Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft vandaag geoordeeld dat dr. Miguel Goede onterecht is ontslagen als rector magnificus en wetenschappelijk hoofdmedewerker van de UNA.
Goede werd in augustus 2011 door de Raad van Toezicht van de UNA (RvT) op staande voet ontslagen, onder meer op basis van ernstige beschuldigingen van vermeende fraude. Eerder, in december vorig jaar, oordeelde de kortgedingrechter al dat het ontslag in een bodemzaak waarschijnlijk geen stand zou houden. Vorige week oordeelde de Accountantskamer in Zwolle dat het rapport van Terry Hernández, dat ten grondslag was gelegd aan de beschuldigingen van fraude, ernstige gebreken vertoonde.
De rechter die vandaag in de (bodem)ontslagzaak oordeelde was het daar mee eens. De UNA krijgt er in de uitspraak flink van langs, aldus mr. Annemarijke Bach Kolling, de advocaat van Goede.
Het Rapport van Hernández is “naar het oordeel van de rechter zowel in de wijze van totstandkoming ervan als in haar inhoud ondeugdelijk” en kan geen dringende reden opleveren voor een ontslag op staande voet.
De rechter concludeert dat “Hernández tot ernstige en diffamerende beschuldigingen aan het adres van Goede is gekomen – die naar hij moest begrijpen voor Goede vergaande gevolgen zouden hebben – zonder de gegrondheid van die beschuldigingen op een zorgvuldige manier te onderzoeken.”
Op de vragen van de rechter op de zitting van 8 mei jl. waarom Hernández voor het onderzoek belangrijke personen niet had gehoord, antwoordde Hernández dat hij “dit niet van belang vond“. De rechter overweegt in de uitspraak dat deze reactie “illustratief” is voor de handelswijze van Hernández en trekt dan ook de conclusie dat “er kennelijk bewust van is afgezien om belangrijke personen te horen“. De betreffende personen zouden volgens Goede de beschuldigingen van Hernández weerleggen.
Er is volgens de rechter niet vast komen te staan dat sprake is van antedatering van documenten of het ontrekken van gelden aan de UNA, zoals Goede werd verweten. Ook de andere redenen die zijn aangevoerd voor het ontslag zijn ongegrond. De rechter is voorts van oordeel dat de RvT beter had moeten weten.
Goede had aangevoerd dat de RvT vanaf haar aantreden doelbewust had aangestuurd op zijn ontslag. De rechter is het daar mee eens. Het is volgens de rechter duidelijk dat “het besluit van de RvT om Goede te ontslaan al eerder vaststond en dat zij de beide rapporten slechts heeft laten opstellen om een dringende reden te vinden dit op staande voet te doen“.
Ook stelt de rechter vast: “De RvT wilde, om redenen waarnaar het Gerecht alleen maar kan gissen maar die volgens Goede politiek gemotiveerd waren, van Goede af en heeft om haar doel te bereiken Goede moedwillig beschadigd; zij heeft hem niet alleen meermalen in brieven op onheuse wijze bejegend, maar heeft hem op basis van een ondeugdelijk onderzoek en evident ondeugdelijke rapporten beschuldigd van fraude, leugens en samenspanning.” De wijze waarop de UNA met haar rector magnificus is omgegaan is volgens de rechter dan ook “een universiteit onwaardig“.
De UNA heeft Goede aldus welbewust schade toegebracht en hem op grond van een voorgewende, valse reden ontslagen als gevolg waarvan sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. De UNA is in alle opzichten zeer ernstig tekort geschoten in haar verplichting om zich als goed werkgever te gedragen, aldus de rechter. De rechter heeft daarom aanleiding gezien om aan Goede een
“ruimhartige schadevergoeding” toe te kennen, “temeer waar de door Goede geleden schade welbewust lijkt te zijn toegebracht“.
Het ontslag – met name de wijze waarop dit heeft plaats gevonden – en de buitensporige media-aandacht die daaraan gegeven is, heeft volgens mr. Bach Kolling een zware tol geëist van de heer Goede en zijn gezin, zowel in emotionele als financiële zin. Hoewel de nadelige gevolgen van de ernstige laakbare handelswijze van de Raad van Toezicht helaas niet helemaal ongedaan gemaakt kunnen worden, wordt Goede thans middels deze vernietigende uitspraak volledig in het gelijk gesteld en gerehabiliteerd, aldus de advocaat.