WILLEMSTAD — Volgens de geschiedschrijving zagen omstreeks eind 15e eeuw de oorspronkelijke bewoners van Curaçao vreemde gevaarten op het water voor de kust van hun eiland opdoemen en daarna een van de natuurlijke havens binnenzeilen. De exacte datum van de komst van de Spanjaarden is niet te achterhalen, ook niet waar de Spanjaarden voor het eerst aan wal gingen.
Over het algemeen wordt nu aanvaard dat de datum moet liggen in de laatste week van juli of de eerste week van augustus 1499. Daarom wordt 26 juli nu gehanteerd als de dag waarop de Spanjaarden op Curaçao voet aan wal hebben gezet.
In 1949 werd 26 juli uitgeroepen tot de officiële Curaçaose nationale dag in verband met het 450-jarige jubileum van de ontdekking van Curaçao.
Hierbij ging men ervan uit dat de ontdekkingsreizigers altijd namen gaven aan de ontdekte gebieden naar de heiligendag. Aangezien de haven van Curaçao Sint Annabaai werd genoemd en er een dorpje genaamd Santa Anna door de Spanjaarden was gesticht, vond men aannemelijk te veronderstellen dat Curaçao op 26 juli, de heiligendag van Santa Anna, ontdekt werd.
Volgens de legende was zij de moeder van Jezus’ moeder, Maria.
Bron: De bewoners van Curaçao, vijf eeuwen van lief en leed, F.E. Gibbes, N.C. Römer-Kenepa, M.A. Scriwanek; Nationaal Archief 2002.