DEN HAAG — Minister Ronald Plasterk vertrouwt op het oordeel van het College financieel toezicht (Cft) over de financiële situatie op Curaçao en St. Maarten. “De Rijksministerraad volgt het oordeel van het Cft in zonnige en in donkere tijden.
Het zal niet snel gebeuren dat het Cft iets ontraadt en de Rijksministerraad (RMR) besluit om het toch te doen of andersom”, zei de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag.
Plasterk reageerde hiermee op vragen van de Tweede Kamerleden André Bosman (VVD), Ronald van Raak (SP) en Sietse Fritsma (PVV), die zich zorgen maken over de inschrijving van Nederland op een lening van Curaçao van 60 miljoen gulden.
Volgens Bosman mag het Cft eigenlijk niet instemmen met de lening, omdat er geen duidelijk beeld is van de financiele situatie van Curaçao. Er is weliswaar een sluitende begroting, maar voor een betrouwbaar beeld zijn ook financiën van overheids-nv’s nodig, zei Bosman.
“Het Cft constateert zelf dat Curaçao eigenlijk niet voldoet aan de voorwaarden, maar gaat vervolgens toch akkoord met een lening. Omdat Nederland verplicht is om daar op in te schrijven, heeft dat ook gevolgen voor de Nederlandse begroting”, zei Bosman.
Samen met zijn partijgenoot Mark Harbers heeft hij de vragen ook schriftelijk aan de Nederlandse minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem voorgelegd. Ook Van Raak en Fritsma benadrukten het belang van informatie over de overheids- nv’s.
“Hoe kunnen ze akkoord gaan met een lening als ze geen inzicht hebben in de helft van al het geld van de overheid”, zei Van Raak, die ook zijn zorgen uitte over bijvoorbeeld de inkomsten van het havenbedrijf op St. Maarten.
Fritsma vroeg zich af hoe Nederland zo snel mogelijk onder de verplichting uitkomt om in te schrijven op leningen van Curaçao en St. Maarten.
“Ik vind het onduidelijk en onwenselijk, zeker omdat Nederland de verplichting heeft om op die leningen in te schrijven”, zei de PVV’er.
Plasterk legde de intentie van de Rijkswet Financieel Toezicht anders uit. Volgens hem is een harde vereiste dat landen een sluitende begroting hebben en is het aan het Cft om te beoordelen of er voldoende inzicht is in overige inkomsten en uitgaven.
“Het is juist goed dat het Cft geen envelop stuurt met een simpele plus of min, maar ook kanttekeningen kan plaatsen en om meer opheldering kan vragen. Het is een soort 6-, met de opdracht tijdens de zomervakantie nog wat werk te doen. Ik twijfel er niet aan dat het Cft een negatief advies zal geven als dat op zijn plaats is”, zei hij.
Bosman, Van Raak en Fritsma hielden echter hun twijfels.
“Ze persisteren al jaren in het niet geven van die informatie”, zei Bosman. Van Raak wees op de mogelijkheid dat Nederland uiteindelijk de financiële gevolgen zal moeten dragen als Curaçao of St. Maarten in dusdanige problemen komen dat ze failliet dreigen te gaan.
Plasterk benadrukte echter dat ook Curaçao en St. Maarten belang hebben bij gezonde overheidsfinanciën.
“En als het te lang duurt dat er te weinig inzicht is in het geld van de overheids-nv’s dan kan ik me voorstellen dat het Cft oordeelt dat de landen zich niet aan de afspraken houden”, zei hij.
Bron: Amigoe
door onze correspondent Otti Thomas