30 C
Willemstad
• dinsdag 23 april 2024

Extra | Journaal 19 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, April 18, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 18 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Telegraaf | Uitspraak in zaak tegen Jamel L. over doodsteken AH-medewerkster

DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag doet donderdag uitspraak in de zaak tegen Jamel L. over het doodsteken van een supermarktmedewerkster van een Albert Heijn...

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

Opinie | Het doel heiligt het middel niet (2)

HomeAuteursOpiniesOpinie | Het doel heiligt het middel niet (2)

Opinie Rutsel Silvestre J. Martha

Rutsel Silvestre J. Martha is de architrect van de E-zones waarin online gokken wordt toegestaan
Rutsel Silvestre J. Martha

In zijn reactie op mijn bijdrage merkt de heer Frielink op dat ik kennelijk niet op de hoogte was van de uitspraken van het Hof, waarin geoordeeld is dat in een onderzoek weldegelijk feiten mogen worden betrokken die van een eerdere datum zijn dan de inwerkingtreding van de enquêteregeling. Afgezien van het feit dat die jurisprudentie mij welbekend is, waarover hierna meer, merk ik op dat dit verwijt misleidend is.

De goede lezer zal inmiddels hebben opgemerkt dat ook de heer Frielink toegeeft dat het Hof nog niet heeft besloten over de essentie van hetgeen ik aan de orde heb gesteld. Ik laat de heer Frielink zelf aan het woord:

,,Een andere kwestie is, aldus het Hof, dat bij toepassing van de sanctiebepalingen wellicht gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vóór de invoering van de enquêteregeling buiten beschouwing moeten worden gelaten.”

In mijn bijdrage heb ik er juist op gewezen dat de bezwarende maatregelen, wegens strijdigheid met het rechtszekerheidsbeginsel, niet met terugwerkende kracht mogen worden ingevoerd. Het valt niet te ontkennen, en de heer Frielink doet dat ook niet, dat de sanctiebepalingen bezwarende maatregelen behelzen.

Het lijkt mij dat het niet zou stroken met de democratische rechtstaat om sancties op te leggen op gedragingen die zich hebben voltrokken voordat de regeling in werking is getreden. Vanuit dat oogpunt dient men zich daarom de vraag te stellen wat voor zin het heeft om dergelijke gebeurtenissen wel bij het onderzoek te betrekken, terwijl zij bij de sanctieoplegging buitenbeschouwing dienen te worden gelaten. Zulks, afgezien het risico van willekeur nu de wetgever niet heeft bepaald hoe ver men mag teruggrijpen en in welke gevallen.

Dit brengt mij bij de uitspraak van het Hof van 29 juni 2012 inzake ‘ImageSat International’. Ik wil in dat verband de tekst van artikel 81 van de Staatsregeling van Curaçao in herinnering roepen. Deze luidt:

,,Bij landsverordening worden de bekendmaking en de inwerkingtreding van landsverordeningen geregeld. Zij treden niet in werking voordat zij zijn bekendgemaakt.”

Verder wordt in de Algemene Bepalingen Wetgeving Curaçao bepaalt dat ‘de wet verbindt alleen voor het toekomende en heeft geen terugwerkende kracht’.

De vraag aan welke feiten een eenmaal in werking getreden landsverordening rechtsgevolgen kan verbinden, inclusief de vraag of een bevoegdheid mag worden toegepast op anterieure feiten, is een vraag van overgangsrecht.

Overgangsrecht ziet op de werking van de landsverordening regelt vanaf welk moment de nieuwe wet al dan niet wijzigingen aanbrengt in de anterieure rechtstoestand. Elke landsverordening is, al dan niet expliciet, voorzien van overgangsrecht. Hoofdregel van het overgangsrecht is dat de landsverordening verbindt, en dus toepasselijk is, vanaf haar inwerkingtreding rechtsgevolgen aan feiten die zich op of na haar inwerkingtreding voordoen. Dus wil men weten wat de bedoeling van de wetgever is inzake de toepasselijkheid van een nieuwe wet op anterieure feiten, dan moet men naar de overgangsbepalingen van de betrokken wet kijken.

In de genoemde uitspraak van 29 juni 2012 baseerde het Hof zich op de ‘Landsverordening overgangsrecht nieuw Burgerlijk Wetboek’ van het jaar 2000 (die ik overigens in mijn toenmalige hoedanigheid heb gecontrasigneerd). Deze redenering van het Hof berust evenwel op een kennelijk misverstand. Het Hof past immers de onjuiste overgangsregeling toe. De overgangsregeling die het Hof toepast dateert uit het jaar 2000 en regelt uitsluitend het overgangsrecht van boeken 1, 3, 5, 6, 7 en 8 NABW.

