28 C
Willemstad
• woensdag 24 april 2024

Extra | Journaal 19 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Democracy now! | Thursday, April 18, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 18 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra

Telegraaf | Uitspraak in zaak tegen Jamel L. over doodsteken AH-medewerkster

DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag doet donderdag uitspraak in de zaak tegen Jamel L. over het doodsteken van een supermarktmedewerkster van een Albert Heijn...

Democracy now! | Wednesday, April 17, 2024

Democracy Now! is a national, daily, independent, award-winning news program hosted by journalists Amy Goodman and Juan Gonzalez. Democracy Now!’s War and Peace Report provides our audience...

Extra | Journaal 17 april 2024

Elke werkdag het laatste nieuws van Extra, nu ook in het Nederlands. Bron: Extra
- Advertisement -spot_img

NRC | De slavernij op Curaçao had vele gedaanten

HomeMediaNRC | De slavernij op Curaçao had vele gedaanten

Cosette Molijn

Slavernij | NRC

Slavenregister Vanaf maandag is het mogelijk het slavenregister van Curaçao digitaal te raadplegen. Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op dit eiland de levens van volgende generaties heeft beïnvloed.

Op het Curaçao van de 18de en 19de eeuw werkten in de meeste landhuizen en op de meeste plantages slechts een handjevol tot slaaf gemaakten. Anders dan op Suriname was de grond op het eiland ongeschikt en viel er te weinig regen voor een grootschalige plantage-economie. Op enkele grote plantages na waren de meeste bedrijven buiten Willemstad klein en gemengd: er werden dieren gehouden en verschillende gewassen verbouwd. De tot slaaf gemaakten op Curaçao stonden vaak dichter bij hun eigenaar dan op de grote plantage-economieën in Suriname.

De diversiteit van de vele vormen van slavernij, met al haar nuances, wordt momenteel onderzocht door historici van de Radboud Universiteit, het Nationaal Archief Curaçao en de University of Curaçao Dr. Moises Da Costa Gomez. De eerste resultaten van dat onderzoek worden gepubliceerd op maandag 17 augustus. Dan is het voor iedereen mogelijk het slavenregister en de emancipatieregisters van Curaçao, die de afgelopen jaren getranscribeerd werden door onderzoekers, digitaal te raadplegen op de website van het Nationaal Archief Curaçao.

Het was op 17 augustus 1795 dat Tula, een tot slaaf gemaakte die werkte op Landhuis Knip – een van de belangrijkste plantages van het eiland – de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis leidde. De registers bevatten informatie over de mensen die op het eiland in slavernij leefden tussen 1839 en 1863, het jaar dat in Suriname en op Curaçao de slavernij werd afgeschaft.

Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op Curaçao de levens van de volgende generaties heeft beïnvloed, vertelt projectleider Coen van Galen van de Radbout Universiteit. „We willen kijken naar de levens van al die individuen vóór en na de afschaffing van de slavernij. Zo kun je bijvoorbeeld iets zeggen over de kansen van mensen die in 1863 vrijkwamen. Hoe verschilden hun levens met die van mensen die al eerder vrij waren gekomen, of met die van de witte bevolking op het eiland? Dergelijk onderzoek doen we ook over de bevolking van Suriname.”

Illegale mensenhandel

Curaçao was lange tijd een handelscentrum, waar niet alleen in goederen maar ook in mensen werd gehandeld. Onder de voorwaarde dat Nederland meeging in een verbod op de trans-Atlantische slavenhandel gaven de Engelsen de kolonie in 1815 terug. Na een tijd waarin er toch weer illegale mensenhandel plaatsvond kwam er, opnieuw onder Engelse druk, vanaf 1826 een verplichte registratie van alle slaven op Curaçao. De nu bekende registratie begint pas in 1839, het systeem van voor die jaren is vermoedelijk verloren gegaan.

Slavernij registers | NRC

In de registers staat de naam, de geboortedatum, en de naam van de moeder en eigenaar van de slaafgemaakte genoteerd. Achternamen mochten ze niet hebben. „Je kunt mensen op deze manier volgen tot ze vrijkomen of overlijden. Of zoals ze dat toen oneerbiedig zeiden, ‘uitgevoerd’ werden”, vertelt Van Galen. Curaçao bleef een knooppunt in de kleinschalige slavenhandel in het Caribisch gebied tot enkele jaren vóór de afschaffing van de slavernij in 1863.

De slavernij op Curaçao had vele gedaanten

Slavenregister Vanaf maandag is het mogelijk het slavenregister van Curaçao digitaal te raadplegen. Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op dit eiland de levens van volgende generaties heeft beïnvloed.

