PHILIPSBURG — De regering en de bevolking van St. Maarten zullen niet zwichten, voor geen enkele vorm van intimidatie. Dit was de reactie van minister-president van St. Maarten Sarah Wescot-Williams op een brief van de minister-president van Curaçao, Gerrit Schotte, die verklaarde dat zijn regering van plan was de obligatielening ten gunste van het havenbedrijf van St. Maarten te annuleren.
In de brief van 19 april stelde Schotte ook dat hij geen verzet tegen de plannen van zijn kabinet zou tolereren. In de brief zou ook nagenoeg direct gedreigd worden met een crimineel onderzoek in de zaak.
Wescot-Williams bracht zondag naar voren dat zij al duidelijk had gesteld dat geen van de twee landen zich unilateraal kon mengen in aangelegen van de gemeenschappelijke Centrale Bank zonder rekening te houden met de statuten van de bank. Zij voegde hieraan toe dat de regering van Curaçao zich nooit heeft verzet tegen de argumenten, waarop de Centrale Bank zich baseerde voor uitgave van de obligatielening en dat de bank in principe de economie van St. Maarten en de noodzaak voor economische activiteiten om de verdere ontwikkeling van het eiland te waarborgen voor ogen hield.
Twee regeringen konden onmogelijk op deze wijze met elkaar omgaan, volgens Wescot-Williams. Zij gaf dan ook met klem te kennen dat de regering van St. Maarten niet langer zou blijven toezien en zou accepteren dat het aanzien van St. Maarten werd aangetast door het debacle rond de Centrale Bank.
Volgens Wescot-Williams was de intimidatie gericht tegen de door St. Maarten voorgedragen leden van de Raad van Commissarissen van de Centrale Bank.
“Gesteld dient te worden dat zowel de regering van Curaçao als de regering van St. Maarten deze leden heeft benoemd.”
Voor wat betreft de protestactie bij het hoofdkantoor van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten op 21 april stelde Wescott-Williams: “Protestacties maken deel uit van de democratie. Als vertegenwoordigers van het volk niet alleen deelnemen aan het lanceren van dreigementen, maar intimiderende tactieken gebruiken om de boodschap over te brengen en burgers tegen elkaar opsteken, is het droevig gesteld met de democratische principes.”
De regering van St. Maarten heeft juridisch advies ingewonnen over de brief van premier Schotte en zal de kwestie begin volgende week verder afhandelen.