Zoals bekend, boek 2 houdende het rechtspersonenrecht is pas ingevoerd bij ‘Landsverordening van de 29ste december 2003 houdende vaststelling van de tekst van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek’. Boek 2 kent haar eigen invoeringsregeling, te weten ‘Invoeringslandsverordening Boek 2 BW’ (PB 2004 nummer 16) welke, met ingang 1 maart 2004, het nieuwe rechtspersonenrecht heeft ingevoerd (PB 2004, nummer 19).

Maar ook de invoeringsregeling van boek 2 (daterende uit 2003) geldt niet voor de temporele werking van de enquêteregeling. Deze is immers pas in 2011 vastgesteld en kent haar eigen invoeringsregeling, namelijk ‘Landsbesluit van de 23ste december 2011’. Men zoekt tevergeefs in zowel het laatstgenoemde en als in de ‘Invoeringslandsverordening Boek 2 BW’ naar een bepaling die de uit het jaar 2000 daterende ‘Landsverordening overgangsrecht nieuw Burgerlijk Wetboek’ van toepassing verklaard op de invoering van de in 2004 ingevoerde rechtspersonenrecht dan wel op de in het jaar 2012 ingevoerde enquêteregeling.

Derhalve, uit de vigeur van artikel 81 van de Staatsregeling volgt mijns inziens nu titel 8 van boek 2 zwijgt over de toepassing op anterieure feiten het daarom niet aangaat om feiten die vóór 1 januari 2012 hebben plaatsgevonden, aan de bepalingen van die latere wetgeving te toetsen. Een andere opstelling is ook niet verstandig omdat de willekeur die dat uitnodigt niet past in een democratische rechtstaat.

Dr. Rutsel S.J. Martha is oud-minister van Justitie van de Nederlandse Antillen (1998-2002) en is thans werkzaam als internationaal jurist in Londen.

 

Dit artikel is geplaatst in

26 reacties

  1. @obispo

    Zonder dat ik een waardeoordeel geef want ik ken de man niet : wetteksten en andere juridische zaken uit je hoofd kennen dan wel precies weten waar je die kunt opzoeken, zegt natuurlijk niets over integriteit. Het eerste is vooral een kwestie van jarenlang er in stampen en een goed geheugen, het laatste een karaktereigenschap.
    Waarbij ik dus niet zeg dat….etc.

  2. Intelligente man, Martha, met een indrukwekkend CV.

    Tegelijkertijd zo geobsedeerd van en verloren in zijn wetteksten dat hij door de bomen het bos niet meer ziet.

    En dat bos is de criminele MFK waarmee Martha breedlachend op de foto gaat en die het eiland voor 300 miljoen hebben opgelicht.

  3. @R.S.J. Martha (dé jurist uit Londen??????????????????????)

    Met uw korte verwijzing naar Frielink probeert u de suggestie op te wekken dat er gedurende 8 jaar een leemte in de wetgeving was. Een leemte die bestuurders – mogelijk – vrijstelde van onbehoorlijk bestuur

    De geschetste leemte heeft natuurlijk nooit bestaan. Het OM heeft altijd kunnen optreden tegen bestuurders. Echter het gerechtelijk onderzoek was altijd voorbehouden aan gerechtelijke instanties.

    Met de introductie van het enquêterecht kregen geprivilegieerde partijen zelf het recht om een gerechtelijk onderzoek te entameren.

    Gedurende 8 jaar moesten – de geprivilegieerde – partijen op Curaçao – echter terugvallen op de gebruikelijke procedures: zoals aangifte bij het OM, een KG etc.

    Sinds 2012 wordt het – voor geprivilegieerde partijen – weer wat eenvoudiger gemaakt.

    .

  4. Frielink: “Tot de invoering van Boek 2 BW op 1 maart 2004 bestond het recht van enquête in de Nederlandse Antillen. …. Met de invoering van Boek 2 BW in de Nederlandse Antillen verdween het recht van enquête, op één kleine uitzondering na, namelijk de mini-enquête inzake de stichting en de Stichting Particulier Fonds (SPF).” M.a.w van 2004 tot 2012 bestond er geen recht van enquête.

