Rusland erkent niet het gezag van het Zeerechttribunaal in conflicten die de nationale soevereiniteit betreffen.
Dat hebben Russische media dinsdag gemeld. Nederland besloot maandag om Rusland voor het tribunaal te slepen.
Russische kranten haalden een eerdere uitspraak aan van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken, dat meldde dat Rusland een voorbehoud had gemaakt toen Moskou het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties ratificeerde.
Advertentie
“De Russische zijde heeft toen een voorbehoud gemaakt waarbij het niet het gezag van internationale instanties erkent in conflicten die de soevereine rechten en jurisdictie betreffen”
, zo verklaarde de woordvoerder van het ministerie, Aleksandr Loekasjevitsj, tijdens een persbriefing vorige week.
Nederland stapt naar het Zeerechttribunaal in Hamburg om de onmiddellijke vrijlating te verkrijgen van het Greenpeace-schip Arctic Sunrise en de 30 opvarenden, onder wie twee Nederlanders.
Geschillen
Toen Rusland het Zeerechtverdrag in 1997 ratificeerde, liet het in een begeleidende verklaring weten dat het in bepaalde situaties geen procedures zou accepteren die tot bindende uitspraken zouden leiden.
Het Russische voorbehoud betreft geschillen over de afbakening van zeegrenzen, over militaire activiteiten en over acties van autoriteiten om de nationale soevereiniteit en jurisdictie te handhaven.
Uitspraken van het Internationaal Zeerechttribunaal zijn normaal gesproken bindend.
In totaal zijn 165 partijen en de Europese Unie verbonden aan het tribunaal.
Nederland
Het ministerie van Buitenlandse Zaken vindt dat het Zeerechttribunaal nu een oordeel moet vellen over bovenstaande kwestie.
“Nederland was bekend met de verklaring van Rusland dat het bindende geschillenbeslechting (arbitrageprocedure, Zeerechttribunaal) niet accepteert bij geschillen over soevereine rechten en jurisdictie”
, staat in en verklaring van het ministerie.
Tegelijkertijd vindt Nederland dat deze opstelling van Rusland ‘in dit geval niet van toepassing is’.
“Het is aan het Zeerechttribunaal om daarover een uitspraak te doen”
, aldus het departement van minister Frans Timmermans (PvdA).
Advertentie