DEN HAAG — De Nederlanders autoriteiten zoeken op het moment vier veroordeelde criminelen die zich vrijwel zeker op Curaçao en Aruba bevinden, maar in Nederland hun gevangenisstraf moeten uitzitten. Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie meldt dit aan de Tweede Kamer.
Opstelten beloofde de Tweede Kamer in februari dat hij de aanhouding van veroordeelde criminelen zou intensiveren, na vragen van PvdA-Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch. Aanleiding was een artikel in De Telegraaf waarin misdaadjournalist John van de Heuvel het Caribisch deel van het Koninkrijk omschreef als een toevluchtsoord voor criminelen. Volgens de journalist ging het om meer dan dertig gezochte veroordeelden, al ging het volgens Opstelten eerder om twintig mensen.
De minister schrijft dat er voor een rechtshulpverzoek aan Curaçao en Aruba eerst concrete informatie nodig is in aanvulling op een gewone adresverificatie, die aangeeft dat iemand op enig moment op een van de eilanden woonde. Concrete informatie heeft inmiddels geleid tot acht rechtshulpverzoeken.
“Zowel de minister van Justitie van Aruba als de hoofdofficier van justitie van Curaçao heeft zijn medewerking toegezegd bij het opsporen en aanhouden van deze gezochte veroordeelden. Op dit moment zijn reeds vier personen aangehouden die bij elkaar nog ongeveer 6,5 jaar gevangenisstraf hadden openstaan”, aldus Opstelten.
De minister schrijft verder dat hij door intensiever gebruik van snelrecht in combinatie met een voorlopige hechtenis wil voorkomen dat criminelen verstek laten gaan bij hun veroordeling of verdwenen zijn op het moment dat ze hun straf kunnen uitzitten.
In totaal zijn er zo’n 12.300 veroordeelden die hun straf nog moeten uitzitten in een Nederlandse gevangenis. Naar zo’n 2400 wordt actief gezocht.
“De overige 10.000 openstaande vrijheidsstraffen zijn ter signalering geregistreerd. Dat betekent dat het niet (mogelijk of) gewenst is dat de politie actief op zoek gaat naar de personen die tot deze vrijheidsstraffen zijn veroordeeld. Het betreft personen met een nog openstaande straf van minder dan 120 dagen waarbij geen indicatie is dat ze zich in Nederland bevinden”, aldus de minister.
Bron: Amigoe