Vanaf 1 mei 2019 treedt de richtlijn strafvordering voor mensensmokkel en mensenhandel in werking. Deze richtlijn is een voorschrift voor het Openbaar Ministerie voor de strafeisen bij de gevallen van mensensmokkel en mensenhandel.
Bij mensensmokkel gaat het om gevallen van personen smokkelen en het verschaffen van verblijf aan illegale vreemdelingen. Mensenhandel is een handeling, zoals werven, vervoeren, overbrengen, die met gebruik van bepaalde middelen, zoals dwang, geweld, afpersing, misbruik, wordt uitgevoerd met als doel uitbuiting uit winstbejag. Bij uitbuiting kan men denken aan gedwongen prostitutie of seksuele uitbuiting, gedwongen arbeid of arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en gedwongen bedelarij.
Deze richtlijn geeft uitgangspunten voor de strafeisen. Ook geeft deze strafeisrichtlijn uitdrukking aan de ernst van het misdrijf door de relevante strafverzwarende omstandigheden of strafmaat beïnvloedende factoren te benoemen.
Het is aan de officier van justitie om te bepalen, kijkend naar de omstandigheden van het geval, de verdachte en factoren met betrekking tot de slachtoffers, of er bij de strafvordering plaats is voor een voorwaardelijk strafdeel met eventueel bijzondere op te leggen voorwaarden. De vordering tot gevangenisstraf zal waar mogelijk vergezeld gaan van een vordering tot ontneming en/of verbeurdverklaring én een vordering tot ontzetting van eventuele rechten.
Deze richtlijn is geldig vanaf 1 mei 2019 en te raadplegen via https://bitlylink.com/zjOAe. Twee jaar na de inwerkingtreding volgt een evaluatie van deze richtlijn waarbij ook rekening zal worden gehouden met de rechterlijke uitspraken en motivering.
Bron: OPenbaar Ministerie