WILLEMSTAD — De Raad van Commissarissen (RvC) van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) heeft in een brief aan de ministers van Financiën Jose Jardim (Curaçao) en Roland Tuitt (St. Maarten) een voorstel gedaan voor hun bezoldiging. Dit was sinds het begin van de CBCS, vanaf 10-10-‘10 nog steeds niet geregeld.
Volgens leden van de RvC hebben zij dus ook al die tijd geen vergoeding ontvangen.
In het voorstel staat dat commissarissen per jaar bruto 10.000 gulden krijgen en voor iedere vergadering een vergoeding van 2000 gulden.
De voorzitter van de RvC ontvangt iets meer: per jaar 12.000 gulden en per vergadering 2200 gulden.
Daarbij ontvangt ieder lid van de RvC ook een vergoeding van 1800 gulden per commissievergadering.
De RvC kan uit haar midden een aantal commissies instellen, waaronder een benoemings- en honoreringscommissie, een auditcommissie en een beleggingscommissie.
De vroegere honorering van commissarissen van de voorloper van de CBCS, de Bank Nederlandse Antillen (BNA), bestond uit een vergoeding van 500 gulden per maand voor het commissarisschap en 2000 gulden per maand voor commissievergaderingen.
In totaal dus 30.000 gulden per jaar.
Naar verwacht wordt dit nu meer.
In de brief staat dat een commissaris kan rekenen op een totaalbedrag van 29.200 gulden per jaar als hij of zij aan het voorgeschreven minimum aantal vergaderingen deelneemt en daarnaast ook vier commissievergaderingen per jaar bijwoont.
Echter, het aantal commissievergaderingen is hoger.
De brief is geschreven door Jairo Bloem, die namens St. Maarten in de RvC zit.
Hij is echter niet de voorzitter van de RvC, maar fungeerde bij de vorige vergadering als voorzitter, omdat de Curaçaose leden van de RvC al geruime tijd niet meer aanwezig zijn bij de vergaderingen.
Hierbij zit ook voorzitter Renny Maduro.
Het wordt uit de brief niet duidelijk of de bezoldiging met terugwerkende kracht zal zijn of niet. Als de Curaçaose leden afwezig blijven, zullen zij volgens dit bezoldigingsvoorstel veel minder krijgen dan hun Sintmaartense collega’s en het zevende raadslid Robert Pietersz, die de laatste vergaderingen steeds belegd hebben.
Volgens Bloem zijn de voorgestelde bedragen tijdens de RvC-vergaderingen ook doorgenomen met het bestuur van de CBCS.
De vermogensgerechtigden, dat zijn de twee landen, vertegenwoordigd door de ministers van Financiën, moeten de bezoldiging binnenkort vaststellen.