Kan juist leiden tot verminderde economische groei
WILLEMSTAD — De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) vindt de motivatie van de regering om de omzetbelasting (ob) te verhogen niet erg overtuigend. Dat laat de VBC weten in de jongste nieuwsbrief.
De regering wil hoogstwaarschijnlijk per 1 maart overgaan op een differentiatie van de ob in tarieven van 0, 6 en 9 procent.
Daarmee wordt een verhoging van de belastingopbrengst met 17,8 miljoen op jaarbasis verwacht.
Maar de VBC is kritisch:
“Het is aannemelijk dat de eerdere verhoging van de ob van 5 naar 6 procent, per januari 2012, mede ertoe geleid heeft dat de economische groei is verminderd, waardoor de verwachte ob-opbrengsten niet zijn gehaald.
De reactie om het tarief dan maar verder op te trekken roept de nodige vragen op.
Immers, de kans is groot dat verdere lastenverzwaringen tot dalende economische groei zullen leiden en daarmee tot minder belastingopbrengsten.
Wat dan?
Wederom verhogen naar 12, 15, 20 procent of hoger?”
Ook vraagt de VBC zich af of de opbrengst van 17,8 miljoen gulden wel opweegt tegen de ‘grote administratieve en ingewikkelde controletechnische werkzaamheden die bij dit stelsel nodig zijn’.
Daarnaast is de overheid een onbetrouwbare partner volgens de VBC omdat er al ‘decennia wordt voorgesteld om het ob-tarief op te trekken naar 7 procent met afschaffing van cumulatie en een nultarief voor goederen en diensten van eerste levensbehoeften, om tegemoet te komen aan lagere inkomensgroepen.
Steevast werd het dogma gehanteerd dat dit niet kan, omdat je dan de eenvoud van het ob-stelsel zou doorbreken.
Nu blijkt dit argument ineens niet meer te gelden’.
De VBC concludeert dat het erop lijkt dat de ob-differentiatie ‘niets anders is dan het volgen van de weg van de minste weerstand om de overheidsinkomsten te verhogen’.
Op deze manier wordt volgens de organisatie de hoofdoorzaak van de overheidstekorten niet aangepakt:
“Het zijn namelijk de overheidsuitgaven die aangepast moeten worden en niet vice versa. Een van de gevolgen van deze keuze is dat de concurrentiepositie in het algemeen verslechtert en in het bijzonder die van het toerisme, de groothandel, toko’s en minimarkten. Sectoren waar de werkgelegenheid relatief groot is.”