Slavernij geschiedenis tijdslijnen | NRC

Op het Curaçao van de 18de en 19de eeuw werkten in de meeste landhuizen en op de meeste plantages slechts een handjevol tot slaaf gemaakten. Anders dan op Suriname was de grond op het eiland ongeschikt en viel er te weinig regen voor een grootschalige plantage-economie. Op enkele grote plantages na waren de meeste bedrijven buiten Willemstad klein en gemengd: er werden dieren gehouden en verschillende gewassen verbouwd. De tot slaaf gemaakten op Curaçao stonden vaak dichter bij hun eigenaar dan op de grote plantage-economieën in Suriname.

De slavenregisters van Curaçao zijn gedigitaliseerd en vanaf maandag toegankelijk.

De diversiteit van de vele vormen van slavernij, met al haar nuances, wordt momenteel onderzocht door historici van de Radboud Universiteit, het Nationaal Archief Curaçao en de University of Curaçao Dr. Moises Da Costa Gomez. De eerste resultaten van dat onderzoek worden gepubliceerd op maandag 17 augustus. Dan is het voor iedereen mogelijk het slavenregister en de emancipatieregisters van Curaçao, die de afgelopen jaren getranscribeerd werden door onderzoekers, digitaal te raadplegen op de website van het Nationaal Archief Curaçao.

Het was op 17 augustus 1795 dat Tula, een tot slaaf gemaakte die werkte op Landhuis Knip – een van de belangrijkste plantages van het eiland – de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis leidde. De registers bevatten informatie over de mensen die op het eiland in slavernij leefden tussen 1839 en 1863, het jaar dat in Suriname en op Curaçao de slavernij werd afgeschaft.

Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op Curaçao de levens van de volgende generaties heeft beïnvloed, vertelt projectleider Coen van Galen van de Radbout Universiteit. „We willen kijken naar de levens van al die individuen vóór en na de afschaffing van de slavernij. Zo kun je bijvoorbeeld iets zeggen over de kansen van mensen die in 1863 vrijkwamen. Hoe verschilden hun levens met die van mensen die al eerder vrij waren gekomen, of met die van de witte bevolking op het eiland? Dergelijk onderzoek doen we ook over de bevolking van Suriname.”

Illegale mensenhandel

Curaçao was lange tijd een handelscentrum, waar niet alleen in goederen maar ook in mensen werd gehandeld. Onder de voorwaarde dat Nederland meeging in een verbod op de trans-Atlantische slavenhandel gaven de Engelsen de kolonie in 1815 terug. Na een tijd waarin er toch weer illegale mensenhandel plaatsvond kwam er, opnieuw onder Engelse druk, vanaf 1826 een verplichte registratie van alle slaven op Curaçao. De nu bekende registratie begint pas in 1839, het systeem van voor die jaren is vermoedelijk verloren gegaan.

In de registers staat de naam, de geboortedatum, en de naam van de moeder en eigenaar van de slaafgemaakte genoteerd. Achternamen mochten ze niet hebben. „Je kunt mensen op deze manier volgen tot ze vrijkomen of overlijden. Of zoals ze dat toen oneerbiedig zeiden, ‘uitgevoerd’ werden”, vertelt Van Galen. Curaçao bleef een knooppunt in de kleinschalige slavenhandel in het Caribisch gebied tot enkele jaren vóór de afschaffing van de slavernij in 1863.

Van de slaafgemaakten die langere tijd op het eiland bleven, zijn de levens vrij gedetailleerd te volgen. Hoe oud werden ze, hoeveel kinderen kregen ze, aan wie werden ze verkocht en hoe vaak? Van Galen: „Al die stukjes geven een goed beeld van de slavernijsamenleving en de nuances daarin.”

Want de slavernij op Curaçao had vele gedaanten. Sommige slaafgemaakten werkten als landarbeider, anderen werden verhuurd als zeeman en reisden in slavernij het hele Caribisch gebied door. Weer anderen moesten een eigen handeltje runnen. „Soms komen mensen vrij en duiken ze later weer in de boeken op, omdat ze zelf mensen in eigendom nemen.”

De Curaçaose antropoloog Rose Mary Allen deed eerder al onderzoek naar de voormalig slaafgemaakte bevolking op het eiland. Ze gebruikte hiervoor interviews die zij in de jaren tachtig hield met nakomelingen van mensen die nog in slavernij hadden geleefd, en interviews uit de jaren zestig die door de Nederlandse pater Paul Brenneker en de Curaçaose schrijver Elis Juliana waren afgenomen.

De slavernij op Curaçao had vele gedaanten

Slavenregister Vanaf maandag is het mogelijk het slavenregister van Curaçao digitaal te raadplegen. Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op dit eiland de levens van volgende generaties heeft beïnvloed.

