28 C
Willemstad
• donderdag 2 mei 2024

Extra | Journaal 30 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Monday, April 29, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 29 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Friday, April 26, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 26 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, April 25, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...
- Advertisement -spot_img

Opinie | Investeren in (onderzoeks)klimaat

HomeAuteursOpiniesOpinie | Investeren in (onderzoeks)klimaat

Opinie Dr. Jeff Sybesma & Rob van Gestel

University of Curacao | Extra

WILLEMSTAD – Vandaag is in Glasgow, te Schotland, Verenigd Koninkrijk, de 26e bijeenkomst van partijen bij het Klimaatverdrag geopend. Het Koninkrijk der Nederlanden is ook partij bij dit verdrag doch alleen voor het Europese deel. De Caribische delen van het Koninkrijk, BES en CAS, zijn dus geen partij bij dit belangrijke verdrag.

Deze bijeenkomst staat volledig in het kader van de opwarming van onze aarde en de gevolgen daarvan. In deze conferentie zullen de aangesloten verdragslanden worden gevraagd wat zij hebben gedaan en zullen doen aan de 2015 doelstelling om de opwarming niet verder te doen oplopen dan met 2 graden Celsius en het liefst niet verder dan 1,5 graden Celsius.

Tijdens dit zogenaamde Parijs akkoord verbonden de verdragstaten zich namelijk om ervoor te zorgen dat in 2050 de opwarming teruggebracht is tot 0 graden. De bedoeling is dat komende dagen de landen in Glasgow besluiten de datum van 2050 zelfs te vervroegen naar 2030. Dit betekent wel een enorme inspanning op allerlei gebied waarbij vooral in het oog springt het zo snel mogelijk uitfaseren van fossiele brandstoffen en overgaan tot schone energie.

Investeren in wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van klimaatverandering zal ongetwijfeld een positief langetermijneffect hebben. Onderzoek laat immers thans reeds zien dat de CAS landen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) binnen het Koninkrijk het eerst getroffen zullen worden door de klimaatcrisis waarvan we nu al de eerste signalen zien. Het aantal verwoestende tropische stormen, zoals de orkaan Irma, waar Sint Maarten eerder door werd getroffen, zal de komende decennia in aantal en kracht toenemen.

We zien nu ook al de gevolgen van de zeespiegelstijging door de klimaatverandering in de vorm van erosie van stranden en achteruitgang van koraalriffen, belangrijke grondstoffen voor het toerisme van deze landen, en bijvoorbeeld een duurder wordende drinkwatervoorziening door stijgende temperaturen.

Gelukkig wordt er ook al het nodig gedaan voor wat betreft het in kaart brengen van de mogelijke gevolgen van klimaatverandering en de mogelijke wijzen om daarop verstandig te reageren. Dat gebeurt echter vooral nog in Nederland. Daar bestaat helaas vaak nog relatief weinig oog voor de specifieke problemen van de CAS. Als een Nederlandse minister stelt dat mensen op de eilanden maar minder hun airco moeten gebruiken en niet zo vaak moeten douchen dan getuigt alleen dat al niet van een sterk ontwikkeld gevoel voor de verschillen qua woon- en leefomstandigheden die er sowieso al zijn tussen Nederland en de CAS.

Het feit dat er ook anderszins weinig rekening wordt gehouden met de gevolgen van klimaatverandering voor de CAS zagen we ook reeds naar aanleiding van het Urgenda arrest. Daarin dwong de Hoge Raad tot veler verrassing de Nederlandse regering om de CO2-uitstoot in 2020 met 25% te reduceren ten opzichte van 1990. In de nasleep van dat arrest leek vrijwel niemand zich namelijk af te vragen wat dit arrest betekent voor de CO2-uitstoot van de overzeese gebiedsdelen.

