesteld en de patiënt wordt geïsoleerd. Ook moeten gegevens worden genoteerd van de personen die in direct contact met de patiënt zijn geweest.
Meer praktisch heeft de epidemioloog erop aangedrongen om flacons gevuld met desinfecterende zeep bij alle balies van de immigratie te plaatsen. Wanneer er verdenkingen zijn van de aanwezigheid van ebola, moeten de leden van het korps beschermd worden wanneer zij de documenten van de persoon in kwestie afhandelen.
Gerstenbluth legde eveneens tijdens de lezing uit dat ebola een virus is dat via direct contact wordt overgebracht op een ander, onder andere door contact via bloed, sperma, zweet, uitwerpselen en urine van een persoon die met het virus is besmet.
Ook legde de epidemioloog uit dat de overlijdenskans groot is voor degene die met de ziekte besmet raakt. Het overlijdenspercentage is momenteel tussen de 50 en 90 procent. De incubatieperiode is drie weken. Symptomen van ebola zijn: hoge koorts, hoofdpijn, spierpijn, bloed overgeven, bloed in de uitwerpselen, bloeden uit mond, neus en ogen en interne bloedingen.
Om te voorkomen dat iemand besmet raakt met dit virus, moeten de handen regelmatig worden gewassen en moet contact met bloed, urine, sperma, zweet en uitwerpselen van een ander worden voorkomen. Apen en vleermuizen zijn de dragers van dit virus.
Bron: Antilliaans Dagblad