Niet-financiële ondernemingen rapporteren weinig
Verdachte meldingen ter waarde van miljarden guldens
Willemstad – De Financial Intelligence Unit (FIU, vroeger het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties) rapporteert een groei in het aantal ongebruikelijke transacties in de periode 2015 en 2016 tot en met 2019. Over deze laatste jaren is nu een jaarverslag opgesteld, samengebundeld in één document.
Daarmee is een groot deel van de achterstand in het opleveren van de jaarverslagen ingehaald. ,,We plannen om de jaarrapporten over 2020 tot en met 2022 rond eind maart te publiceren”, zo stelt FIU-directeur Anne-Marie Kemna tegenover deze krant. In 2015 waren er 19.382 meldingen van ongebruikelijke transacties. Het aantal loopt op tot een record van 52.170 in 2018. In 2019 daalt het aantal meldingen weer tot 40.700. Niet alle meldingen worden ook doorgezet voor nader onderzoek bij het Openbaar Ministerie (OM). In 2019 zijn er bijvoorbeeld meer verdachte meldingen (4.053) dan in 2018 (2.893). Daarom is het geldbedrag dat hiermee gemoeid is ook verschillend. Uitgedrukt in geldwaarde bijna 6 miljard gulden in 2019 en 2,4 miljard gulden in 2018.
In de rapportage staat: ,,De groei in meldingen zet door, echter niet voor alle sectoren. De groei wordt vooral veroorzaakt door een groei van de meldingen uit de bancaire sector (nationaal en internationaal), de geldtransactiekantoren en de (online en landgebonden) kansspelsector. Het aantal meldingen uit de trustsector is in 2015 echter weer afgenomen in de jaren daarna. Verder valt op dat het aantal meldingen van de aangewezen niet-financiële ondernemingen en professionals zoals notarissen, verzekeringsmaatschappijen, juweliers en handelaren in edelmetalen en edelstenen, administratiekantoren, accountants en advocaten door de jaren heen vrij laag blijft.”
Volgens het jaarverslag kan de tijdelijke ‘stagnatie’ in de groei van de rapportages in 2016 een gevolg zijn van de ingrijpende wijzigingen in de rapportage-indicatoren die in dat jaar van kracht zijn geworden. Deze wijziging hield een vereenvoudiging in vooral voor wat betreft het melden op subjectieve basis. Daar bleef slechts één subjectieve indicator voor over, namelijk:
‘Een transactie waarbij er reden is om aan te nemen dat deze verband kan houden met witwassen of financiering van terrorisme’. Deze subjectieve indicator heeft tot gevolg gehad dat er minder meldingen kwamen. FIU legt namelijk uit dat alle andere ‘subjectieve indicatoren’ uit de lijst van indicatoren werden geschrapt. ‘Vermoeden’ is niet meer vereist en in plaats daarvan komt ‘reden om aan te nemen’, wat een aanzienlijk lagere drempel voor melding is. ,,Dit houdt een verlaging van de analyselast in voor meldingsplichtigen om te bepalen of zij al dan niet moeten melden”, aldus de uitleg.
Dit blijkt ook uit de cijfers. Het aantal subjectieve meldingen is in 2019 (0,50 procent) bijna verwaarloosbaar in vergelijking met 2015 (41,9 procent).
Bron: Antilliaans Dagblad