De uitstoot van broeikasgassen op deze eilanden is vergelijkenderwijs erg hoog en zal nog veel hoger worden wanneer bijvoorbeeld de Curaçaose en de Arubaanse raffinaderijen weer volledig open zouden gaan, zonder ingrijpende milieumaatregelen. In het rechtswetenschappelijke debat in Nederland over het Urgenda arrest werd bijvoorbeeld niet ingegaan op de vraag: geldt de uit de artikelen 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens afgeleide “duty of care” om gevaarlijke klimaatschade tijdig te voorkomen, zoals uitgesproken door de hoogste rechter, op dezelfde manier voor de eilanden en wie is daar binnen het Koninkrijk voor verantwoordelijk? 1)

Dit soort vragen zal de komende jaren steeds vaker opkomen, mede in relatie tot de energietransitie (overschakeling van fossiele naar duurzame energiebronnen), woningbouw (circulair bouwen), toerisme (van milieuverslindende cruisevakanties naar eco-tourisme), visserij (veranderende vispopulatie door het verdwijnen van koraal) enzovoort. Om het hoofd te kunnen bieden aan de gevolgen die de onvermijdelijke storm van klimaatbeleid voor de CAS zal hebben, is het van groot belang voor de eilanden om hun juridische kennis op orde te krijgen, omdat dit mede bepalend zal zijn voor wat er economisch kan en mag.

Het Urgenda arrest, maar bijvoorbeeld ook uit de uitspraak van de rechtbank Den Haag die multinational Shell dwingt om de CO2-uitstoot van het concern in 2030 met 45% te hebben teruggebracht 2) en de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba inzake te hanteren luchtvervuilingsnormen door het land Curacao inzake de Isla-raffinaderij 3), laten zien hoe belangrijk en dichtbij de rol van het recht is in het debat over klimaatverandering. Nu we vrijwel overal zien dat klimaatwetgeving maar moeizaam tot stand komt vanwege politieke verdeeldheid, is het steeds vaker de rechter die gedwongen wordt tot ingrijpen.

Natuurlijk is juridische kennis niet de enige kennis die vereist is om met klimaatproblemen om te gaan, andere wetenschapsgebieden zijn ook van belang en inmiddels worden daar ook initiatieven in ondernomen.4)

Onderzoeksterreinen waar bijvoorbeeld de universiteiten van Curaçao en Aruba 5) concreet iets mee kunnen doen. Zij bezitten reeds een juridische faculteit die ook nauwe contacten onderhoudt met de rechtspraktijk. Veel hoogwaardig onderzoek op dit gebied wordt er echter nog niet verricht.

Dat is zeker geen verwijt! Wij beseffen heel goed dat er sprake is van beperkte menskracht en middelen en dat het aanbieden van onderwijs de belangrijkste eerste levensader van deze hoger onderwijsinstellingen is. Desalniettemin is het wat ons betreft cruciaal dat dit onderwijs met het oog op de toekomst veel meer dan thans gevoed moet worden door onderzoek. Dat kan louter door strategische samenwerking te zoeken met buitenlandse universiteiten.

De meest natuurlijke en snelle manier om dat te doen is het initiëren van promotieonderzoek zodat getalenteerde studenten van de CAS zelf opgeleid worden tot experts op dit gebied. Een van de weinige voordelen van de Covid crisis is daarbij geweest dat op het gebied van educatie en onderzoek op afstand via digitale media, bijvoorbeeld college geven en begeleiding van onderzoek, veel meer mogelijk is dan in het verleden werd gedacht. Belangrijk is daarbij wel dat het goed moet worden georganiseerd en gefinancierd!

In Nederland bestaan er verder al tal van prikkels voor universiteiten om te investeren in promotieonderzoek. Dat heeft er in geresulteerd dat het aantal juridische promoties vanaf 1995 bijna verdubbeld is. 6)

Dat heeft allerlei oorzaken, maar om enkele belangrijke factoren te noemen: Nederlandse hoogleraren worden voor wat betreft hun bevorderingskansen onder andere afgerekend op het aantal promovendi. De voorzieningen qua opleiding en begeleiding van zogeheten “buitenpromovendi” die naast hun promotieonderzoek een (deeltijd) baan in de praktijk hebben zijn de laatste jaren sterk verbeterd, waardoor het ook voor die groep aantrekkelijk is geworden om een promotietraject te beginnen en ook af te maken.

Belangrijk is verder ook dat Nederlandse faculteiten per afgeleverde gepromoveerde een bonus van zo’n € 80.000,- krijgen (tot voor kort was dat bijna € 100.000,-), hetgeen een belangrijke inkomstenbron voor faculteiten is geworden.

