Aan de Amsterdamse beurs genoteerd bedrijf hielp
duizenden rijken belasting ontwijken.
Het Nederlandse beursgenoteerde trustkantoor Intertrust heeft toen het nog onderdeel van het Belgisch-Nederlandse Fortis was, duizenden rijken geholpen met belastingontwijking en waarschijnlijk ontduiking.
Dat schreven het Belgische weekblad Knack en zakenkrant De Tijd dit weekend op basis van de Panama Papers, documenten van advieskantoor Mossack Fonseca.
Volgens Belgische media hielp Fortis Intertrust tot de nationalisatie in 2008, duizenden rijke klanten bij het verbergen van bankrekeningen achter vennootschappen. Klanten konden er terecht om rekeningen op naam te zetten van vennootschappen op onder meer de Britse Maagdeneilanden en de Seychellen. Fortis Intertrust beheerde die vennootschappen.
Als een volledige verrassing komt de onthulling niet. Intertrust werd bij de nationalisatie van ABN Amro en Fortis eigendom van de Nederlandse staat. Die wilde er vanwege de activiteiten zo snel mogelijk vanaf en verkocht Intertrust daarna goedkoop door aan private equityfirma Waterland.
Intertrust ging vorig jaar naar de beurs in Amsterdam. In een reactie zegt Intertrust tegen Knack dat het in 2009 afstand heeft genomen van „98 procent” van de klanten waar de onthulling over gaat omdat die klanten niet aan de nieuwe „hoge normen” van het trustkantoor zouden voldoen.
Verdeeldheid EU-ministers
Dit weekend kwamen belastingontwijking en de Panama Papers ook voorbij tijdens een bijeenkomst van de Europese ministers van Financiën in Amsterdam. Ze spraken onder meer af om tot een gezamenlijke lijst van belastingparadijzen te komen.
Tussen EU-landen is echter onenigheid over het Europese Commissie-plan om multinationals in de toekomst te verplichten in hun jaarverslagen omzet en belastingafdracht per land te vermelden, in plaats van alleen het totaal. Daardoor wordt belastingontwijking zichtbaar. Onder meer de Duitse minister Schäuble zou tegen dat plan zijn. „Soms is transparantie en efficiëntie tegenstrijdig”, zo tekende de Financial Times uit zijn mond op.
Bron: NRC Handelsblad