Cosette Molijn

14 augustus 2020
Leestijd 4 minuten
Landhuis Knip op Curaçao. Op 17 augustus 1795 leidde Tula, een tot slaaf gemaakte, vanuit deze plantage de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis.
Landhuis Knip op Curaçao. Op 17 augustus 1795 leidde Tula, een tot slaaf gemaakte, vanuit deze plantage de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis. Foto Sinaya R. Wolfert

Op het Curaçao van de 18de en 19de eeuw werkten in de meeste landhuizen en op de meeste plantages slechts een handjevol tot slaaf gemaakten. Anders dan op Suriname was de grond op het eiland ongeschikt en viel er te weinig regen voor een grootschalige plantage-economie. Op enkele grote plantages na waren de meeste bedrijven buiten Willemstad klein en gemengd: er werden dieren gehouden en verschillende gewassen verbouwd. De tot slaaf gemaakten op Curaçao stonden vaak dichter bij hun eigenaar dan op de grote plantage-economieën in Suriname.

De slavenregisters van Curaçao zijn gedigitaliseerd en vanaf maandag toegankelijk.

De diversiteit van de vele vormen van slavernij, met al haar nuances, wordt momenteel onderzocht door historici van de Radboud Universiteit, het Nationaal Archief Curaçao en de University of Curaçao Dr. Moises Da Costa Gomez. De eerste resultaten van dat onderzoek worden gepubliceerd op maandag 17 augustus. Dan is het voor iedereen mogelijk het slavenregister en de emancipatieregisters van Curaçao, die de afgelopen jaren getranscribeerd werden door onderzoekers, digitaal te raadplegen op de website van het Nationaal Archief Curaçao.

Het was op 17 augustus 1795 dat Tula, een tot slaaf gemaakte die werkte op Landhuis Knip – een van de belangrijkste plantages van het eiland – de grootste slavenopstand in de Curaçaose geschiedenis leidde. De registers bevatten informatie over de mensen die op het eiland in slavernij leefden tussen 1839 en 1863, het jaar dat in Suriname en op Curaçao de slavernij werd afgeschaft.

Het is het begin van een onderzoek naar hoe de slavernij op Curaçao de levens van de volgende generaties heeft beïnvloed, vertelt projectleider Coen van Galen van de Radbout Universiteit. „We willen kijken naar de levens van al die individuen vóór en na de afschaffing van de slavernij. Zo kun je bijvoorbeeld iets zeggen over de kansen van mensen die in 1863 vrijkwamen. Hoe verschilden hun levens met die van mensen die al eerder vrij waren gekomen, of met die van de witte bevolking op het eiland? Dergelijk onderzoek doen we ook over de bevolking van Suriname.”

Illegale mensenhandel

Curaçao was lange tijd een handelscentrum, waar niet alleen in goederen maar ook in mensen werd gehandeld. Onder de voorwaarde dat Nederland meeging in een verbod op de trans-Atlantische slavenhandel gaven de Engelsen de kolonie in 1815 terug. Na een tijd waarin er toch weer illegale mensenhandel plaatsvond kwam er, opnieuw onder Engelse druk, vanaf 1826 een verplichte registratie van alle slaven op Curaçao. De nu bekende registratie begint pas in 1839, het systeem van voor die jaren is vermoedelijk verloren gegaan.

In de registers staat de naam, de geboortedatum, en de naam van de moeder en eigenaar van de slaafgemaakte genoteerd. Achternamen mochten ze niet hebben. „Je kunt mensen op deze manier volgen tot ze vrijkomen of overlijden. Of zoals ze dat toen oneerbiedig zeiden, ‘uitgevoerd’ werden”, vertelt Van Galen. Curaçao bleef een knooppunt in de kleinschalige slavenhandel in het Caribisch gebied tot enkele jaren vóór de afschaffing van de slavernij in 1863.

Van de slaafgemaakten die langere tijd op het eiland bleven, zijn de levens vrij gedetailleerd te volgen. Hoe oud werden ze, hoeveel kinderen kregen ze, aan wie werden ze verkocht en hoe vaak? Van Galen: „Al die stukjes geven een goed beeld van de slavernijsamenleving en de nuances daarin.”

Want de slavernij op Curaçao had vele gedaanten. Sommige slaafgemaakten werkten als landarbeider, anderen werden verhuurd als zeeman en reisden in slavernij het hele Caribisch gebied door. Weer anderen moesten een eigen handeltje runnen. „Soms komen mensen vrij en duiken ze later weer in de boeken op, omdat ze zelf mensen in eigendom nemen.”

De Curaçaose antropoloog Rose Mary Allen deed eerder al onderzoek naar de voormalig slaafgemaakte bevolking op het eiland. Ze gebruikte hiervoor interviews die zij in de jaren tachtig hield met nakomelingen van mensen die nog in slavernij hadden geleefd, en interviews uit de jaren zestig die door de Nederlandse pater Paul Brenneker en de Curaçaose schrijver Elis Juliana waren afgenomen.
Flourish logoA Flourish chart

„Een van de belangrijke conclusies is dat er veel armoede was onder de groep die in 1863 vrijkwam”, vertelt Allen. „Er was niet veel ander werk op het eiland, dus sommigen bleven bij hun vroegere eigenaren op de plantages of in de stad werken.” De slavernij was weliswaar afgeschaft, maar het systeem veranderde nog niet meteen. „Beide kanten moesten omgaan met die nieuwe vrijheid. Het gebeurde lang niet altijd dat de vroegere eigenaar de voormalige slaven respecteerde als mens.”
Black box

Voornamelijk voor ouderen die hun hele leven in slavernij hadden geleefd, was die nieuwe vrijheid moeilijk. „Bij jongeren”, zegt Allen, „zie je duidelijk meer de drive om weg te gaan, naar de stad om geld te verdienen, of om Curaçao te verlaten.”

Het digitaliseren van de registers heeft nog meer redenen, zegt Van Galen. „Voor mensen met familie uit, zeg, Noordwest-Europa is het vaak relatief eenvoudig om familie terug te zoeken tot ver terug. Voor veel mensen met voorouders die in slavernij leefden is de periode voor 1863 een black box. Pas na hun vrijlating kregen mensen familienamen. Het vinden van die paar generaties extra, en het harde bewijs dat je familie bestaan heeft en hoe ze leefden, kan voor mensen die nu op zoek gaan heel waardevol zijn.”

Bron: NRC

Dit artikel is geplaatst in

15 reacties

  1. Als ik zo om mij heen kijk en hoor zijn de YDK de grootste slavendrijvers die ik ooit in mijn leven heb gezien en ik ben in heel veel landen geweest waaronder heel veel in Zuid Amerika

  2. Het gekke is , er is nog steeds slavernij op de wereld .
    Kijk maar naar de artikelen , groenten , fruit , kleding , grondstoffen enz , enz

  3. De Nederlanders krijgen het altijd op hun conto.
    Niet geheel onterecht uiteraard.
    Maar de joden, waar je bijna nooit wat over hoort mbt slavernij hadden ook een bijzonder groot aandeel in de Caribische en Zuid- en Noordamerikaanse slavenplantages, slavenhandel, transport en vervoer op de eilanden.
    Nogmaals, niet om het eea te bagatelliseren van andere slavenjagers, en slaventransporteurs, het was immers van de beesten af.
    Maar eerder om eea in perspectief te brengen.
    Maar elke cultuur,ras soort heeft er aan medgedaan of van meegeprofiteerd.
    Zwart, Indiaan , Blank, Jood, Arabisch, Moslim, Christen.
    Beestelijk gedrag vind je in elke cultuur , ras en religie!
    Zonder uitzondering

  4. Ik heb de eerste 10 paginas gezien en het viel mij op dat voor de genoemde periode van de register,veel joodse familie namen en bekende christelijke familie namen voorkomen en ook meerdere die voor hun kinderen een slaaf registreerden. Het is fijn dat de register nu is openbaar gemaakt, maar het zou zeker niet meevallen voor huidige erfgenamen. Maar ze kunnen ook niks aan doen aan wat hun voorvaders/moeders hebben gedaan. Dat is ook hier geldig zoals voor veel kinderen en kleinkinderen van de duitse misdadigers van de Tweede Wereld Oorlog.

  5. Er staat geschreven 1499 boven aan dat de “Caiquetios” als slaven werden weggevoerd, wat inhoudt dat niet alleen zwarten, maar ook Venezolanen (los Caiquetios is een Venezolaans indianenstam bij het meer van Maracaibo) waren slaven, maar die vieren of herdenken de slaventijd nooit. Want, zeggen de Caiquetios: lo que pasó, pasó. A mi no me interesa ni un bledo, vivo en el presente y en/por el futuro. (vert. wat er gebeurt is, is gebeurd. Die flauwekul interesseert mij geen barst. Ik leef in het heden en in/ voor de toekomst. Waar blijven Sylvana Simons en Jerry Afriyie nou?

  6. Raar, maar er staan ook enkele tientallen “voormalige” slaven in als eigenaar van slaven.

    Dat valt wel mee. Meeste slaven uit Afrika waren daar al slaaf van de Afrikaanse stammen. Maar we willen niet naar onze eigen rol kijken!

Geef een reactie

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Zoeken

Recente reacties