  5. @R.S.J. Martha (dé jurist uit Londen?)

    Het Antilliaanse enquêterecht was inderdaad tandeloos. De tanden moesten gevonden worden bij de in Boek 2 BW-NA geregelde rechtspersonen.

    Ook in Nederland was het enquêterecht tandeloos tot 31 december 1993. Per 1 januari 1994 veranderde dat met de introductie van de onmiddellijke voorziening in het enquêterecht.

    Waarom u mr Frielink citeert, is mij niet duidelijk. Wat wilt u hier mee zeggen? Per saldo is het enquêterecht nog steeds geen pitbull om bestuurders dood te bijten. De onmiddellijke voorzieningen zijn ingebracht om direct te kunnen ingrijpen in een onhoudbare situatie.

    Het enquêterecht is het recht om een gerechtelijk onderzoek te entameren. De uitkomst van dat onderzoek kan gebruikt worden voor vervolgstappen.

    De doeleinden van het enquêterecht worden goed omschreven in het Ogem-arrest.
    Hier heeft de Hoge Raad expliciet overwogen dat de enquêteprocedure verschillende doeleinden heeft. De Hoge Raad baseerde zich hierbij op de ontstaansgeschiedenis van het enquêterecht. Hieruit bleek dat de wetgever niet de opvatting was toegedaan dat de enquêteprocedure slechts dient tot sanering van en het herstel van gezonde verhoudingen door maatregelen van reorganisatorische aard binnen de onderneming van de betrokken rechtspersoon. De enquêteprocedure heeft tevens tot doel om openheid van zaken te geven en vast te stellen bij wie de verantwoordelijkheid ligt voor mogelijk wanbeleid. Voorts kan van de mogelijkheid tot het instellen van een enquête een preventieve werking uitgaan.

    In het kader van het bovenstaande had prof. mr. Huub Willems een breed speelveld.

    Prof. mr. Huub Willems heeft een indrukwekkende staat van dienst en zal zeker de grenzen van het speelveld opgezocht hebben. Dat kan ook niet anders met een wetgeving die pas ingevoerd werd op 1 januari 2012.

    Huub Willems kreeg op 15 juli 2013 zijn opdracht van het OM.

    In de visie van mr Martha zou het speelveld beperkt zijn tot 1 januari 2012. Een periode van 18 maanden. Als zijn – Martha’s – visie gevolgd wordt: wat als op 1 januari 2012 de opdracht zou zijn verstrekt?

    Een gemakkelijk taak voor Huub Willems: één A-viertje gedateerd op 2 januari 2012: ik heb niets gevonden!

  6. @obispo

    Hij zal ongetwijfeld een kundig rechtsgeleerde zijn. Maar ja ,die foto met die twee kornuiten. Dat is toch iets wat uit zijn curriculum zou moeten .

  7. @BuliBuli

    Nier zo dom zwetsen man.
    Vwb het begrijpend lezen het volgende;
    een hooggeleerde heer is idd een hoogleraar, benoemd en wel, oratie geven enz.
    Dat heb ik van Martha nooit ergens gelezen. Maar dat maakt niet uit, in de VS wordt men al snel prof. genoemd, of dr. geheel in tegentelling tot verschillende andere Europese anden. Overigens met alle respect voor dr. Martha. Niettemin blijf ik het uiterst merkwaardig vinden dat zo’n intelligent persoon op de foto met 1 van de grootste schurken op het eiland staat. Waarvan akte.

    @Sonny
    Helemaal correct, zoals je aangeeft “dr. Martha doet voorkomen alsof het enquêterecht een novum is sinds 1 januari 2012. Hij koketteert vervolgens – min of meer – met het legaliteitsbeginsel.”.

  8. Frielink: “Tot de invoering van Boek 2 BW op 1 maart 2004 bestond het recht van enquête in de Nederlandse Antillen. Dat recht was geregeld in de artikelen 132 e.v. Wetboek van Koophandel en zag op de NV. Voor de BV (ingevoerd op 1 januari 2000) gold die regeling niet. Er zaten nog enkele andere nadelen aan die regeling, waaronder: (i) van het recht van enquête kon alleen gebruik worden gemaakt in geval van toonderaandelen en niet bij aandelen op naam, tenzij de statuten anders mochten bepalen en (ii) in de wet waren geen expliciete sancties opgenomen die de rechter zou kunnen toepassen wanneer de uitkomst van het onderzoek daartoe aanleiding zou hebben gegeven. Het Antilliaanse enquêterecht werd om die reden dan ook wel tandeloos genoemd. Met de invoering van Boek 2 BW in de Nederlandse Antillen verdween het recht van enquête, op één kleine uitzondering na, namelijk de mini-enquête inzake de stichting en de Stichting Particulier Fonds (SPF).”
    Bron: K. Frielink, “Enquêterecht: introductie van een nieuwe procedure in het Antilliaanse en Arubaanse recht” [URL: http://www.curacao-law.com/wp-content/uploads/2008/02/PAO-CURSUS-WOENSDAG-ENQUETERECHT-16MRT11.pdf%5D