Voor wat betreft de CAS universiteiten, UoC en UA, gelden dergelijke (financiële) faciliteiten niet. Wij menen echter dat het ook voor de CAS mogelijk moet zijn om op dit gebied op korte termijn vooruitgang te boeken door het financieel aantrekkelijk te maken voor de juridische faculteiten van Curaçao en Aruba om werk te maken van gezamenlijke promotieprojecten met buitenlandse faculteiten voor studenten die wonen en (soms) werken op de eilanden. Dit heeft tal van voordelen. Zo zal om te beginnen de kwaliteit van het onderwijs op dit ook voor de eilanden belangrijke thema, door meer onderzoek een “boost” krijgen. Iedere ervaren wetenschapper weet dat academisch onderwijs dat niet gevoed wordt door onderzoek verschraald. Anders gezegd, het ontwikkelen van een onderzoeksklimaat is wezenlijk voor de kwaliteit van het onderwijs en daarmee van de denkkracht van de samenleving. Daarnaast zal investeren in promotieonderzoek de kansen van jonge talentvolle studenten op de eilanden op de arbeidsmarkt vergroten. Op termijn zal het bovendien de relatief dure afhankelijkheid van de UoC en UA van Nederlandse zusteruniversiteiten kunnen verminderen.

Wat dit laatste betreft geldt dat investeren in promotieonderzoek ook gepaard dient te gaan met een concept als “train the trainer”. Door de diverse bijzondere hoogleraren aan de UoC en UA, te koppelen aan – bij voorkeur – gepromoveerde lokale docenten bij het begeleiden van gezamenlijke promovendi zal ook aan die kant meer kennis en ervaring ontstaan, mits dat goed georganiseerd wordt. Wanneer daarbij, zowel door de Nederlandse als de lokale overheid, geïnvesteerd wordt in de promotieopleiding van getalenteerde studenten, menen wij bovendien dat daarvoor ook iets teruggevraagd zou kunnen worden van deze toekomstige promovendi in die zin dat zij ook een stukje onderwijs of maatschappelijke dienstverlening voor hun rekening gaan nemen tijdens en direct na hun promotieonderzoek.

Het belangrijkste doel van ons voorstel om meer te investeren in promotieonderzoek is echter om de eilanden weerbaarder te maken ten opzichte van de tsunami aan beleid en regelgeving die de komende jaren op de CAS zal afkomen en die omgezet zal moeten worden naar eigen recht en beleid. Hoogwaardige kennis is daarvoor onmisbaar.

Ons voorstel is daarom op kleine schaal en in nauw overleg tussen universiteiten, landsbesturen en NGO’s te starten met één of meer proefprojecten om te leren hoe de CAS het beste hun kennisinfrastructuur op dit gebied kunnen opvijzelen.

Indien deze projecten slagen zullen ze vervolgens breder uitgerold kunnen worden. Hierbij geldt dat de geschiedenis heeft geleerd dat investeren in hoogwaardige kennis altijd heeft geleerd dat dit uiteindelijk ook ten goede komt van het investeringsklimaat en de vitaliteit van de samenleving.

__________

Voetnoten:

1) R. van Gestel & J. Sybesma, De olievlekwerking van Urgenda in het Koninkrijk. Nederlands Juristenblad, 2020, p. 468-477.

2) Rechtbank Den Haag 26 mei 2021; ECLI:NL:RBDHA:2021:5337.

3) Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 01-06-2021; ECLI:NL:OGHACMB:2021:167.

4) Sealink project; https://www.sealinkcaribbean.net/.

5) University of Curaçao (UoC) en Universiteit van Aruba (UA).

6) Zie: https://www.vsnu.nl/f_c_promovendi.html

Dr. Jeff Sybesma is gastdocent aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de University of Curaçao, Lid van de Raad van Advies Curaçao en bijzondere rechter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Professor dr. Rob van Gestel is hoogleraar theorie en methode van wetgeving aan Tilburg University en hoogleraar methoden van juridisch onderzoek aan de KU Leuven. Deze opinie is echter volledig op eigen titel geschreven.

1 reactie

  1. Beste Jeff,
    Ik heb het artikel ‘De olievlekwerking van Urgenda in het Koninkrijk’ en kom met je in contact over dit onderwerp voor Caribisch Nederland.
    Kun je mij mailen dan praten we verder.
    Saludos,
    Stewart de Windt LLM

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties