Willemstad – Volgens Cornelio Bouis, voorzitter van de Apri, de vakbond voor stafpersoneel bij Refinería Isla, is een vervolg op de lobbyreis van de bonden naar Venezuela, een logische stap. ,,We willen de leden van de Energiecommissie van het Venezolaans parlement uitnodigen om hier met eigen ogen te kunnen zien hoe het er bij de raffinaderij aan toegaat.”
Begin deze maand reisde een delegatie van de Apri samen met vertegenwoordigers van de Petroleum Workers Federation Curaçao, de PWFC af naar Venezuela om te lobbyen over de toekomst van de raffinaderij.
De delegatie heeft in de ogen van Bouis een ruime 7 of een kleine 8 verdiend met het werk dat zij verzet hebben.
,,Wij hebben alle gesprekspartners gesproken over het belang van voortbestaan van de raffinaderij voor beide landen.
De delegatie heeft goed ‘groundwork’ verricht, de mensen die wij hebben gesproken zijn nu op de hoogte van onze situatie.”
In het onderhoud met drie leden van de Energiecommissie van het Venezolaanse parlement kwam volgens Bouis duidelijk naar voren dat de leden op grond van de historische band tussen beide landen niet willen dat het eiland moeilijke tijden zou moeten meemaken door de situatie van de raffinaderij.
,,Wij zijn er helaas niet in geslaagd om de top van PdVSA te spreken, en zijn ook niet doorgedrongen tot de hoogste politieke kaders van het land. De personen die wij nog wilden spreken zijn op dit moment druk bezig met de verkiezingen van 8 december aanstaande.”
In augustus dit jaar werden er door de regering twee deadlines gesteld voor de contacten die er op regeringsniveau tussen beide landen gelegd moesten worden in het kader van de onderhandelingen over de toekomst van de raffinaderij.