Oil-spill coördinator:
WILLEMSTAD — De Kustwacht heeft eind vorige week tijdens een helikoptervlucht, een olievlek op het zeeoppervlak geconstateerd in de directe nabijheid van Bullenbaai. De zeepatrouilles hebben tevens sludge (oliedrab) langs de kust van Bullenbaai uitgewezen, waarop de Haven Veiligheid Inspectie (HVI) werd gewaarschuwd, aldus de Kustwacht-woordvoerder Roderick Gouverneur. HVI heeft een onderzoek ingesteld: “De olie is afkomstig van de raffinaderij en is per abuis in het ongeveer 300 meter lange afvoersysteem van afvalwater terecht gekomen en zodoende in de zee beland”, aldus de HVI oil-spill-coördinator, Rudsel Henriquez.
“Het is nog moeilijk in te schatten hoe groot de hoeveelheid in zee gelekte olie is.
Dat moet het onderzoek uitwijzen. De raffinaderij, die overigens druk bezig is met de opruimwerkzaamheden met de inzet van vacuümtrucks, is ook een intern onderzoek gestart.
De HVI zal een rapport opmaken waarbij het verslag van de raffinaderij, uiteraard voorzien van onze bevindingen ter plaatse, naar het Openbaar Ministerie (OM) wordt doorgestuurd.
Hierop krijgt de raffinaderij een proces verbaal en een boete opgelegd. Helaas is de wetgeving zo gedateerd – het betreft een havenregeling uit 1936 – dat de maximale boete slechts 5000 gulden kan bedragen, wat natuurlijk niet meer van deze tijd en dus irreëel is.
De raffinaderij moet uiteraard de kosten van de schoonmaak betalen en heeft tot nu toe alle medewerking verleend”, aldus de oil-spillcoördinator.
Hij licht toe dat op de raffinaderij afvalolie in een grote tank, van water wordt gescheiden.
“Als de tank tot de maximale hoeveelheid is gevuld, bestaat de inhoud voor 80 procent uit olieresten en 20 procent uit water. Als het water wordt afgescheiden komt het in een afvoersysteem en loopt het vervolgens door, door een filtersysteem. Nu blijkt dat er gedurende dit proces, een te grote hoeveelheid olie in het afvoersysteem is beland”, aldus Henriquez.
Carmabi kreeg het afgelopen weekeinde vele telefoontjes en verslagen van zowel vissers als booteigenaren over de olievlek binnen.
“Omdat het in feite om een strafzaak gaat en het onderzoek onder de leiding van HVI plaatsvindt is Carmabi daar niet bij betrokken. We worden soms wel gaandeweg voor hulp benaderd, alvorens het rapport naar het OM wordt doorgestuurd. Dit is nog niet gebeurd. We hebben uit de vele telefoontjes begrepen dat het om een grote hoeveelheid olie moet gaan. In de nabijheid van Bullenbaai ligt een mooi rif, het St. Marie-rif. We weten nog niet wat het effect daarop zal zijn. Inmiddels blijkt de olie naar het Westen, tot aan Habitat, te zijn afgedreven”, aldus de wetenschappelijk directeur van Carmabi, Mark Vermeij.
Jan Sierhuis, directeur van de Maritieme Autoriteit Curaçao (MAC), stelt dat de problematiek van de gedateerde wetgeving inzake beboeting bekend is en geeft een toelichting:
“MAC heeft tenminste nog de mogelijkheid om miljoenenboetes op te leggen voor olielekkage afkomstig van schepen. Helaas, zodra het vanaf land komt zijn onze handen gebonden en valt de beboeting onder deze verouderde wetgeving, die zwaar aan aanpassing toe is.
We hebben daar op beleidsniveau zekere oog voor en dit is zeker iets wat gewijzigd dient te worden.”
Vermeij reageert op de maximale hoogte van de boete van 5000 gulden, door te stellen:
“Men zegt weleens op Curaçao dat er niets geregeld is. Er zijn regelingen en wetten, en deze stamt blijkbaar zelfs uit 1936, maar is natuurlijk zwaar aan een update toe. Want zo zou iemand die bijvoorbeeld van 1000 liter vervuilde olie af wil komen, het vanaf land gewoon in de zee kunnen dumpen, wetende dat je toch maar een boete van 5000 gulden opgelegd krijgt. Dat is natuurlijk zo krom als wat”, aldus Vermeij.