  9. dr. Martha doet voorkomen alsof het enquêterecht een novum is sinds 1 januari 2012. Hij koketteert vervolgens – min of meer – met het legaliteitsbeginsel.

    Het enquêterecht zit al verweven in de wetgeving sinds 1928 en, in het bijzonder voor Curaçao, sinds 8 januari 1958 (Wetboek van Koophandel van de Nederlandse Antillen)

    Er liggen voldoende aanknopingspunten – in de voorgaande wetgeving – om de stellingen van dr Martha onderuit te halen.

    Martha wil doen voorkomen dat er een nieuwe spoorlijn van Haarlem naar Amsterdam ligt. Hij denkt dat te kunnen aantonen met een nieuwe dienstregeling.

    Sinds 1839 ligt de spoorlijn er al en de eindbestemming is nog steeds Amsterdam. Het enquêterecht van Curaçao bestaat ook al tientallen jaren, ondanks nieuwe aangepaste wetgeving.

  10. Martha is geen ‘hooggeleerde heer’ aangezien hij geen prof. is.
    Maar wie weet lukt het hem wel een keer via zijn ‘vrindjes’ bij de UoC, want zo gaat dat hier bij ons.

  11. Eerlijk toegeven. Klinkt wel beter dan wat Sulvaran en Peterson voortbrengen. Echter de normale YDK zal er niets van snappen.
    Martha probeert in ieder geval zijn vriendjes te vrijwaren.
    Als we het over een democratie hebben dan dient de regering naar het volk te luisteren! en niet andersom. Nu hebben Schotte en Co zelf een wet gemaakt met als doel zichzelf vrij te platen (dat deden de dictators in Zuid Amerika ook en Berlusconi). In een echte democratie kan het volk wel eisen de schuldigen worden aangepakt! Dat is democratie! En laten we eerlijk zijn mr. Martha regering Schotte was totaal niet democratisch en de meeste MFK leden zijn de screening niet eens doorgekomen!

  12. Het zou Martha sieren als hij zijn juridisch gebral voor elitaire onderonsjes met leden van zijn ratvocatenclubjes bewaart en zich hier tot de kern van de zaak beperkt en dat is dat Schotte en van der Dijs 300 miljoen over de balk hebben gegooid.

    Maar inmiddels is wel duidelijk dat Martha zich volledig met de MFK mafia identificeert.

  13. Gezien zijn-poging tot verdediging van de wandaden van zijn- jeugdvrindjes : zal hij een hooggeleerd heer van laag allooi zijn ?
    Het is maar een vraag.

  14. Zijn we nu aangeland bij een rechtskundig toernooi tussen twee heren van stand? Het wapengekletter is op niveau, dat wel. Wij zouden de erudiete dr. Martha bijzonder erkentelijk zijn als hij het zo kon opschrijven, dat wij het kunnen begrijpen. Het wordt naar onze mening nogal nevelig opgeschreven. Er wordt kwistig met juridische termen gestrooid, die meer thuis horen in een scherpslijpend juridisch tijdschrift, dan in de KKC. Dus klopt er naar onze bescheiden en ongeschoolde mening iets niet. Een wezenlijk briljante geleerde kan zijn standpunten als een bosje peterselie uitleggen en verwerken. Kunnen we nog duelleren of het krui-, blad-, of wortelpeterselie moet zijn. De eenvoud van een bosje peterselie missen wij zo smartelijk. Nog een keer misschien, maar dan nu dat iedereen het kan begrijpen? Renée van Aller&John de Vries

  15. Vraag aan Rutsel, wie heeft jouw de opdracht gegeven om al deze rotzooi te schrijven, heb je niet wat anders te doen , dan als Gerrit de Raaf ( dief, oplichter en beroeps leugenaar) zijn straatje schoon te lopen vegen, misselijke vent dat je er bent.

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties